PEN versus de (a)politiek
Datum: | 17 december 2024 |
Voor mijn master Neerlandistiek heb ik met mijn medestudenten het archief van Hans van de Waarsenburg ontsloten. Hoe je een archief ontsluit en wie Hans van de Waarsenburg was, heb je kunnen lezen in mijn vorige blog. Nu zal ik dieper ingaan op PEN Nederland, een afdeling van PEN International. Dit is een schrijversorganisatie die zich inzet voor de vrijheid van meningsuiting, wereldwijde samenwerking tussen schrijvers en literatuur als intercultureel bindmiddel. PEN staat voor Poets, Essayists and Novelists, maar intussen heeft de organisatie alle schrijvende beroepen omarmd. Door de ontsluiting van het archief stuitte ik op een aantal verklaringen van PEN over twee rechtszaken die te maken hadden met het literaire veld in ons taalgebied. Ik besloot onderzoek te doen naar de houding van PEN ten opzichte van deze rechtszaken.
Een goede zaak voor de literatuur
De eerste zaak die ik heb bestudeerd, is die van Graa Boomsma. In 1994 werd hij aangeklaagd door een oud-Indië veteraan. In zijn boek De laatste tyfoon (1992) beschrijft Boomsma het leven van een dienstplichtige soldaat, die naar Nederlands-Indië wordt gestuurd. De soldaat raakt betrokken bij allerlei gruwelijkheden. In een interview met Nieuwsblad van het Noorden zei Boomsma over deze soldaten: ‘Ze waren geen SS’ers, nee, ook al konden ze er door de dingen die ze deden er wel degelijk mee worden vergeleken’. De oud-Indië veteraan maakte hieruit op dat Boomsma het Nederlandse leger vergelijkbaar vond met de Waffen-SS van Hitler. De rechtbank in Groningen sprak Boomsma vrij, maar het Openbaar Ministerie ging in hoger beroep. In 1995 kwam de zaak voor het Hoger Gerechtshof in Leeuwarden, en vrijspraak volgde opnieuw.
In het archief vond ik een statement van PEN. PEN Nederland publiceerde een persbericht over het hoger beroep. Zij gaven hierin aan diep teleurgesteld te zijn in de staat, die de vrijheid van meningsuiting, zoals verklaard in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM), dient te waarborgen.
Na de vrijspraak van Boomsma stuurde Van de Waarsenburg hem een bericht:
Een goede zaak voor de literatuur. Hartelijk gefeliciteerd met je vrijspraak.
Namens het bestuur van PEN Nederland,
Hans van de Waarsenburg.
Brusselmans, Guggenheimer en PEN-adhesie
De tweede zaak die ik bekeek, is de zaak-Herman Brusselmans. Zijn werk Uitgeverij Guggenheimer (1999) is tijdelijk uit de handel gehaald, toen modeontwerpster Ann Demeulemeester hem aanklaagde. Demeulenmeester viel vooral over de uitspraak die personage Guggenheimer doet over haar ontwerpen: ‘SS-uniformen zijn nog mooier’. Brusselmans beriep zich in de zaak op het argument dat de uitspraken zijn gedaan door het ik-personage, niet door de schrijver zelf. Het hing samen met Brusselmans’ uitspraken in een uitzending van het VRT-journaal, waarin hij zei dat Guggenheimer weliswaar een fictief personage was, maar dat de dingen die het personage over Demeulenmeester zei, waar waren. Uiteindelijk werd Brusselmans veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding. Zijn boek mocht hierna wel weer gedrukt en verkocht worden.
PEN Nederland publiceerde een statement over de kwestie Brusselmans, zoals te lezen in een stuk uit het archief:
‘Het besluit van het Antwerpse Hof staat haaks op de principiële uitgangspunten van de Internationale PEN. De PEN verklaart zich “tegen maatregelen van censuur in vredestijd”. (…) Zaken die moreel verwerpelijk worden geacht, of maatschappelijk controversieel zijn, kunnen binnen het kader van een literair werk stilistisch worden uitvergroot of verhevigd. (...) Het bestuur van PEN-Centrum voor Nederland betreurt deze gang van zaken ten zeerste en kan zich voorstellen dat een principiële discussie over de vrijheid van meningsuiting, ook binnen het kader van een roman, wenselijk of noodzakelijk wordt geacht.’
Veel schrijvers steunden Brusselmans, maar niet iedereen. In het archief van Van de Waarsenburg zit ook een brief van een PEN-lid:
‘Als het waar is dat het PEN Centrum voor Nederland zijn adhesie heeft betuigd aan de verdediging van dit verwerpelijke boek, zou dat mij bijzonder teleurstellen. Daarom vraag ik u hierbij, dat u deze eventuele adhesie openlijk zult intrekken. (...) Indien door het PEN Centrum inderdaad adhesie is betuigd, en indien u niet bereid bent deze in te trekken, zeg ik bij deze mijn lidmaatschap van het PEN Centrum voor Nederland op. Ik zou het onverdraaglijk vinden lid te zijn van een vereniging die haar naam leent aan een dergelijk infaam boek.’
Het PEN-schisma
Het probleem met PEN is, dat zij absoluut een apolitieke organisatie willen zijn, die zich inzet voor vrijheid van pers. Hoe kan dat, als je je wel mengt in dit soort discussies? Door in de ‘echte wereld’ te treden, kan PEN als organisatie eigenlijk niet apolitiek zijn. Zeker door gebruik te maken van argumenten die gaan om politieke standpunten, begeeft de organisatie zich in een politiek veld. Het paradoxale van apolitiek willen zijn, is dat PEN hiermee alsnog politiek is: door geen standpunt in te nemen, neemt zij alsnog een standpunt in.