Grassroots versus Groene Economie: Waarom zakelijke oplossingen klimaatverandering niet zullen oplossen | Interview met dr. Ethemcan Turhan over zijn boek 'Urban Movements and Climate Change
De wereldwijde aanpak van klimaatverandering wordt grotendeels bepaald door op economische groei gerichte modellen. Daarin ligt de nadruk op innovatie door bedrijven. Volgens dr. Ethemcan Turhan bieden Grassroots -initiatieven een duurzamer en meer op de gemeenschap gericht alternatief. In het boek 'Urban Movements and Climate Change: Loss, Damage and Radical Adaptation' richten hij en zijn coauteurs de aandacht op stedelijke klimaatbewegingen.
'Een aanpak van klimaatverandering die afhankelijk is van economische groei is gedoemd te mislukken, omdat het systeem er niet noodzakelijkerwijs door wordt veranderd. Zo'n aanpak biedt slechts lapmiddelen voor een chronisch probleem,' vertelt dr. Ethemcan Turhan.
'Veel van de discussie over klimaatverandering is gericht op het idee van een groene economie en ziet van maatregelen tegen klimaatverandering als een kans voor economische groei. In dit boek gaan we daar tegenin en richten we ons op de rol van innovaties aan de basis, in tegenstelling tot bedrijfsinnovaties.'
Waarom een boek, terwijl wetenschappelijke artikelen belangrijker worden geacht?
Het voordeel van een boek is dat je een consistent betoog kunt opbouwen dat het hele debat omvat. Ons onderzoek is uitgevoerd door, met en voor grassroots-milieubewegingen. We willen echt het breedst mogelijke publiek bereiken met dit boek. Mensen die betrokken zijn bij stedelijke klimaatbewegingen, maar ook wetenschappers en praktijkmensen die bijvoorbeeld werken bij gemeenten, NGO’s, enzovoort. Daarom is ons boek open access en gratis beschikbaar op het internet voor iedereen.
Wat biedt het boek?
Het boek biedt allereerst een kader om te begrijpen wat we bedoelen met radicale adaptatie in stedelijke contexten. We verkennen de rol van burgers op de plekken waar ze wonen, werken en recreëren. We laten zien hoe mensen al problemen oplossen zonder te wachten op mondiale klimaatonderhandelingen of nationale beleidsmakers die een universele oplossing bieden.
Hun acties vinden hier en nu plaats, in alledaagse ruimtes — niet per se op spectaculaire locaties of in grote steden, maar juist in kleinere, minder zichtbare gemeenschappen waar veranderingen stilletjes plaatsvinden. We proberen te begrijpen hoe gewone mensen op gewone plaatsen de impact van klimaatverandering aanpakken. Zo bieden we een perspectief op wat verschillende mensen in verschillende delen van de wereld doen.
Kun je enkele voorbeelden uit het boek geven?
Het boek geeft veel voorbeelden. Napels in Zuid-Italië bijvoorbeeld, staat bekend om zijn afvalprobleem, illegale dumpingen van giftig afval door maffia-activiteiten, en bodemvervuiling door militaire faciliteiten van het Amerikaanse leger en NAVO-bases.
Toch staat Napels ook bekend om zeer sterke grassroots-bewegingen en stedelijke bewegingen. In ons boek richten we ons op het geval van het Fratelli De Filippo-park. Een verlaten park dat letterlijk werd vergeten door de gemeentelijke overheid. Burgers namen het over en veranderden het in een groene ruimte in de stad: beheerd door de gemeenschap voor de gemeenschap. Het park wordt nu gebruikt voor stedelijke landbouw en fungeert tegelijkertijd als een klimaatopvang om bewoners te beschermen tegen hittegolven. Napels ligt immers aan de Middellandse Zeekust en daarmee op een van de kwetsbaarste plekken voor klimaatverandering.
Een ander voorbeeld dat we geven, is de sociale opstand in Chili in 2019. Die ontstond door een prijsverhoging voor het openbaar vervoer in een steeds autogerichtere stedelijke ontwikkeling. Een stijging van de prijzen van het openbaar vervoer leidde tot een sociale opstand die zich als een lopend vuurtje verspreidde. Nu is er een nieuwe, linkse regering na de opstand die wel aandacht besteedt aan de problemen van deze gemeenschappen. Ik denk niet dat het toeval is dat Chili nu een minister van milieu heeft die klimaatspecialist is en auteur bij het IPCC, dr. Maisa Rojas Corradi.
Wereldwijd zijn er stedelijke bewegingen die oproepen tot rechtvaardige, eerlijke en duurzame reacties op klimaatverandering in steden. Deze bewegingen verplaatsen klimaatverandering van de rand van het politieke spectrum naar het centrum, en plaatsen die op de lokale, regionale en nationale beleidsagenda’s.
Een veelgehoorde kritiek is dat bedrijven verantwoordelijkheid afwentelen op individuele consumenten, maar dat het voor individuen juist moeilijk lijkt om dingen te veranderen.
We richten ons in het boek niet per se op individuele aanpassingen van je levensstijl. Je kunt natuurlijk letten op je ecologische voetafdruk en je consumptie verminderen. Dat zijn goede dingen, maar in structurele zin zullen ze geen grote verandering teweegbrengen. Aan de andere kant is het ook niet goed om de nadruk volledig te leggen op internationale onderhandelingen en natiestaten als instrument. Hetzelfde geldt voor benaderingen die zich uitsluitend richten op verandering via bedrijven met winstoogmerk.
