Zorgvuldigheid en efficiency in de asielketen
Mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld, kunnen in Nederland asiel aanvragen. De Vreemdelingenwet regelt de procedure van besluitvorming over asielaanvragen tegen de achtergrond van een Gemeenschappelijk Europees Asiel Systeem (GEAS).
Beslissingen over het recht op asiel dienen zorgvuldig te worden genomen. Dit houdt onder meer in dat procedures in de asielketen (het geheel van procedures van besluitvorming en geschilbeslechting over asiel, dus zowel die bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) als die bij de rechter) voldoen aan alle waarborgen die voortvloeien uit rechtsbeginselen en internationale verdragen.
Het functioneren van deze asielketen staat onder druk. Er zijn indicaties dat de wijze waarop beslissingen worden genomen en geschillen worden beslecht niet optimaal verloopt, getuige onder meer de overvolle aanmeldcentra, de grote achterstanden bij de IND en de hoge werklast bij rechtbanken en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Het is in het belang van alle partijen dat de asielketen efficiënt functioneert. Dat is het geval als asielzoekers snel weten waar zij aan toe zijn, als zij een eenmaal genomen beslissing of uitspraak aanvaarden én als de IND haar capaciteit zo efficiënt mogelijk verdeelt over de verschillende onderdelen van de keten.
Tussen de zorgvuldigheid en efficiency van asielprocedure bestaat een verband. Het is echter niet zonder meer duidelijk hoe dat verband precies ligt. Ze kunnen elkaar bijten (hoe zorgvuldiger, hoe langer de procedure duurt en dus hoe minder efficiënt die is) maar elkaar ook versterken (hoe zorgvuldiger, hoe groter de kans op aanvaarding en minder procedures van beroep en hoger beroep).
Het promotieproject is erop gericht meer te weten te komen over het verband tussen zorgvuldigheid en efficiency in de asielketen. Het onderzoek ter beantwoording van die vraag betreft een combinatie van klassiek juridisch-dogmatisch en empirisch onderzoek.
In het eerste deel van het onderzoek zal in kaart worden gebracht hoe de asielprocedure zich in de afgelopen 25 jaar heeft ontwikkeld in het licht van de aan die procedure te verbinden waarborgen. Er is in dit deel plaats voor een rechtsvergelijking, bijvoorbeeld met vergelijkbare procedures in het algemene bestuursrecht en/of met asielrechtelijke procedures in een of meer andere Europese landen.
Het tweede deel van het onderzoek richt zich op het handelen van de verschillende partijen in de asielketen (de asielzoekers, hun rechtshulpverleners en de IND). Hoe benutten zij de verschillende onderdelen van de procedure, welke keuzes maken zij daarin en in hoeverre zijn die bevorderlijk voor de zorgvuldigheid en/of de efficiency van het functioneren van de asielketen? Een onderwerp dat in dit deel van het onderzoek aan de orde kan komen, is het gebruik van de rechtsmiddelen van beroep en hoger beroep. Wat bepaalt de keuze om op te komen tegen besluiten op asielaanvragen en tegen uitspraken van de rechtbank en in hoeverre hangt die keuze samen met de ervaren rechtvaardigheid van de procedure en de uitkomst daarvan?
De exacte vraagstelling, opzet en methodologie worden in overleg met de beoogde (co)promotores nader geformuleerd. Het promotieonderzoek sluit aan bij het onderzoek van mr. dr. L.D. Ruigrok. Naar verwachting wordt het onderzoek mede begeleid door prof. mr. dr. A.T. Marseille. Het onderzoek start bij voorkeur in september 2025 en heeft een looptijd van vier jaar.
Laatst gewijzigd: | 06 maart 2025 17:07 |