De onderbelichte kant van de menopauze
De nieuwe M20 onderzoeken gefinancierd door het
Ubbo Emmius Foundation
via de Aletta Jacobs School of Public Health gaan binnenkort van start. Voordat we vooruitblikken op de onderzoeken die gaan komen is het nu hét moment om terug te blikken op de drie M20 onderzoeken van vorig jaar:
Berichten over de menopauze, of overgang, zijn vaak negatief; het gaat vaak over ouder worden, het verlies van vrouwelijkheid of de klachten die erbij komen kijken. Veel vrouwen zijn daarom angstig voor deze periode. Volgens promovenda Hanneke de Boer is het goed mogelijk dat die negatieve opvatting over de menopauze de klachten voor veel vrouwen verergeren. In een nieuw M20 onderzoek gaat ze dit onderzoeken.
De menopauze is de laatste menstruatie, gemiddeld is dit bij vrouwen als ze 51 jaar zijn. Het is de periode waarin de hormooncyclus verandert. In de jaren om de menopauze heen, ook wel de overgang genoemd, hebben veel vrouwen last van klachten zoals opvliegers, spier- en gewrichtspijn, stemmingswisselingen en hoofdpijn. In de media worden deze klachten steeds vaker uitgebreid besproken waardoor veel vrouwen mogelijk extra opzien tegen de menopauze.
Volgens Rina Knoeff, hoogleraar gezondheid en geesteswetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen is het een historisch thema. “We zien deze angst al sinds de 16e eeuw. De angst is ook echt een thema waarvan dokters zeggen dat het de klachten verergert.” Knoeff is samen met hoogleraar levensloop epidemiologie van veelvoorkomende psychiatrische stoornissen Tineke Oldehinkel, en de nieuw benoemde PhD student Hanneke de Boer dankzij een M20-beurs een onderzoek gestart. Het onderzoek gaat over de band tussen de historisch sociaal-culturele opvatting over de menopauze en de ervaring van de menopauze.
Een soort paradox
Er is tegenwoordig behoorlijk wat aandacht voor de menopauze, stelt Oldehinkel. Dit komt mede door een toenemende medicalisering van de overgang. Er wordt bijvoorbeeld steeds vaker gesuggereerd dat werkgevers beter rekening moeten houden met overgangsklachten op de werkvloer. “Enerzijds doet dat recht aan de ervaring van sommige vrouwen, dat is ook heel belangrijk”, zegt Oldehinkel. “Maar mogelijk kan het als bijeffect hebben dat de toenemende medische aandacht de klachten van de menopauze voor andere vrouwen erger maakt.”
“We zitten in een soort paradox”, zegt Knoeff. “Het is natuurlijk goed dat de menopauze door de medicalisering serieus wordt genomen. Maar de keerzijde van de medaille is dat die medicalisering de ervaring van de menopauze deels bepaalt en misschien verergert." Dat sociale en culturele deel wordt volgens Knoeff vrijwel nooit meegenomen als het gaat over de menopauze.
Knoeff juicht het toe dat er nu meer geld en aandacht is voor de menopauze, maar er moet wel aandacht zijn voor de keerzijde. “We zijn gewend om dit soort kwesties te medicaliseren en alleen als een medisch probleem te zien. We vergeten vaak hoeveel cultureel bepaald is en hoeveel culturele factoren ons denken beïnvloeden”, legt Knoeff uit. Oldehinkel sluit zich hierbij aan. “We bedoelen niet dat het medische model slecht is. Er is alleen sprake van een zekere eenzijdigheid.”
Knoeff, Oldehinkel en De Boer willen met het nieuwe onderzoek een poging doen om die eenzijdigheid te verminderen door uit te zoeken of de veelal negatieve opvattingen over de menopauze de ervaring van de menopauze ook echt beïnvloeden.
