Dubbelinterview Frans Sijtsma en Bart Volkers | Circulaire toekomst vraagt om samenwerking op een eerlijk speelveld
Bedrijven in Groningen en Drenthe hebben ‘waanzinnig veel’ energie om circulair te werken, maar ze kunnen het niet alleen. Samenwerking is essentieel, en staat daarom centraal tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van Circulair Groningen en Drenthe. Frans Sijtsma en Bart Volkers blikken als plenaire sprekers alvast vooruit op het evenement, dat op 28 januari plaatsvindt in het House of Connections.
Tekst: Jelle Posthuma
Vindt hier het programma van de Nieuwjaarsbijeenkomst
De nieuwjaarsbijeenkomst brengt professionals, onderzoekers, bedrijven, beleidsmakers en studenten samen voor een circulaire toekomst. Deze verbindende functie is cruciaal, weet Bart Volkers, directeur van Circulair Groningen en Drenthe. ‘We zijn een vereniging voor organisaties die circulaire stappen willen zetten. Een circulaire stap zetten kan niet alleen; bedrijven zijn afhankelijk van leveranciers en klanten. Daarom is samenwerking cruciaal.’
In gezamenlijkheid denken organisaties na over vragen als: wat is een circulair businessmodel, hoe spoor ik klanten aan tot duurzaam gedrag en hoe kunnen we jonge mensen bereiken? Daarnaast zorgt de samenwerking voor gemeenschapszin, weet Volkers. ‘We horen vaak dat bedrijven het prettig vinden om met gelijkgestemden te werken. Ze merken dat ze er niet alleen voor staan. Dat geeft energie.’
Waar staan we nu?
Circulair Groningen en Drenthe heeft als doel om in 2030 in Noord-Nederland 50 procent minder primaire grondstoffen te gebruiken. En in 2050 is het streven om 100 procent circulair te zijn. Deels is de regio op de goede weg, ziet Volkers. ‘Er wordt veel gerecycled; als Nederland doen we dat het beste van Europa. In Groningen doen we het in het bijzonder goed op het gebied van secundaire grondstoffen.’ Ook biobased materialen en refurbished producten winnen terrein.
Hoewel het de goede kant opgaat, staan Groningen en Drenthe nog aan het begin van de transitie. ‘Op een schaal van 0 tot 10 zijn we misschien bij een 3.’ Dat beaamt Frans Sijtsma, wetenschappelijk directeur van de Rudolf Agricola School for Sustainable Development. De School tekent mede voor de organisatie van de nieuwjaarsbijeenkomst. Er is 'waanzinnig veel' energie bij bedrijven om circulair te werken, zegt Sijtsma. ‘Maar uit eerdere projecten weten we dat alleen individueel doorzettingsvermogen niet genoeg is. Het gevaar is dat we onszelf doodlopen.’
Nieuw systeem
Volgens Sijtsma is er ook aan de systeemkant een verandering noodzakelijk. Klanten zullen bijvoorbeeld (tijdelijk) iets meer moeten betalen voor duurzame producten en diensten, en de overheid kan met regelgeving circulariteit stimuleren. Volkers wijst op een ‘level playing field’, oftewel een eerlijk speelveld. ‘In Nederland vallen plasticrecyclebedrijven en duurzame textielondernemers om, omdat nieuwe producten uit China veel goedkoper zijn. Deze producten zijn financieel misschien goedkoper, maar de milieukosten worden niet in de prijs meegenomen.’
Sijtsma benadrukt dat we ons consumptiepatroon in evenwicht moeten brengen met het draagvlak van het natuurlijk systeem. ‘Tegelijkertijd willen we binnen dit nieuwe systeem een goede boterham verdienen.’ Dat vraagt om een zoektocht naar circulaire businessmodellen. Hij noemt als voorbeeld het huren in plaats van kopen van producten en diensten. En er zijn nog meer kansen. ‘Bedrijven bieden bijvoorbeeld een onderhoudscontract bij hun product, zodat de levensduur wordt verlengd. Dat is heel wat anders dan bedrijven die een belang hebben bij een product dat snel stukgaat, zodat de consument meer moet kopen.’
