Skip to ContentSkip to Navigation
TalencentrumOnderdeel van Rijksuniversiteit Groningen
Talencentrum
Talencentrum Ontwikkel jezelf Academische taal Voor docenten Studentschrijvers begeleiden

Het schrijfproces

Inzicht in schrijfgedrag

Het cognitief-psychologisch onderzoek naar het schrijfproces (Flower & Hayes 1980) heeft sinds de jaren '80 de visie op schrijfgedrag aanzienlijk veranderd. Schrijven wordt niet meer gezien als een vertaling van gedachten in geschreven taal, maar als een ingewikkeld proces waarin verschillende factoren een rol spelen. Deze factoren en hun onderlinge wisselwerking zijn als volgt in kaart gebracht door Hayes:

Het schrijfproces volgens Hayes (1996)
Het schrijfproces volgens Hayes (1996)

Recursiviteit

De interactie tussen schrijver, tekst en taakomgeving is een soort cyclus die keer op keer doorlopen wordt. In de eerste plaats zijn er 'externe bronnen'; in dit geval de literatuur die de student bij zijn schrijfopdracht gebruikt. Die bronnen worden geïnterpreteerd, zodat er een mentale representatie ontstaat van de informatie. Deze informatie wordt beoordeeld in het kader van de gegevens die de student al in zijn geheugen had opgeslagen. Zo ontstaan er nieuwe mentale representaties, die door de student onder woorden worden gebracht: de tekstproductie. Ook tussentijdse schrijfproducten kunnen aan hernieuwde reflectie worden onderworpen. Door de cyclus van interpretatie, reflectie en productie herhaaldelijk te doorlopen, krijgt de student meer inzicht in het onderwerp. Schrijven kan op die manier als leermiddel worden ingezet: 'writing to learn'.

Schrijven als recursief proces
Schrijven als recursief proces

Bij herhaaldelijk doorlopen van deze cyclus kan de schrijver zijn inzicht in het onderwerp verdiepen. Het is dit principe dat ten grondslag ligt aan de gedachte dat schrijven kan worden ingezet als leermiddel (writing to learn): tussentijdse schrijfproducten kunnen aan hernieuwde reflectie worden onderworpen.


Didactische consequenties

Schrijven is een complex samenspel van deelactiviteiten. Fasering van het schrijfproces is dus belangrijk om het schrijven organiseerbaar en leerbaar te maken.

Hieronder worden 3 methodes belicht die de fasering van het schrijfproces op verschillende manieren uitwerken. In de eerste 2 methodes wordt geadviseerd om het schrijfproces stapsgewijs te organiseren en vooraf de eisen vast te stellen waaraan het eindproduct moet voldoen (doel, doelgroep etcetera). Deze methodes lenen zich goed voor het schrijven van teksten waarvan de inhoud weinig complex is en waarvan doel en tekstmodel vastliggen. Methode 3 bepleit een vrijere organisatie van het schrijfproces, waarin definitieve keuzes ten aanzien van vorm en inhoud van het eindproduct in de loop van het proces tot stand komen. Deze methode is vooral geschikt voor het schrijven van teksten die veel denkwerk of creativiteit vergen.

Schrijven in 9 stappen

In 1981 onderscheiden Hayes en Flower (1981:12) 3 cognitieve processen in het schrijven: planning, translating en reviewing. Flower verwerkt deze processen in 1989 tot een 4-fasenplan voor academische schrijvers, waarbij elk van de 4 fasen is onderverdeeld in 2 of 3 stappen (1989:49):

Fase Steps

Planning

Step 1: Explore the Rhetorical Problem

Step 2: Make a Plan

Generating Ideas in Words

Step 3: Use Creative Thinking

Step 4: Organize Your Ideas

Designing for a Reader

Step 5: Know the Needs of Your Reader

Step 6: Transform Writer-Based Prose into Reader-Based Prose

Editing for Effectiveness

Step 7: Review Your Paper and Your Prose

Step 8: Test and Edit Your Writing

Step 9: Edit for Connections and Coherence

Schrijven als informatie-ordeningsproces

Renkema (1995:20-21) brengt het schrijfproces terug tot 4 centrale deeltaken die gericht zijn op het organiseren van al bekende informatie of inhoud. Voordat de schrijver deze taken stapsgewijs uitvoert, dient hij onderwerp, doel en publiek van de te schrijven tekst vast te stellen.

Vooraf:

Welk onderwerp, welk doel, welk publiek?

Inventariseren:

Welke aspecten van het onderwerp zijn van belang?

Selecteren:

Wat kan ik weglaten en wat moet extra gewicht krijgen?

Rubriceren:

Welke aspecten horen bij elkaar?

Structureren:

In welke volgorde moeten de aspecten worden behandeld?

Schrijven: 2 hoofdtaken

Elbow (1998:8-11) onderscheidt bij elke schrijftaak 2 hoofdactiviteiten die elkaars tegenpool vormen: het creatief produceren van tekst en het kritisch reflecteren op (tussentijdse) producten. Een scherpe afbakening van deze 2 taken voorkomt schrijfblokkades. Als de student deze 2 taken geregeld afwisselt, kan dit leiden tot inhoudelijke verdieping en een hogere tekstkwaliteit. De volgorde in de uitvoering ligt niet vast. In de praktijk ligt het zwaartepunt van creatieve productie echter aan het begin en dat van kritische revisie aan het eind van het schrijfproces.

Creatief produceren

Snel, associatief en onbekritiseerd schrijven. Het voornaamste doel is ideeën opdoen en uitwerken, zonder stil te staan bij tekstuele, stilistische en grammaticale onvolkomenheden (zie ook: Technieken voor gericht-vrij schrijven).

Kritisch reviseren

(Voorlopige) schrijfproducten kritisch beoordelen op inhoudelijke en tekstuele kwaliteit. De revisie kan zowel ingrijpend (structuur) als oppervlakkig (spelling, opmaak) zijn: dit is mede afhankelijk van het stadium waarin de tekst zich bevindt.


Literatuur

Elbow, P. (1998). Writing with Power. Techniques for Mastering the Writing Process. New York/Oxford: Oxford University Press.

Flower, L. & Hayes, J. (1980). The dynamics of composing; making plans and jugling constraints. In: L.W. Gregg, en E.R. Steinberg (red.) Cognitive Processes of Writing. Hillsdale, N.J.: Erlbaum, 31-50.

Flower, L. &  Hayes, J.R. (1981). A Cognitive Process Theory of Writing. College Composition and Communication 32: 365-387.

Hayes, J.R. (1996). A New Framework for Understanding Cognition an Affect in Writing. In: C.M. Levy, S. Randell (red.). The Science of Writing. Theories, Methods, Individual Differences and Applications. Mayhwah, New Jersey: Lawrence Erlbaum.

Hayes, J.R. & Flower, L.S. (1980). Identifying the Organization of Writing Processes. In: L.W., Gregg & E.R. Steinberg (red.) Cognitive Processes in Writing. Hillsdale, N.J.: Erlbaum.

Renkema, J. (1987). Tekst en uitleg. een inleiding in de tekstwetenschap. Dordrecht: Foris.

Laatst gewijzigd:25 augustus 2023 09:38