Aletta's sleutelrol in het realiseren van zorgoptimalisatie en gezondheidsbevordering
Datum: | 24 januari 2018 |
[English version below] Hoe kunnen we de zorguitdagingen van de toekomst een antwoord bieden? De trend van stijgende zorgkosten is onhoudbaar, maar tegelijkertijd volgen nieuwe technologieën en innovaties binnen de gezondheidszorg elkaar snel op. De positieve relatie tussen gezondheid, productiviteit en kwaliteit van leven, maakt het zowel vanuit een maatschappelijk als een economisch perspectief relevant om te kijken naar de manier waarop we kunnen investeren in zorg. Wat we hiervoor nog missen is een gezamenlijke, breed gedragen lijn en concrete opschaalbare initiatieven voor het realiseren van betere en betaalbare zorg. Voor het realiseren van gezondheidsdoelen is veelal een gevoel van urgentie nodig en the Aletta Jacobs School of Public Health zou – als wetenschappelijk innovatieplatform – de urgentie voor betere zorg en gezondheid zichtbaar kunnen maken: als startpunt voor een heldere agenda met een hoog ambitieniveau.
Innovatie zou gericht moeten zijn op concrete maatregelen ter bevordering van gezondheid en ter voorkoming van ziekte. Het lastige is dat de (economische) belangen van verschillende zorgpartijen hierbij in de weg kunnen staan. Om concrete maatregelen te doen slagen en op te schalen, is het nodig dat zorgpartijen samenwerken in het belang van het individu of een populatie. Hiervoor is sociale innovatie nodig waardoor partijen tot een gezamenlijke doelstelling kunnen komen zonder direct hun eigen belang voor te stellen. Daarnaast behoren de financiële prikkels in lijn te zijn met de gedefinieerde gezondheids- en/of zorgdoelstellingen. Hiervoor is contractinnovatie nodig. Een goed voorbeeld van contractinnovatie is het initiatief in de regio Nijkerk. Daar is in het kader van het Actieprogramma Chronische Longziekten een pilot gestart met als hoofddoel 25% reductie van het aantal ziekenhuisopnamen door acute, aan COPD gerelateerde longaanvallen. Er werd bij voorbaat rekening gehouden met een serieus obstakel: de huidige financiële prikkel die gericht is op productievolume in plaats van zorguitkomsten. Voor ziekenhuizen betekent zorginnovatie in dit geval minder bezette bedden met COPD patiënten, waar de prikkel van ziekenhuizen juist is om de bedden optimaal gevuld te hebben. Juist door de bekostiging op een andere manier te regelen, sloegen zorgpartijen de handen ineen om meer en betere zorg per geïnvesteerde Euro te realiseren. Hierbij is het vanzelfsprekend wel belangrijk om te weten wat de effecten van de getroffen maatregelen zijn op de zorgdoelstellingen en -kosten, waarvoor tenslotte praktijkondersteunende data als randvoorwaarde voor succes van essentieel belang zijn.
‘Misschien vertrouwen we wel iets té sterk op ons huidige gezondheidszorgsysteem’
Misschien vertrouwen we iets te veel op de manier waarop we de gezondheidszorg in Nederland hebben georganiseerd. De verdienmodellen binnen de gezondheidszorg zijn ingegeven door financiële prikkels die niet per sé in lijn zijn of zelfs haaks staan op het ultieme doel: goede, toegankelijke en duurzaam betaalbaregezondheidszorg. Door de huidige prikkels houden we vast aan het ‘silosysteem’; zorg gefinancierd op geleide van productie in plaats van resultaat. Om dit systeem los te laten is durf, daadkracht en leiderschap van alle betrokkenen nodig, dus óók vanuit de farmaceutische industrie. We moeten niet op onze eilandjes blijven zitten, maar de moed hebben om kritisch naar de hele waardeketen van preventie, diagnose, behandeling en monitoring te kijken. Niet denken in problemen en obstakels, maar samen een concreet ambitieniveau afstemmen waarbij doelstellingen op patiënt- en populatieniveau daadwerkelijk centraal staan. Dan kunnen investeringen in zorg en gezondheid en dus kwaliteit van leven gezien worden als investering in de maatschappij en economie in plaats van dat we naar de zorg blijven kijken als een eindeloos stijgende kostenpost.