Regionale samenwerking en trots
Volgens Volkers vraagt het om nieuwe verhalen. ‘Hoewel de kostprijs stijgt, gaan producten en diensten veel langer mee. Het sluit bovendien aan bij een gevoel van regionale trots. Je ziet bijvoorbeeld dat kerstpakketten tegenwoordig gevuld zijn met streekproducten.’ Maar ook diensten kunnen aansluiten bij een gevoel van regionale verbondenheid, zegt de directeur. ‘De onderhoudsmonteur uit de regio zorgt er bijvoorbeeld voor dat jouw wasmachine vele jaren langer meegaat.’
Het staat in schril contrast met de huidige productieketens, die vrijwel geheel mondiaal zijn ingericht. Sijtsma: ‘Het lijkt lastig om als Noord-Nederland te zeggen: wij gaan zelf stappen zetten naar een circulaire economie. Je zou kunnen zeggen: regel het nationaal of zelfs Europees. Maar we moeten ook op zoek naar onze eigen ‘circle of influence’. In Noord-Nederland ligt een hele goede organisatorische infrastructuur met een welwillende overheid en een uitgebreide lijst met bedrijven die circulair willen werken. We kunnen als Noord-Nederland juist wél het verschil maken. Wanneer onze bedrijven – die op verschillende terreinen wereldleider zijn – circulaire stappen zetten, heeft dat een groot effect.’
Voelsprieten uitzetten
Van essentieel belang is dat bedrijven en andere organisaties georkestreerd werken, benadrukt Sijtsma. Het gaat om de creatie van een ‘coalition of the willing’, een groep die dezelfde kant op wil en gaat. ‘Daarom is de nieuwjaarsbijeenkomst zo belangrijk. De verschillende partijen moeten elkaar ontmoeten, de voelsprieten uitzetten. Zonder deze gesprekken weet de overheid niet hoe ze bedrijven kunnen helpen circulaire stappen te zetten. Ook kunnen bedrijven niet aangeven wat er leeft en welke vragen ze hebben.’
Tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst in het House of Connections worden onderzoek, kennis en praktijkervaring samengebracht. ‘Bedrijven moeten kennisinstellingen voeden met vragen’, stelt Volkers. Sijtsma vult aan: ‘Het gaat om een combinatie van systematische kennis en structureel contact. We willen weten waar bedrijven tegenaanlopen, welke businessmodellen er zijn, wat overheden kunnen doen en welke gedragsveranderingen er bij de consument mogelijk zijn. Ook de vraag hoe we schaalvergroting kunnen bereiken, is cruciaal.’
Spontaan initiatief
Volgens Sijtsma is intensief overleg en samenwerking essentieel om de ‘circulaire revolutie’ te laten slagen. Hij noemt als voorbeeld de combinatie tussen verschillende textielbedrijven in het Noorden, die tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van afgelopen jaar spontaan ontstond. ‘De bijeenkomst was er niet op ingericht. We kwamen erachter door samen het gesprek te voeren en vragen te stellen.’ Uit deze bijeenkomst volgde een inspirerend vervolggesprek bij de opening van de Textielhub Groningen, vult Volkers aan.
Tijdens de bijeenkomst kunnen deelnemers kiezen uit drie parallelle deelsessies; Gedragsverandering, Systeemverandering en Businessmodellen. ‘Ik hoop dat deze sessies ook concrete follow-ups opleveren, zoals bij de textielbedrijven vorig jaar’, vertelt Volkers. ‘We willen op basis van signalen die we van bedrijven krijgen verder bouwen en kijken waar de energie zit. Dat is een belangrijk doel van de nieuwjaarsbijeenkomst.’
Meer informatie over de bijeenkomst ‘Ketensamenwerking als sleutel voor een circulaire toekomst & nieuwjaarsborrel’ is te vinden op de website van de Rudolf Agricola School for Sustainable Development. Het programma wordt samengesteld in samenwerking met Vereniging Circulair Groningen, Rudolf Agricola School for Sustainable Development en Aletta Jacobs School of Public Health - samenwerkingsverband van de Rijksuniversiteit Groningen, UMCG, Hanze, NHL Stenden Hogeschool Kennis en Innovatie Agenda Circulaire Economie.
Laatst gewijzigd: | 08 januari 2025 11:15 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...