Skip to ContentSkip to Navigation
Rudolf Agricola School for Sustainable Development
Bringing sustainability science forward
More

Toukomst idee

Het Groene Deltaplan: de Toukomst van Groningen is de toekomst van Nederland

Toukomst is een initiatief van Nationaal Programma Groningen samen met West 8 (ontwerpbureau voor stedenbouw en landschapsarchitectuur) en organisaties uit de provincie Groningen. Toukomst bouwt aan projecten voor de toekomst van Groningen. Voor de uitvoering van deze projecten is 100 miljoen euro beschikbaar. Toukomst wil de ideeën voor de toekomst van Groningers boven tafel krijgen. Deze ideeën gaan ze bundelen tot grote projecten. Tot 31 maart konden de ideeën worden ingestuurd via de website. Hieronder treft u het Toukomst idee van dr. Kees van Veen (op persoonlijke titel), Wetenschappelijk directeur bij Sustainable Society.


Het Groene Deltaplan: de Toukomst van Groningen is de toekomst van Nederland

De € 100 miljoen voor de Toukomst van Groningen is wellicht een schijntje vergeleken met wat er aan gasopbrengsten uit de grond is gehaald. Tegelijkertijd is het een groot bedrag dat nog een heldere bestemming moet krijgen. Het is startkapitaal waarmee we de regio een positieve stimulans geven door samen te werken aan een nieuwe stip op de horizon te zetten om gezamenlijk aan te werken. Omdat te realiseren zijn drie zaken van belang voor de besteding: (a) het moet de regio als geheel stimuleren en dus (in)direct alle Groningers mogelijkheden bieden, (b) het moet blijvende meerwaarde opleveren, ook na de investeringsperiode, bijvoorbeeld door andere investeringen aan te trekken en (c) het moet bestaande problemen oplossen, en geen nieuwe creëren. Het biedt de regio een unieke kans.

Dit realiseren vraagt om een ambitieuze Toukomstvisie. Een visie waar niemand omheen kan. Een plan dat deze kans met beide handen aangrijpt. Een kans die andere regio’s niet snel krijgen. Groningen als nationale en internationale gidsregio. Een regio waar huidige en toekomstige maatschappelijke problemen NU op de schop gaan, en niet voortdurend de tijdshorizon naar de toekomst doorschuiven.

Laat ik dit hieronder middels een paar vragen stapsgewijs uitwerken.

Welke globale problemen kunnen we lokaal aanpakken?

En wat nu? Laten we even een stap terugdoen. Sinds de jaren zeventig wordt al door de Club van Rome gewaarschuwd voor de grenzen aan de groei. Door de snel groeiende wereldbevolking worden natuurlijke hulpbronnen uitgeput. Meer recentelijk komt deze waarschuwing zeer dwingend terug in wetenschappelijk onderbouwde publicaties over de ‘planetary boundaries’ waarbij vooral klimaatverandering, verlies aan biodiversiteit, en de kwaliteit van het landgebruik in het oog springen[1]. Op een andere manier reflecteren de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties soortgelijke problemen.

Er is geen ontkomen aan: onze huidige productie en consumptiepatronen zijn niet langdurig houdbaar en vragen om (drastische) veranderingen. Het is onafwendbaar dat er een nieuw evenwicht moet komen, dat vroeger of later overal ter wereld vorm krijgt. Groningen heeft nu een unieke kans om hierin voorop te lopen. Dat gaat als volgt. We gebruiken de toegezegde gelden om de regio geleidelijk om te vormen tot een gebied met een hernieuwd voedselproductiesysteem. Groningen wordt de eerste regio ter wereld die op verantwoorde wijze experimenteert om haar eigen voedsel (weer) te produceren door gebruik van de nieuwste innovaties, gecombineerd met opnieuw ingerichte lokale voedsel-waardeketens. Het betekent de uitvoering van een Groen Deltaplan voor het voedsel met daarin ruimte en kapitaal voor (grootschalige) experimenten door lokale producenten en consumenten om zo nieuwe evenwichten te creëren. Groningen wordt een langetermijn-gidsgebied en model voor anderen via een moderne vorm van voedselautarkie met productiemethoden in een landschap dat geloofwaardig binnen de planetaire grenzen blijft. En zo wordt `de Toukomst van Groningen leidend voor de toekomst van Nederland’, voor Europa en wellicht zelfs voor de wereld.