Ook preventie is een belangrijk thema. Met preventie voorkomen we immers calamiteiten. We moeten echter oppassen dat ‘preventie’ geen buzzword wordt. Vanuit een politiek en maatschappelijk perspectief is het éénvoudig om over preventie te spreken. Er zijn projecten genoeg en voor uiteenlopende thema’s – roken, suiker, of te weinig bewegen – worden campagnes gestart. Toch wordt preventie meestal pas echt actueel als iets echt fout is gegaan of dreigt te gaan. Neem nu als voorbeeld het Rijksvaccinatieprogramma, waarbij de beslissing om nieuwe vaccinaties toe te voegen aan het programma afhankelijk is van lange evaluatietrajecten. Ten aanzien van eventuele uitbreidingen met vaccins is men – vaak ook om budgettaire redenen – terughoudend . Echter, als er een toename van een infectieziekte ontstaat – zoals recent voor het RS-virus – zorgt dat veelal voor een roep om de onmiddellijke beschikbaarheid van een vaccin en discussies over opname van vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma. Ook als er echter ergens ter wereld een crisis uitbreekt, zoals de uitbraak van het ebolavirus in West-Afrika in 2014 of meer recent het zika-virus, gaan alle registers open en had het vaccin er gister moeten zijn. Kortom, de urgentie wordt pas gevoeld op het moment dat er een uitbraak is, terwijl de essentie van preventie is dat je iets probeert te voorkomen. Een meer evenwichtige benadering kan gerealiseerd worden door de maatschappelijke belangen te toetsen aan gevalideerde data en tot een meer proactieve agendasetting te komen met betrekking to besluitvorming, implementatie en communicatie. Hierbij dienen er weloverwogen keuzes te worden gemaakt. Een dergelijke aanpak vraagt een omslag in denken en samenwerking tussen verschillende private en publieke partijen, zoals we dat nu bijvoorbeeld meer zien in de aanpak ten aanzien van de antimicrobiële resistentie problematiek. Hierbij wordt zelfs sectoroverstijgend naar een gezamenlijke aanpak gekeken.
‘Het Nederlandse gezondheidszorgmodel als innovatief en voorbeeldig exportproduct’
Waarom ik me met overtuiging opwerp als ambassadeur van de Aletta Jacobs School of Public Health is, omdat ik ervan overtuigd ben dat het een onafhankelijk, wetenschappelijk platform kan worden, dat alle partijen vanuit twee elementaire dimensies bijeenbrengt: i. de maatschappelijke dimensie die elke burger raakt: kwaliteit van leven en gezond ouder worden; en ii. een economische dimensie: kosteneffectiviteit, betaalbaarheid en het belang van een fitte arbeidspopulatie.
Juist met de combinatie van een wetenschappelijke, maatschappelijke en economische invalshoek denk ik dat een instituut als de Aletta Jacobs School in belangrijke mate kan bijdragen aan beleidsvorming op het gebied van zorg en gezondheid. Immers: een duurzaam, toegankelijk en betaalbaar gezondheidszorgsysteem ambiëren we allemaal. We moeten kijken naar hoe we de gezondheidszorg betaalbaar houden, maar het is daarnaast minstens zo belangrijk om te kijken naar wat we als maatschappij willen investeren in een gezonde samenleving met een optimaal economisch rendement. Als dat lukt, en als de Aletta Jacobs School de aanjager wordt van ‘coalitions of the doing’ initiatieven, dan zou het Nederlandse gezondheidszorgmodel wel eens een voorbeeldig exportproduct kunnen worden.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Aletta's leading role in the realisation of essential healthcare improvement and promotion of health
How can we respond to the healthcare challenges of the future? The trend of increasing healthcare costs is untenable, but at the same time, new technologies and innovations in healthcare are following each other in rapid succession. The positive relationship between health, productivity and quality of life, make it relevant to look at the way in which we can invest in healthcare, from a social as well as an economic perspective. What we are still lacking for this is a collective, widely-supported line and concrete scalable initiatives for achieving better and affordable healthcare. The realisation of health goals mostly requires a sense of urgency and the Aletta Jacobs School of Public Health could – as innovation platform – make the urgency for better care and health visible to serve as a starting point for a clear agenda with a high level of ambition.