In het boek stellen we dat er een verschuiving nodig is van de logica van zakelijke innovaties. Zakelijke innovaties draaien om auteursrechten, intellectueel eigendom en gespecialiseerde exclusieve kennis. Er zijn experts ‘die alles weten’. Het gaat allemaal om de markt, om geld; je krijgt je patent, en dan verkoop je dat en verdien je er een fortuin mee. Ze zijn universeel, althans in theorie, dus zakelijke innovaties zijn one-size-fits-all. Deze technologische oplossingen worden overal ter wereld verkocht, ongeacht de context.
Grassroots-innovaties en kennis zijn echter totaal anders. Ten eerste gaan ze niet over geheimhouding of winstbejag. Grassroots-innovatie draait om openheid. Om sociale innovatie te bevorderen moet kennis vrij beschikbaar zijn. Ten tweede moeten grassroots-innovaties interdisciplinair zijn, omdat ze uit niet-gespecialiseerde kennis voortkomen. Deze niet-gespecialiseerde kennis komt niet alleen van mensen die geïnteresseerd zijn in een onderwerp, zoals klimaatactie, maar ook van verschillende segmenten van de samenleving. Het komt van inheemse volkeren, van migranten die waardevolle kennis meebrengen uit de plekken waar ze vandaan komen. Het komt van ouderen die lang in een bepaalde omgeving hebben geleefd en de patronen van verandering kennen. Grassroots-innovatie gaat dus niet alleen om ingenieurs, planners en technische mensen met ‘wetenschappelijke’ kennis, maar om openstaan voor verschillende bronnen van kennis en wijsheid. Het draait niet om marktvriendelijkheid, maar om kosteloosheid, collectief welzijn en solidariteit.
Grassroots in Actie: Van Urban Movements tot Toentje. Een reactie van Jos Meijers
In het boek 'Urban Movements and Climate Change' brengt dr. Ethemcan Turhan tal van inspirerende voorbeelden van grassroots-initiatieven samen. Van Napels tot Santiago: burgers nemen het heft in eigen handen om duurzame oplossingen te vinden voor complexe maatschappelijke uitdagingen. Een van de voorbeelden uit het boek is het Fratelli De Filippo Park in Napels, waar inwoners een verwaarloosd park omvormden tot stedelijk groen dat niet alleen voedselproductie mogelijk maakt, maar ook dient als klimaatbestendige schuilplaats tijdens hittegolven.
Ook in Groningen vinden vergelijkbare bewegingen plaats. Neem Toentje, een sociale onderneming in de wijk Oosterpark. Toentje werkt aan voedselzekerheid en armoedebestrijding door duurzame, lokale voedselproductie. Met een stadstuin levert Toentje jaarlijks duizenden kilo's groenten en kruiden aan voedselbanken in het noorden. Naast het vergroenen van voedselketens, heeft Toentje een belangrijke sociale functie waar vrijwilligers en medewerkers samen werken aan een gemeenschappelijk doel.
Jos Meijers, oprichter van Toentje, ziet overeenkomsten met de initiatieven uit Turhans boek, maar benadrukt ook een belangrijk verschil: de samenwerking met de lokale overheid. ‘In tegenstelling tot Napels hebben we hier een sociale overheid die met ons meedenkt. Dat maakt een groot verschil,’ zegt Meijers. Deze samenwerking resulteert in een breed scala aan projecten, zoals het buurtrestaurant Bie de Buuf en Soep op de Stoep, een initiatief waarbij het sociale wijkteam met het aanbieden van een lokale gemaakt soep, informele zorgvragen ophaalt bij bewoners. En er zijn kooklessen voor kinderen uit de buurt. ‘Daarmee krijgen ze tenminste een warme maaltijd op een dag binnen.’
Meijers: ‘Armoede is van alle tijden, en kan je denk ik nooit helemaal uitroeien, maar wij proberen er zoveel mogelijk aan te doen om mensen te helpen. Er bestonden al voedselbanken, maar die hebben het steeds moeilijker om een gezond pakket samen te stellen, door hun afhankelijkheid van het restaanbod uit de voedselketen. Dat bracht me op het idee om zelf groenten te gaan verbouwen. Met onze stadstuin kunnen we nu zo’n 5000 kilo groenten per jaar produceren, genoeg om ongeveer 25 gezinnen te ondersteunen. Maar we werken ook samen met akkerbouwers uit de provincie, waarbij we nog eens 30.000 kilo per jaar kunnen leveren. Daarnaast verkopen we honing i.s.m. lokale imkers en verbouwen we hop voor lokaal stadsbier.’
Volgens Turhan zijn grassroots-initiatieven juist krachtig omdat ze contextueel en open source zijn. Toentje is daarvan een mooi voorbeeld: het model van tuinieren, koken en gemeenschapsvorming lijkt eenvoudig en kopieerbaar, maar de unieke kracht ligt in de lokale samenwerkingen en de betrokkenheid van een divers team vrijwilligers. Zoals Meijers het stelt: ‘Bij ons komt ook bezoek uit heel Europa om te kijken wat wij doen, en hoe we dat doen. Ook universitaire wetenschappers van de RUG en de WUR zijn betrokken. Onze kracht is de gemêleerde samenstelling van ons vrijwilligersteam, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, werkenden maar ook docenten, studenten noem maar op. Wij werken samen met de cadans van de natuur voor elkaar en dat maakt het tastbaar én waardevol.’
Verder lezen
Urban Movements and Climate Change. Loss, Damage and Radical Adaptation. Edited by Marco Armiero, Ethemcan Turhan and Salvatore Paolo De Rosa. Amsterdam University Press, 2023.
Laatst gewijzigd: | 17 december 2024 15:51 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...