Hoe kunnen we dit doen?

Een aantal uitgangspunten liggen voor de hand. Het Groene Deltaplan moet economisch levensvatbaar zijn op regio-niveau, de producten moeten van hoge kwaliteit zijn, het moet ecologisch in evenwicht zijn en het moet leiden tot dalende broeikasgassen. Om te beginnen:

(a) Voedsel wordt in de regio geproduceerd met inachtneming van de planetary boundaries. Feitelijk betekent dit dat bestaande agro-ecologische principes grootschalig en geïntegreerd in de praktijk worden gebracht, zowel op het niveau van de regio, als de producent, onder meer boerderij en kwekerij.

(b) Voedsel wordt lokaal verwerkt en geconsumeerd: er moeten voldoende hoeveelheden en voldoende variëteit worden geleverd. Het huidige aanbod van voedingsretailers, zoals supermarkten, markten en speciaalzaken, is het uitgangspunt.

(c) Naast heldere economische doelen wordt het hele project gekoppeld aan wetenschappelijke ambities. De toegezegde gelden bieden de mogelijkheid om, in nauwe samenwerking met lokale kennisinstellingen, vergaande en geïntegreerde innovaties te ontwikkelen voor de gehele waardeketen. Einddoel is om internationaal voorbeeld te zijn, en de innovaties nationaal, Europees en wereldwijd te verspreiden.

(d) Op basis van resultaten kan Groningen zich vervolgens profileren als de hotspot voor de voedselvoorziening van de toekomst. Een maatschappelijk ecosysteem dat zichzelf in stand houdt, en inspiratie biedt voor andere regio’s en landen en hun toekomstige generaties.

Waarom past dit bij Groningen?

De regio heeft een aantal kenmerken die goed aansluiten bij deze ontwikkeling:

  • Een nuchtere bevolking in een overzichtelijk gebied.
  • Hoogwaardig kenniscentrum: De regio heeft een sterke kennisstad met een brede klassieke universiteit van topniveau die nauw samenwerkt met andere kennisinstellingen (van ‘universiteit van het Noorden’ tot internationale netwerken).
  • Agrarische sector: Een grote en innovatieve agrarische sector die sterk verweven is met (Europese) subsidiesystemen. Deze raakt duidelijk de grenzen van de groei, en een nieuw plan is gewenst voor ALLE betrokkenen.
  • Innovatiekracht: Een sterke ICT sector, groene chemie en waterstof zijn reeds innovatieve speerpunten. Een vernieuwend model voor de voedselvoorziening van de toekomst zou hier uitstekend op aansluiten.
  • Relatief geïsoleerd: Door haar ligging is er geen grote stedelijke druk op het platteland te zien. Ook de mogelijke import van problemen (zoals stikstof, en andere chemicaliën) is door de geringe industrialisatiegraad laag, hetgeen grote voordelen biedt voor wetenschappelijke benaderingen.
Belangrijker nog, hoe helpt het de Groningers?
  • Krimpregio: Groningen is een relatief arme krimpregio. Dit voorstel versterkt de regionale economie aanzienlijk, en maakt het aantrekkelijk voor nieuwe innovatieve bedrijven en wetenschappers om zich nieuw te vestigen. Er tekenen zich een grote behoefte en noodzaak af om aan een positief toekomstverhaal bij te dragen. Dit is voor velen een kans.
  • Gebutst en gehavend door decennialange gaswinning: De regio heeft een oppepper nodig na de jarenlange, en nog steeds voortdurende, ellende. Nadat het Groninger gas Nederland grote voorspoed heeft gebracht, doet Groningen het gewoon nog een keer. In Groningen wordt de toekomst van Nederland vormgegeven.
  • Een succesvol agrarisch systeem in groeiende problemen. Op de klei waar streekgenoot Sicco Mansveld in zijn kinderjaren rondrende, ontwikkelde zich mede door zijn hand een monolithisch landbouwsysteem. Het huidige systeem leidt noodgedwongen tot een grote hypotheek op het ecosysteem, terwijl het met alle EU landbouwsubsidies op macro-economisch niveau niet rendabel is. Snel dreigende tekorten aan kunstmest, recente stikstofproblemen, dramatisch afnemende insectenpopulaties, Afrikaanse varkenspest, Q-koorts, vogelgriep, afnemende kwaliteit van de landbouwgronden en zelfs de huidige corona-uitbraak zijn voor een groot deel terug te voeren op de organisatie van de internationale en geïntegreerde voedselproductie (van boer, markt, supermarkt, multinationale conglomeraten tot uiteraard de consument). Groningen heeft de kans hier een grote stap te zetten en een voorbeeldfunctie te ontwikkelen.
Wat betekent dit Groene Deltaplan voor de Groningers?

