Aletta’s reactie op het Preventie Akkoord
Datum: | 23 november 2018 |
De bijdrage van kennis en expertise uit onderzoek aan preventie
Met de presentatie van het Nationaal Preventie Akkoord wordt de omslag naar preventie breed gemaakt. In Noord-Nederland is na jarenlange inzet op Healthy Ageing een brede (wetenschappelijke) kennisbasis opgebouwd. De Aletta Jacobs School of Public Health (AJSPH), waarin Rijksuniversiteit Groningen, UMCG en Hanzehogeschool Groningen en maatschappelijke partners samenwerken, brengt de kennis op het gebied van preventie en public health samen en helpt deze sneller effectief in de praktijk te brengen. Want van goede adviezen alleen worden we niet gezonder.
Denken in termen van gezondheid
De omslag van zorg naar preventie leidt tot een andere manier van denken. Zorg is pas nodig als er wat aan de hand is. De zorg richt zich op ziekte. En heeft daarmee grote impact op een beperkte groep mensen. Preventie richt zich op gezond zijn en blijven. Daarmee heeft preventie betrekking op iedereen. Voor denken in termen van gezondheid en preventie zijn verschillende en andere kennisgebieden en sectoren nodig die met elkaar samen werken. Via de AJSPH vormt zich de kennisinfrastructuur om dat samenspel van kennisvelden en sectoren te bewerkstelligen. Daarbij zijn wetenschappers betrokken uit heel uiteenlopende gebieden: zoals medische-, sociale en bewegingswetenschap, rechten, marketing en consumentengedrag en economie.
“Om genezen te worden hoef je zelf geen dokter te zijn; om gezond te blijven moet je wel van preventie weten”
Regionale aanpak nodig
Noord-Nederland heeft een unieke positie door haar jarenlange inzet op Healthy Ageing. De (kennis)infrastructuur is aanwezig en gedurende de afgelopen jaren heeft de aandacht zich steeds meer verlegd naar ‘gezond opgroeien en ouder worden’. Het UMCG richt zich als academisch ziekenhuis als een van de eerste Nederlandse ziekenhuizen ook op preventie in zijn strategie.
Hoewel de primaire verantwoordelijkheid voor preventie bij de gemeenten ligt, biedt samenwerken op regionaal niveau grote (schaal)voordelen. Om beschikbare kennis efficiënt te kunnen inzetten in preventieprogramma’s én preventieboodschappen breed en over gemeentegrenzen heen te laten beklijven.
Effectiviteit
Effecten van preventieve maatregelen zijn vaak pas na lange tijd meetbaar. We weten daardoor nog weinig over de doelmatigheid van preventie. Leiden preventieve maatregelen daadwerkelijk tot meer gezonde jaren? En welke interventies werken het best? Om op de kortere termijn effectiviteit te kunnen meten, moeten kennisontwikkeling en evaluatie in nauwe relatie met elkaar staan. Daarbij is de hele kennisketen nodig – van zowel fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, bijvoorbeeld op het gebied van big data, als praktijkgericht onderzoek, gericht op de toepassing en evaluatie in de praktijk. In de AJSPH werken universiteit en hogescholen hieraan met maatschappelijke partners samen.
Via Lifelines en en andere databronnen verkrijgen we onder andere het inzicht waarmee we preventie-aanpakken kunnen toetsen, die ook in de rest van Nederland navolging kunnen vinden.
Kritiek
Het Preventie Akkoord richt zich in belangrijke mate op de grote 3 veroorzakers van ziekte: overgewicht, overmatig alcoholgebruik en roken. Daarmee mist het akkoord de volle breedte, want slaap(tekort) en stress blijven achterwege als belangrijke beïnvloeders van (on)gezondheid. De AJSPH is van mening dat in een holistisch preventiebeleid ondermeer ook de gevolgen van stress moeten worden meegenomen. Vandaar dat AJSPH Work & Health als een van haar thema’s heeft benoemd.
Door de grote veroorzakers van ziekte centraal te stellen, gaat het Preventie Akkoord in feite over het voorkomen van erger. Het eerder verschenen WRR-rapport ‘Van verschil naar potentieel’ gaat een stap verder en zet gezondheidspotentieel voor iedereen centraal. Je zou mensen dan ook de middelen moeten geven zo gezond te zijn als ze willen.
“Preventie is een massamedia-, communicatieprobleem – hoe bereik je iedereen, met een op het specifieke individu afgestemde boodschap en aanpak?”
Jochen Mierau – Wetenschappelijk Directeur Aletta Jacobs School of Public Health, Associate Professor Health Economics, Rijksuniversiteit Groningen
Reacties van Aletta wetenschappers: |
Brigit Toebes – Coördinator thema Rechtvaardigheid, Hoogleraar Internationaal Gezondheidsrecht en directeur Global Health Law Research Centre, Faculteit Rechtsgeleerdheid, Rijksuniversiteit Groningen
“Het Preventie Akkoord reflecteert de beweging in de maatschappij naar meer aandacht voor preventie. Het is heel goed dat dit er nu is. Het kan op een aantal punten natuurlijk wel sterker”.
Dagblad van het Noorden:
https://www.dvhn.nl/extra/Hoe-ver-kan-de-overheid-gaan-om-ons-te-dwingen-tot-een-gezonde-leefstijl-23694833.html
Dagblad van het Noorden:
https://www.dvhn.nl/Meningen/Opinie/Opinie-Groningen-een-rookvrije-stad-23635352.html
https://www.rug.nl/aletta/to_explore/justice/justice_coordinators
Koert van Ittersum - Coördinator thema Bekwaamheid, Hoogleraar Marketing & Consumentenwelzijn, Faculteit Economie & Bedrijfskunde, Rijksuniversiteit Groningen
"Het preventieakkoord zet een aantal stappen die mensen beter in staat stellen om hun eigen verantwoordelijk te nemen voor een gezonde leefstijl en een gezond gewicht."
https://www.rug.nl/aletta/to_explore/capability/capability-coordinators
https://www.rug.nl/staff/k.van.ittersum/research/publications.html
Johan de Jong – lector Healthy Lifestyle, Sports and Physical Activity, Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap, Hanzehogeschool Groningen
“De focus in het Preventie Akkoord ligt nu (te) veel op het tegengaan van 'negatieve' gezondheid terwijl het stimuleren van 'positieve' gezondheid juist vele kansen biedt. Bewegen, sporten en het voorkomen van zitgedrag zijn daarbij van groot belang en kunnen een grote positieve impact hebben op gezondheid. Om op dit te realiseren is een systeembenadering* noodzakelijk waarbij diverse sectoren, onderzoek-overheid-onderwijs-private partners en de eindgebruikers intensief met elkaar samenwerken. Wanneer we deze weg inslaan bewegen we echt naar een positieve gezonde toekomst."
*(Rutter et al., 2017, WHO 2018)