Nieuw onderzoek
Om dat te bereiken gaan ze eerst vanuit historisch perspectief kijken hoe er in bijvoorbeeld tijdschriften tegen de menopauze aangekeken werd en de trends daarin proberen te ontdekken. De Boer is daar pas kort mee bezig, maar ziet nu al dat veel van de denkbeelden in de populaire wetenschappelijke literatuur en zelfhulpboeken over de menopauze van tegenwoordig gevormd zijn in de 19e eeuw. “We hebben nu nog dezelfde denkbeelden, soms met een net wat andere draai”, stelt De Boer.
Volgens De Boer is dat ook het nut van het historische onderzoek. “Je kan laten zien dat deze denkbeelden ook allemaal gewoon ideeën zijn die op een gegeven moment zijn ontstaan. Ideeën die van generatie op generatie doorgegeven zijn en nu nog steeds invloed hebben op hoe wij met dingen omgaan en hoe dit in het geval van de menopauze, ideeën en ervaringen kan beïnvloeden.”
Naast het historische literatuuronderzoek gaan de onderzoekers gebruikmaken van Lifelines, een grote bevolkingsstudie waar 167.000 mensen uit Noord Nederland aan meedoen en hun gegevens voor beschikbaar stellen. De onderzoekers gaan extra vragenlijsten toevoegen aan deze bevolkingsstudie voor vrouwen rond de overgangsleeftijd. Door de vragenlijsten willen de onderzoekers erachter komen hoe vrouwen vóór de overgang tegen de menopauze aankijken en hoe vrouwen die de menopauze al achter de rug hebben er nu tegenaan kijken. “Dit kan het beeld van de overgang mogelijk vollediger maken”, zegt Oldehinkel.
Als de onderzoekers kunnen aantonen dat culturele factoren zoals de media echt een rol spelen in de ervaring van de menopauze bij vrouwen, willen ze vrouwen daar ook graag van op de hoogte stellen. “Dat kan ook helpen in het reduceren van de factoren waardoor ze zich angstig gaan voelen of die ervoor zorgen dat ze tegen de menopauze opzien”, zegt Knoeff.
Interdisciplinair werken
Het nieuwe onderzoek is een interdisciplinair project waarin psychologie en geschiedenis allebei een belangrijke rol spelen. “De interdisciplinaire aanpak is echt een meerwaarde voor dit project”, zegt Knoeff. Dat beaamt Oldehinkel. “Maar ik vind het vooral ook gewoon heel erg leuk. Ik leer er zelf veel van en ik word er blij van.” Beide onderzoekers zijn het met elkaar eens dat het project niet mogelijk is zonder de verschillende disciplines.
Interdisciplinair werken leidt wel tot onverwachte obstakels. “We moeten voor sommige dingen wel een beetje het wiel opnieuw uitvinden. Dat is best leuk”, stelt Oldehinkel. “Hoe een proefschrift eruit hoort te zien, is in onze vakgebieden bijvoorbeeld behoorlijk verschillend.” Ook zijn termen niet altijd gebruikelijk. “Ik had een discoursanalyse geschreven, binnen de geschiedschrijving is dat heel gebruikelijk. Maar toen kwamen we erachter dat een discoursanalyse binnen de psychologie helemaal niet bekend is”, legt de Boer uit. “Daarom gaan we nu een lijst maken van termen met een uitleg erbij, zodat iedereen begrijpt wat er precies wordt bedoeld."
Het project is via de Aletta Jacobs School of Public Health gefinancierd door Het Ubbo Emmius Fonds als onderdeel van de M20-beurzen van 2023. De M20-beurzen zijn er om interdisciplinaire projecten te ondersteunen en om onderzoekers de benodigde financiën te geven om een PhD-student zoals De Boer aan te stellen. “We waren erg blij met de M20-beurs. Ik vond het ook fijn dat het een snel proces was. Binnen een paar maanden na de aanvraag wisten we dat we de beurs zouden krijgen”, vertelt Oldehinkel.
Laatst gewijzigd: | 12 september 2024 11:30 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...