Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit der Letteren
Header image Uit de collegebank geklapt

De meest gebruikte literatuurgeschiedenis: Wikipedia?

Datum:17 januari 2024
Yvonne van Kollenburg, masterstudent Neerlandistiek
Yvonne van Kollenburg, masterstudent Neerlandistiek

Er bestaat denk ik een stereotiep beeld van wat een literatuurstudent heel de dag doet: warrige aantekeningen krabbelen in een notitieboekje, omringd door stapels romans, diep nadenkend over de betekenis van de kleur blauw in het oeuvre van een schrijver die al een jaar of vijftig geleden is overleden – of iets in die richting. Wat niet helemaal in dit beeld past: achter een laptop zitten en staren naar Excelsheets. Toch is dat laatste een betere beschrijving van mijn huidige scriptieproces, waarin ik onderzoek doe naar de Nederlandse literatuurgeschiedenis op Wikipedia. Want, waar het nog niet eens zo extreem lang geleden inderdaad het geval was dat iedere student die wilde weten wie Menno ter Braak precies was er een stapel boeken bij moest pakken, is dat nu niet meer het geval. En alhoewel de student Nederlands, ook anno 2023, over het algemeen nog erg gelukkig wordt van papieren boeken, is Wikipedia voor veel mensen de populairste manier om informatie over ongeveer alles op te zoeken – ook voor informatie gerelateerd aan de Nederlandse literatuurgeschiedenis.

Scriptie  

Het is natuurlijk de vraag of Wikipedia echt een literatuurgeschiedenis te noemen is. Toch is het wel degelijk een bron waar veel informatie over de Nederlandse literatuur te vinden is. Dan rijst de vraag: verschilt de informatie op deze Wikipediapagina’s van de informatie uit de officiële literatuurgeschiedenissen, zoals de serie Geschiedenis van de Nederlandse literatuur (GNL)? En dat is dus waar ik in mijn masterscriptie naar kijk, al is deze vraag natuurlijk te breed om binnen één scriptie te beantwoorden. Het onderwerp moest dus toegespitst worden, vandaar dat ik me richt op de auteurs die worden besproken. Worden in de beide bronnen dezelfde auteurs besproken, en worden dezelfde namen het uitvoerigst behandeld, of bestaan er binnen de verschillende contexten andere prioriteiten? Ik richt mij in mijn onderzoek specifiek op drie deelgebieden: het gender, de nationaliteit en het geboortejaar van de auteurs. 

Excelsheets en netwerktheorie

Met een close reading van ruim drieduizend Wikipedia-pagina’s en drie delen van de GNL ga je met deze vragen niet zo ver komen – vandaar de eerder genoemde Excelsheets. Om te beginnen was het nodig om alle auteurs te verzamelen die genoemd worden in de ‘officiële’ literatuurgeschiedenis. Aan die lijst kon vervolgens allerlei andere informatie toegevoegd worden, zoals de Wikipedia-pagina’s van deze auteurs (wanneer die bestonden). Gebaseerd daarop is weer een nieuw corpus te maken, waarin alle auteurs worden opgeslagen die genoemd worden op de Wikipedia-pagina’s van de auteurs genoemd in De geschiedenis van de Nederlandse literatuur. Al deze pagina’s lijken op het eerste gezicht misschien los van elkaar te staan, maar op de pagina’s van auteurs wordt vaak weer doorverwezen naar andere auteurs. Door deze verwijzingen op te slaan, kunnen er uiteindelijk netwerken gecreëerd worden. Hierin komen de auteurs die het vaakst genoemd worden en het vaakst aan andere auteurs gelinkt worden centraal staan, en zo kan een soort ‘canon volgens Wikipedia’ weergegeven worden.

Help?

Dit proces is momenteel nog in volle gang, maar wordt zeker niet door mij in mijn eentje uitgevoerd. Vorig jaar één vak ‘Programmeren voor de letterkunde’ volgen was interessant, maar die paar weken blijken, tot ieders verrassing, niet voldoende te zijn om complexe programma’s als deze te kunnen programmeren. Al het programmeerwerk wordt daarom gedaan door mijn scriptiebegeleider, Lucas van der Deijl (docent Oudere Letterkunde, die trouwens ook de hierboven genoemde vak geeft). Eerst vond ik dit een beetje een eng idee: het voelde alsof ik zelf niet eens snapte wat de methode van mijn eigen scriptie inhield en dat ik dus geen idee had wat er zou moeten gebeuren. Gelukkig bleken die zorgen niet nodig: het is juist erg leuk om nog allemaal echt nieuwe dingen te leren tijdens je masterscriptie, en juist doordat ik weet dat ik niet alles in mijn eentje kan (en hoef) uit te vogelen, is het makkelijker om vragen te stellen. De resultaten laten nog op zich wachten, maar tot nu toe vind ik mijn Excelsheets een erg goede toevoeging aan de stapels boeken. 





Reacties

Reacties laden...