Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit der Letteren
Header image Uit de collegebank geklapt

Het proberende ik

Datum:11 februari 2025
Chrystel Venema, derdejaars bachelorstudent
Chrystel Venema, derdejaars bachelorstudent

Een voor een druppelen we de indrukwekkende zaal binnen, waar we elkaar voor het eerst ontmoeten. Binnenkort zullen we de werkcolleges van gastschrijver Marja Pruis volgen en zijn we uitgenodigd om een lezing bij te wonen over de (on)betrouwbaarheid van het ik. Als essayist en romanschrijver is ze thuis in verschillende genres, voornamelijk het persoonlijk essay. In een passage uit Boos Meisje beschrijft ze verschillende typen studentes in een schrijfworkshop. Ik vraag me meteen af wat voor schrijfstudent ik zal zijn. 

Tijdens de gastcolleges leren we alles over het persoonlijke essay: Marja Pruis geeft ons voorbeelden van bestaande essays en laat ons nadenken over eigen thema’s. Binnen de academische context zijn we gewend om zakelijke teksten te schrijven: vaak is er sprake van een inleiding, middenstuk en conclusie, onderbouwd met bronnen en citaten. Het persoonlijke essay bevat meer vrijheid, aldus Pruis. We leren daarom om onszelf centraal te zetten als ‘ik’ in een verhaal. Maar hoe breng je je eigen perspectief naar voren in een essay?

Wie is het ‘ik’? 

Ik moet je verdienen’, zegt Marja Pruis tijdens de eerste lezing. Je moet bepaalde ervaringen doorleven en iets over de wereld weten om te kunnen schrijven. Je bent niet meteen ‘iemand’, maar moet het ik verdienen door veel te schrijven. Het is belangrijk om veel te oefenen om zo je thema’s te ontdekken. Het essay biedt hiervoor veel vrijheid: je verhaal hoeft geen sluitende conclusie te hebben. 

Tegelijkertijd is schrijven een vorm van verraad, aangezien je bepaalde zaken mag verdraaien. Als ‘ik’ weet je zelf het beste hoe alles écht zit vanuit jouw ervaring. We krijgen daarom het advies om te schrijven vanuit iets ‘wat het ik weet’.

Maar wat weet ík? Tot nu toe heb ik vooral opstellen geschreven die vaak op waarheid berusten. Tegelijkertijd wil ik geen absoluut waarheidsbegrip nastreven. In eerdere cursussen zoals Creatief Schrijven heb ik enige ervaring opgedaan met fictie: ik schreef over kraaien, mussen en eenzaamheid. Tijdens het schrijven neem je altijd dingen van jezelf mee; mijn gedachten en gevoelens op een bepaald moment beïnvloeden mijn geschreven stukken. Waar ik eerder vooral vanuit mijn binnenwereld schreef, richt ik me nu meer naar buiten. 

Aan de hand van Vivian Gornick leert Marja Pruis ons om te beginnen met een situation en story: elk essay speelt zich af in een bepaalde situatie, op een bepaalde plek en bevat daarnaast een verhaal, het feitelijke gebrek of verlangen van het ik. In sommige essays is dit al meteen duidelijk, terwijl andere essays meer impliciet zijn. 

Om het ik te leren kennen moet je op zoek naar thema’s: veel schrijvers hebben een vertrouwd frame waarbinnen ze hun ideeën kunnen vormgeven. ‘Schrijf daarom vanuit persoonlijke fascinatie’, houdt Marja Pruis ons voor. Ik besluit om vanuit mijn recente ervaringen met het fenomeen ‘datingapp’ te schrijven: hoe werkt dit precies en is het mogelijk om een online connectie op te bouwen? 

Bij nader inzien

Omdat het essay een experimentele vorm is, is er veel ruimte om opnieuw te beginnen en je mening te herzien. In de colleges staat het thema ‘vergissing’ of ‘op het tweede gezicht’ daarom centraal: binnen dit thema hebben we de vrijheid om onze eigen ideeën uit te werken en van elkaar te leren. Elke week evolueren de essays tot een groter geheel. Iedereen krijgt de kans om werk voor te leggen, waarop we gezamenlijk feedback geven. Op deze manier brengen we het naar een hoger niveau. 

Tijdens en na de colleges schrijven we door, om op een essay van 1500 woorden te komen. Ik heb veel ideeën, maar moet ook kritisch blijven: soms sneuvelen de mooiste zinnen omdat ze niet direct iets aan mijn stuk toevoegen. Tegelijkertijd merk ik dat het essay voor mij een fijn genre is: in tegenstelling tot fictie, waarin mijn onbewuste gedachten vaak naar boven komen, heb ik binnen het essay de mogelijkheid om mijn gedachten zélf te leiden. De combinatie van verzinsels en werkelijkheid helpt me om het ik te presenteren, in de vorm van ‘zuiver onderzoek’. 

Tegelijkertijd is er een zekere onvoorspelbaarheid in het schrijverschap nodig: als een ware Reynaert kun je list, manipulatie en kleine slimmigheden inzetten om de aandacht van je publiek vast te houden of met verwachtingen te spelen. Als schrijver kun je hier zelfs genoegen in scheppen; je moet die vrijheid durven te pakken. Zo kun je aan de wereld laten zien dat jij er bent.  

Uiteindelijk is ons doel om in samenwerking met de University Press een essaybundel uit te geven, in navolging van Groningen door Dromersogen, een uitgave van studenten en Raoul de Jong, gastschrijver in 2023-2024. Alle essays worden binnenkort gebundeld door een kleine redactie van studenten, waarbij we samen meer over het redactieproces leren.

We streven naar een uitgave in het voorjaar van 2025, een gevarieerde bundel waarin alle ikken laten zien dat ze er zijn. 




Reacties

Reacties laden...
Deel dit Facebook LinkedIn