Veel. Het betekent dat we de huidige regio opnieuw moeten inrichten (=werkgelegenheid). Om te beginnen moet het beslag van de agrarische sector op de grond worden verminderd en gediversifieerd. De toegezegde fondsen geven veel mogelijkheden. Boeren en kwekers die het plan ondersteunen, worden (financieel) gestimuleerd om samen met externe partijen nieuwe productiemethoden te ontwikkelen, of experimenten in gang te zetten. Dat kan betekenen dat ze - in samenspraak met anderen - nieuwe producten verbouwen op een andere schaal, nieuwe productietechnieken moeten implementeren, en wellicht een deel van hun land via een tweede ruilverkaveling verplaatst zien worden om ruimte te geven aan andere landschappelijke waarden. Boeren die dit niet zien zitten krijgen ruimhartig financiële mogelijkheden om zich elders opnieuw te vestigen (dichtbij hun nieuwe afzetmarkten om het lokale productie ook daar te stimuleren!). Vrijgekomen arealen bieden de mogelijkheid voor nieuwe ambitieuze en innovatieve boeren om te investeren. Naast het landbouwareaal zal de tuinbouw verder uitgebouwd moeten worden. Met nieuwe technieken kunnen bestaande panden en bedrijven worden omgebouwd tot moderne vormen van ‘urban farming’.

Dit betekent ook een unieke mogelijkheid om een deel van de grond (op welke manier dan ook) terug te geven worden aan de natuur om zo de ecologische waarden te herstellen (bijv. om de insectenstand weer op peil te krijgen). Dit kan bijvoorbeeld door nieuwe natuurgebieden in te richten. De aanplant van bossen kan een grote rol spelen, niet in de laatste plaats om de concentratie van broeikasgassen te verlagen en klimaatverandering tegen te gaan.

Tot slot zal er een nieuw productie- en distributiesysteem ontwikkeld moeten worden waarmee de producten bij de Groningse consumenten terecht komen. Aan de ene kant betekent dit een grote nieuwe vraag voor lokale ondernemers. Op weg naar moderne voedselautarkie kunnen binnen het Groene Deltaplan nieuwe initiatieven worden ontwikkeld door bestaande waardeketens lokaal om te vormen door nieuwe limieten te introduceren (bijv. geen boontjes in de winter uit Kenia, geen rozen meer uit Tanzania, geen wijn meer uit Argentinië, enzovoort, met een einde aan alle schade die wordt aangericht door dit type land- en tuinbouwproductie), gekoppeld aan een lokaal alternatief van dezelfde kwaliteit.

In dit Groene Deltaplan kunnen en moeten de kennisinstellingen een grote rol spelen. Het gehele project zal veel nieuwe vragen oproepen (agronomische, agriculturele, ecologische, economische, sociologische, enzovoort). Door het deltaplan in nauwe samenwerking met de universiteit te ontwikkelen, zijn experimenten niet enkel meer een bedrijfsrisico voor de ondernemers. Door het nauwgezet gezamenlijk ontwikkelen van experimenten, wordt een wetenschappelijke onderbouwing gecreëerd waardoor de opgebouwde kennis elders te wereld weer ter beschikking kan worden gesteld.

En hoe financieren we dit?

