Al is je verzet nog zo snel, de telemarketeer achterhaalt 'm wel
Datum: | 02 september 2021 |
Auteur: Mr. dr. Mathieu Paapst
Op 1 juli 2021 is de telecommunicatiewet aangepast en zijn er nieuwe regels voor telefonische verkoop. Maar of dit daadwerkelijk zal leiden tot minder telefoontjes, dat is nog maar zeer de vraag.
Een van deze twee situaties heb je vast wel eens meegemaakt: Je wordt gebeld door je eigen mobiele provider met een prachtig verlengingsaanbod, of je wordt gebeld door een telemarketingbureau dat je een aanbod wil doen op een krant die je net vier weken gratis hebt kunnen lezen. En uiteraard bellen ze altijd op een ongelukkig moment, tijdens het koken of wanneer je de kinderen op moet halen van school. Als je dit soort telefoontjes niet langer wilde krijgen, dan kon je je als particulier tot 1 juli jongstleden inschrijven in het Bel-me-niet Register, waarmee er een soort generieke opt-out op koude acquisitie werd aangeboden. Telemarketeers waren verplicht om de nummers op hun bellijsten vantevoren te controleren tegen de ruim 10 miljoen telefoonnummers in het register, en het bellen achterwege te laten indien een nummer aldaar was ingeschreven. Op 1 juli is de telecommunicatiewet echter gewijzigd. Van Opt-out is het een opt-in geworden: bedrijven moeten voortaan toestemming van je hebben gekregen voordat ze überhaupt mogen bellen. Hierop bestaat een uitzondering voor bedrijven waar je al klant bent: die mogen je sowieso bellen met een aanbod voor soortgelijke producten of diensten, en dat zelf tot drie jaar nadat de klantrelatie is beëindigd. Nieuw is dat niet, want dat mochten ze voorheen ook al doen, ongeacht dus of je in het Bel-me-niet Register stond.
Wat gaat er nu dus echt veranderen?
Het meest in het oog springend is de directe opheffing en verwijdering van het Bel-me-niet Register. Dat is voornamelijk gedaan om de verwarring met het 'recht van verzet' weg te nemen. Je mag op ieder moment tijdens het gesprek aangeven dat je niet langer gebeld wilt gaan worden. Je maakt dan richting dat specifieke bedrijf gebruik van je 'recht van verzet'. Dat recht bestond overigens al, maar daar werd vermoedelijk vanwege onbekendheid weinig gebruik van gemaakt.
Ook zonder het Bel-me-niet Register zal koude acquisitie onder particulieren een stuk minder moeten gaan worden. Je moet immers al klant zijn (geweest) of van tevoren al toestemming hebben gegeven voor het telefoontje. Bovendien moeten telemarketeers je actief in het gesprek gaan wijzen op je recht van verzet.
Ook mogen telemarketeers niet langer met een anoniem nummer bellen, en ze moeten je niet alleen op jouw verzoek kunnen vertellen op welke wijze ze jouw toestemming voor het telefoontje hebben verkregen, maar dat ook kunnen bewijzen. Dat laatste is eigenlijk bedoeld om het de ACM, de toezichthouder, iets makkelijker te maken, maar je kunt dit zelf ook bij het bedrijf opvragen door middel van een beroep op de Algemene Verordening Gegevensbescherming, de Europese privacywet. Jouw telefoonnummer is namelijk een persoonsgegeven en mag niet zomaar verwerkt worden door telemarketeers.
Losse eindjes
Klinkt allemaal goed, maar toch zijn er wel wat losse eindjes en weeffouten.
Om bijvoorbeeld gebruik te maken van je recht op verzet, moet je dit natuurlijk wel uitspreken. Dus wanneer je vroegtijdig zelf de verbinding verbreekt, of überhaupt niet gaat opnemen omdat je bijvoorbeeld het nummer niet herkent, dan blijft zo’n bedrijf je gewoon bellen. Het was mijns inziens logischer geweest om bij het wegdrukken van het gesprek uit die gedraging af te leiden dat het telefoontje niet gewenst is, en dat er dus sprake is van verzet.
En dat recht op verzet, dat is dus enkel geldig voor het bedrijf waarmee je het gesprek hebt. Dus indien je je verzet tegen een intermediair, dan mogen de adverteerders of merken die hij heeft aangeboden nog wel steeds zelf of via een andere intermediair proberen om je te bellen. Vooral in de energiesector wordt er veel gewerkt met dergelijke intermediairs. Je dient de adverteerder alsnog zelf te benaderen als je ook daar gebruik wilt maken van verzet.
Ook de uitzondering voor de klantrelatie lijkt niet goed uitgedacht te zijn. Drie jaar is een lange periode waarin je nog benaderd mag worden door leveranciers waarvan je misschien blij was dat je daar geen klant meer was. En ook blijft het onduidelijk wanneer er nu eigenlijk sprake is van een klantrelatie. Zo zou er op z’n minst sprake moeten zijn van een financiële transactie, maar er zijn desondanks bedrijven die bijvoorbeeld het aanmaken van een gratis account op hun website al beschouwen als het ontstaan van een klantrelatie.
Kortom: er zullen door het nieuwe opt-in systeem minder telefoontjes komen, maar wie dacht van de vervelende telefoontjes verlost te zijn komt waarschijnlijk bedrogen uit.
Mr. dr. Mathieu Paapst is universitair docent Internetrecht.