Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit der Letteren
Header image Uit de collegebank geklapt

Hoe het Nederlands mijn leven redde

Datum:08 april 2025
Gerrian van Vaals, masterstudent LVHO
Gerrian van Vaals, masterstudent LVHO

Daar stond ik dan. Ik had mijn masterdiploma Educatieve Filosofie opgehaald bij de receptie van de Lerarenopleiding. Geen uitbundig feest, geen cadeau, geen foto bij de iconische trap in het Academiegebouw. Alleen ik, de werknemers van de receptie, en de existentiële crisis die ik vanaf dat moment zou ervaren.

Filosofie


Filosofie was mijn identiteit. Vanaf mijn vijftiende wist ik al dat ik later iets wilde doen met filosofie. Het werd al gauw duidelijk dat ik voor de klas wilde staan: mijn docent filosofie was ontzettend enthousiast, meeslepend en onwijs goed in zijn vak. Hij was dan ook de voornaamste reden om filosofie te gaan studeren, iets wat voor veel studenten filosofie het geval is. Hij heeft echt de passie voor het onderwijs bij mij aangewakkerd; ik wilde dolgraag mijn liefde voor filosofie delen. Wat is dan beter dan een klas vol gesprekspartners die je vak gekozen hebben?

Het was voor mij en iedereen in mijn omgeving evident dat ik filosofie zou studeren. Mijn vader zei nog, “Is Nederlands studeren niet handiger?” Daar gaf ik geen gehoor aan, nadat we samen de open dag van de studie hadden bijgewoond en een vertegenwoordiger in haar pleidooi een minuscule taalfout had gemaakt. Waarschijnlijk zocht ik toen gewoon een reden om geen Nederlands te studeren. Het is daarom extra ironisch dat ik over een paar maanden mijn eerstegraads bevoegdheid Nederlands zal behalen (mits alles goed gaat natuurlijk)!

Het mooie aan filosofie studeren is dat je veel teksten kan doorspitten en veelal kennis vergaart over allerlei onderwerpen. Ethische dilemma’s, (on)rechtvaardige samenlevingen, wetenschapsfilosofie, epistemologie. Echt alles komt aan bod. En dus ook taalfilosofie. Door Wittgenstein ontdekte ik dat ik taalfilosofie leuk vond. De liefde voor taal begon hier. Dat studenten Nederlands zich ook bezighielden met hoe je een taal leert, daar had ik op dat moment geen flauw benul van.

Na de bachelor filosofie te hebben afgerond, stroomde ik gelijk door naar de Educatieve Master van filosofie: een tweejarig traject waarin je de reguliere master filosofie volgt (praktisch nutteloos) en je een eerstegraads bevoegdheid haalt voor het schoolvak filosofie (extreem nuttig, maar in de praktijk weinig vraag naar). Eigenlijk was dit het moment dat ik de overstap naar de bachelor Nederlands had moeten maken om veel paniek  in de toekomst te voorkomen.

We zijn nu in 2020. Corona domineert Nederland en het onderwijs bezwijkt eronder. Op 14 maart 2020 gaat mijn stageschool op lockdown: alle fysieke lessen maken plaats voor online lessen die voor leerlingen nog het meest weg hebben van een podcast.  Eindresultaat? Zes maanden studievertraging.

De crisis

Ik haalde een diploma waar weinig werk in te vinden is en ik had tijd over. Wat ga je doen? Inderdaad, met tegenzin naar je bijbaan, want er moet wel geld in het laatje komen. In de tussentijd dacht ik na over welk diploma ik nog zou kunnen halen zodat ik niet carrière hoefde te maken bij de McDonald’s. Docent godsdienst en levensbeschouwing? Nee, want een voltijdbaan daarin vinden, is ook lastig. Geestelijk verzorger? Nee, want daar heb je vaak een rijbewijs voor nodig en vanwege mijn visuele beperking mag ik dat niet. Omscholen? Nee, dat kost veel te veel geld. En toen begon de paniek.

Nederlands

En toen kwam de RUG met een geschenk uit de hemel: een verkort programma om in te stromen tot de Master LVHO Nederlands. Haal je 120 ECT van de bachelor NTC en heb je al een willekeurige master? Dan zat je goed. Alsof het universum tegen mij zei: “Ik ben nog niet klaar met jou.” Als een speer berichtte ik de juiste mensen en voordat ik het wist, ging ik een driejarig traject aan om eerstegraads docent Nederlands te worden. En wat heb ik ongelooflijk genoten van de bachelorvakken. Mijn cijfers waren hoger dan bij filosofie. Mijn crisis smolt als sneeuw voor de zon. Niet langer keek ik met wanhoop naar Meesterbaan. In plaats van zes relevante vacatures per jaar, zag ik nu meer dan 60. Mijn filosofische ei kon ik goed kwijt bij de studie Nederlands. Letterkunde van de 18e eeuw? Voltaire, Rousseau, Foucault. Moderne letterkunde? Bint en Nietzsche. Taalverwerving? Geen Wittgenstein noch Fodor, maar wetenschappelijk onderzoek. Ik kan het iedereen met een eerstegraads bevoegdheid filosofie of andere achtergrond aanraden: word docent Nederlands.

Daar sta ik dan nu. Voor de klas met mijn pretbek, wetende dat ik mij geen zorgen meer hoef te maken over baangarantie. Als docent Nederlands kan ik ook prima mijn kennis van filosofie toepassen: krantenartikelen die leerlingen helpen met een oordeel vellen over de maatschappij, filosofische ideeën achterhalen bij literair proza en argumentatieleer om de scherpste betogen te schrijven, om zo maar wat voorbeelden op te noemen. Het lerarentekort is voor Nederland een zorg, voor mij was het een reddingsboei. Nederlands heeft als je het mij vraagt mijn leven gered.





Tags: Docentschap

Reacties

Reacties laden...
Deel dit Facebook LinkedIn