Het beschikbare bedrag van €100 miljoen is eindig. Is dit wel genoeg? Het antwoord is Nee en Ja. Nee, omdat er waarschijnlijk veel meer kapitaal nodig is om het te realiseren, zeker op langere termijn. Het plan is echter gebaseerd op het idee dat een ecologisch houdbaar en economische levensvatbaar regionaal systeem gaat ontstaan, dat financieel gezond is. Bedenk in dit verband dat de bijkomende kosten van het bestaande landbouwsysteem ook sterk zullen toenemen. Het is een kwestie van voorop gaan lopen en nu een positieve keuze maken. Linksom of rechtsom, deze stappen moeten de komende decennia worden gezet. Maar goed, de toekomstige noodzaak betaalt de huidige rekeningen niet.

Het antwoord is gelukkig ook Ja, mits de middelen slim worden ingezet. Dit vergt nog veel denkwerk, en creativiteit maar er zijn legio mogelijkheden. Bijvoorbeeld:

  • Gebruik het geld als startsubsidie of aanvulling op bestaande subsidies. Zo worden boeren momenteel door de overheid uitgekocht in het kader van de stikstofproblematiek. Met relatief weinig extra middelen kan het in Groningen nog aantrekkelijker worden gemaakt voor deze boeren.
  • De EU stuurt enorme bedragen aan landbouwsubsidies naar de regio, ook vaak met ecologische randvoorwaarden. Wellicht zijn er mogelijkheden om deze slimmer in te zetten. Zo kunnen we op de geboortegrond van Mansholt een nieuwe slag maken in de voedselvoorziening, in lijn met de ideeën die hij later in zijn leven ontwikkelde.
  • De EU kent regionale ontwikkelfondsen. Er zijn internationale voorbeelden waarin universiteiten deze fodsen inzetten om lokale bedrijvigheid systematisch te ontwikkelen (bijvoorbeeld Lüneburg in Duitsland). Het is eem prachtige kans om de universiteit van het Noorden vorm te geven.
  • Bossen en natuurgebieden aanleggen: grote kans dat Staatbosbeheer en Natuurmonumenten mee willen doen aan experimenten om grootschalig natuurherstel te financieren.
  • Bossen dragen ook bij aan de reductie van broeikasgassen. In dat kader zijn wellicht extra middelen te verkrijgen binnen of buiten Nederland (zie de Green Deal in EU verband).
  • CO-2 compensatie op vluchten: regionale grote organisaties als de RUG, de Hanzehogeschool, het UMCG, enzovoort, geven veel uit aan vliegreizen voor hun personeel. Deze organisaties kunnen hun CO-2 uitstoot systematisch compenseren, en dit bedrag via een lokaalfonds investeren in de regio. Gegeven de enorme afstanden die worden gevlogen, en de stijgende CO-2 prijs gaat dit vermoedelijk om € miljoenen per jaar, een voorlopige blijvende en nuttige bron van financiering.
  • Subsidies voor wetenschappelijk onderzoek: dit regiobrede experiment biedt de wetenschappers grote mogelijkheden om de nieuwe onderzoekssubsidies aan te vragen. De RUG kent een veelheid aan onderzoekers die reeds aan diverse aspecten werken.
  • Toerisme: ...... ?
  • Nieuwe gerelateerde opleidingen met een internationaal karakter binnen de RUG/Hanzehogeschool/et cetera.
  • ……………enzovoort………..??


De Rijksuniversiteit Groningen heeft de expertise in huis om een bijdrage te leveren aan het realiseren van dit Groene Deltaplan. Het plan is uiteraard een ruwe schets en moet verder worden uitgewerkt met betrokkenen in de regio als geheel. Opvallend hierbij is dat veel van de reeds ingediende plannen voor de Toukomst van Groningen passen binnen dit bredere concept. Mogelijkheden genoeg - dus aan de slag!

Meedenken over dit idee? Meld u aan en word op de hoogte gehouden via de nieuwsbrief van Toukomst.


[1] De Stockholm Resilience Center spreekt in dit verband van: “A boundary for human changes to land systems needs to reflect not just the absolute quantity of land, but also its function, quality and spatial distribution. Forests play a particularly important role in controlling the linked dynamics of land use and climate, and is the focus of the boundary for land system change.” (17-03-2020)

Laatst gewijzigd:16 mei 2024 11:32
Volg ons opyoutube twitter