Innovation should be aimed at concrete measures to promote health and prevent disease. The tricky thing here is that the (economic) interests of different health care parties can get in the way of this. To make concrete measures succeed, it is necessary for healthcare parties to collaborate in the interest of the individual or a population. This requires social innovation, which means that the parties can achieve a shared goal without immediately presenting their own interests. In addition, the financial incentives must be in line with the defined health and / or care objectives. Contract innovation is required for this. A good example of contract innovation is a successful experiment in the region of Nijkerk. As part of the Chronic Lung Diseases Action Campaign, a pilot was started with the main goal: a 25% reduction of the number of hospital admissions because of acute, asthma-related lung attacks. Beforehand, a serious obstacle was taken into account: the current financial stimulus aimed at production volume instead of healthcare results. For hospitals, care innovation means less occupied beds with COPD patients in this case, while the incentive of hospitals is to have the beds optimally filled. By arranging the funding in a different way, care parties joined forces to realize more and better care per invested Euro. It is, of course, important to know what the effects of the measures taken are on the healthcare objectives and costs, for which practice supporting data as a precondition for success is essential.
‘Maybe we are relying too much on our current healthcare system’
Maybe we are relying too much on the way in which we have organised healthcare in the Netherlands. The revenue models in healthcare are inspired by financial stimuli which are not completely in line with or even directly opposed to the ultimate goal: qualitative, accessible, affordable and sustainable healthcare. Because of the current incentives, we stick to the 'silo system'; care financed on the basis of production instead of result. In order to let go of this system, courage, decisiveness and leadership are required of all those involved, including from the pharmaceutical industry. We must not remain on our own little islands, but have the courage to look critically at the entire value chain: prevention, diagnosis, treatment and monitoring. Not to think in problems and obstacles, but to jointly have a concrete level of ambition where patients and populations are the focus. Then investments in health care and health, and thus quality of life, can be seen as an investment in society and economy instead of continuing to look at care as an endlessly increasing cost item.
Prevention is also an important theme. After all, prevention helps us prevent calamities. We must, however, be mindful of ‘prevention’ becoming a buzzword. From a political and social perspective it is easy to speak about prevention. There are more than enough projects and campaigns are started up on diverse themes – smoking, sugar or not enough exercise. Yet prevention does not become a hot issue until something has gone really wrong or threatens to go wrong. A good example of this is our Government Vaccination Programme. The decision to add new vaccinations to the programme depends on long-term evaluation courses. There is reluctance with regard to possible expansions of vaccinations, often for budgetary reasons. However, if there is an increase in an infectious disease - such as recently for the RS-virus - this often leads to a call for the immediate availability of a vaccine and discussions about the inclusion of vaccination in the National Vaccination Program. Even if, however, there is a crisis somewhere in the world, such as the outbreak of the Ebola virus in West Africa in 2014 or more recently the Zika virus, all registers open and the vaccine should have been there yesterday. In short, the urgency is only felt at the moment that there is an outbreak, while the essence of prevention is that you try to prevent something. A more balanced approach can be realized by testing the social interests against validated data and arriving at a more proactive agenda setting with regard to decision making, implementation and communication. In this respect, well-considered choices must be made. Such an approach requires a shift in thinking and collaboration between various private and public parties, as we now see more in the approach to the antimicrobial resistance problem. In this context, there is even a cross-sectoral collaboration.
'The Dutch healthcare model as innovative and exemplary export product’
Why I am putting myself up as an ambassador convincingly for the Aletta Jacobs School of Public Health is because I am convinced that it can become an independent, scientific platform that brings all parties together from two basic dimensions: i. the social dimension that affects every citizen: quality of life and healthy aging; and ii. an economic dimension: cost-effectiveness, affordability and the importance of a fit labor population.
It is exactly this combination of a scientific, social and economic angle that an institute such as the Aletta Jacobs School can contribute to an important extent in policy formation in the field of healthcare and health. After all: we all strive for a sustainable, accessible and affordable healthcare system. We need to look at how to keep health care affordable, but it is equally important to look at what we as a society want to invest in a healthy society with optimum economic returns. If that succeeds, and if the Aletta Jacobs School becomes the driving force behind 'coalitions of the doing' initiatives, the Dutch healthcare model could well become an exemplary export product.