Rookvrije cafés anno 2017, een feit of fictie? Sluimerend verzet tegen het rookverbod
Datum: | 27 februari 2017 |
Auteur: | Dr. Willem Bantema |
Wetgeving kan de praktijk veranderen, maar er zijn ook klassieke voorbeelden waarbij de papieren werkelijkheid niet overeenkomt met de situatie in de praktijk. Een klassiek voorbeeld is het rookverbod in de horeca, dat een roerige tijd kende sinds haar invoering in 2008. Er was veel media-aandacht voor boze caféhouders die zich niet aan het rookverbod hielden en er waren rechtszaken. Het verzet was in andere gevallen minder zichtbaar. Zo werden bloemvazen als asbakken gebruikt, waarschuwden horecaondernemers elkaar wanneer controleurs gesignaleerd werden, werden boetepotjes gehanteerd en werd er gerookt na middernacht. In het najaar van 2010 bleek de helft van de caféhouders het rookverbod te overtreden.
Hebben caféhouders hun strijdbijl begraven?
Op 10 februari 2017 kwamen de nieuwe nalevingscijfers uit. Daaruit bleek dat in ongeveer 90% van de cafés niet werd gerookt. Deze cijfers staan in schril contrast tot het eerder geschetste beeld. Hebben caféhouders anno 2017 hun strijdbijl begraven? Voordat die vraag kan worden beantwoord kijken we eerst naar de tussenperiode waarin roken in kleine cafés was toegestaan, de eerste uitzondering op het rookverbod.
Personeel werd ontslagen, ruimtes kleiner gemaakt
Tot 2015 was het, onder bepaalde voorwaarden, mogelijk om te roken in kleine cafés zonder personeel. Zo was niet toegestaan om personeel dienst te hebben en mocht de oppervlakte van het café niet groter zijn dan zeventig vierkante meter. In de praktijk bleken caféhouders moeite te doen om van de regeling gebruik te kunnen maken. Bijvoorbeeld door personeel te ontslaan, of door hun café op een onwettige wijze te verkleinen. De vage regels speelde de wens van caféhouders om onder het rookverbod vandaan te komen in de kaart. Deze uitzondering is inmiddels afgeschaft, maar de motivatie van caféhouders om onder het rookverbod vandaan te komen is dat niet.
Rookruimtes zijn hot!
Sinds het afschaffen van deze uitzondering lijkt een andere uitzondering, namelijk de rookruimtes, aan terrein te winnen. Roken is toegestaan in een afgezonderd en van de rest afgesloten horecadeel. Uit de recente cijfers van Intraval, een onafhankelijk bureau dat sociaalwetenschappelijk onderzoek verricht, blijkt dat het aantal rookruimtes in deze voormalige kleine uitzonderingscafés (N=2000) is toegenomen van 17% in 2015 tot 30% in 2016. Kleine cafés lijken massaal hun toevlucht te zoeken in rookruimtes. In de grotere cafés (N=8000) blijkt het aantal rookruimtes ook te zijn toegenomen van 16% in 2011 tot 40% in 2016. Rookruimtes zijn hot! Er zijn wel een aantal regels ingevoerd om te zorgen dat rookruimtes de doelen van rookverbod, namelijk het beschermen van medewerkers en klanten tegen de schadelijke gevolgen van meeroken, niet in de weg staan. Zo moeten rookruimtes afgesloten zijn, mag er niet worden bediend en mogen er tevens geen glazen worden opgehaald uit de rookruimte.
Ondanks verbod regelmatig bediening in de rookruimte
Uit onderzoek blijkt dat niet altijd aan die eisen wordt voldaan. Zo blijkt uit een net uitgekomen rapport van Intraval dat in 14% van de gevallen werkzaamheden worden verricht in de rookruimte. Ook blijkt dat grote cafés in 44% van de gevallen hun rookruimte niet hebben afgesloten en in kleine cafés, die eerst onder de eerdergenoemde uitzondering vielen, komt dit zelfs in 52% van de gevallen voor. Uit mijn onderzoek blijkt dat ongeveer een derde van de cafés aangaven dat zij hun rookruimte niet altijd afsluiten en dat er wordt bediend in de rookruimte.
Met name wanneer het gaat om het afhalen van glazen worden de handhavingsproblemen van rookruimtes pijnlijk blootgelegd. Meer dan twee derde van de caféhouders gaven aan glazen op te halen uit de rookruimte. In de interviews werd aangegeven dat men vreest dat het niet ophalen van glazen tot gevaarlijke situaties kan leiden. Ook werd aangegeven dat medewerkers vaak zelf roken in de rookruimte en dat zij bij het verlaten van de rookruimte net zo goed wat glazen van klanten kunnen meenemen. Soms is het ook onvermijdelijk dat medewerkers in de rookruimte komen. Een geïnterviewde caféhouder had een rookruimte in een magazijnkast had gemaakt die nog steeds gebruikt werd voor drankopslag. Daarnaast zijn roken en horeca sterk met elkaar vervlochten in de beleving van caféhouders. Medewerkers weten in hun ogen dat blootstelling aan rook bij hun werkzaamheden hoort.
Strijd tegen het rookverbod blijft, alleen de plaats is veranderd
Deze gegevens laten zien dat de strijd van caféhouders tegen het rookverbod niet gestreden is, maar alleen van plaats is veranderd. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van het café als geheel naar de reeds aanwezige of nieuw ingerichte rookruimtes. Door vage en moeilijk te controleren regels wordt de motivatie van caféhouders om bij te dragen aan de doelen van het rookverbod essentieel voor het succes van deze wetgeving.
‘Zachte’ wetgeving levert niet altijd win-win situaties op
Uit voorgaande wordt duidelijk dat caféhouders juist de zwakke schakel in dit verhaal zijn. De komende vijf jaar zullen na de rookruimtes achtereenvolgens schoolpleinen (2020) en roken op het terras inzet van politiek en maatschappelijk debat worden. Ook op deze plekken is het verleidelijk om als compromis uitzonderingen in te voeren. Echter, dergelijke ‘zachte’ wetgeving levert niet altijd een win-win situatie op voor de betrokken partijen of doelen voor wie of waarvoor wetgeving is ingevoerd.