Van gluurbuur naar expert
Datum: | 19 november 2024 |
Aan het einde van de zomervakantie (lees: de dag voor mijn eerste college, je kent het wel) besloot ik eens te kijken wat ik eigenlijk ging doen dit blok. Huh, staat er bij het Onderzoekscollege Moderne Letterkunde iets over een archief? Wat gaan we daarmee doen? Het bleek het begin van een van de meest praktijkgerichte - en leukste - vakken die ik tot nu toe volgde in de jaren dat ik studeer.
Straks vinden we alleen bonnetjes
Dat archief, dat bleek van de inmiddels overleden dichter en literatuurcriticus Hans van de Waarsenburg te zijn. Het Literatuurmuseum heeft ons dit opgestuurd, met als doel de ontsluiting ervan. Voor ons een mooie kans om dit type onderzoek te leren, voor hen gratis arbeid. Van de Waarsenburg was jarenlang betrokken bij PEN Nederland. PEN (Poets, Essayists, Novelists) International is een literaire organisatie, met afdelingen in landen over de hele wereld. Van de Waarsenburg is voorzitter geweest van PEN Nederland van 1995-2000, maar hij was eerder betrokken bij de organisatie. Zijn persoonlijke archief heeft hij nagelaten aan het Literatuurmuseum. Veel schrijvers doen dit, voor het behoud van hun werk en om ervoor te zorgen dat de collectie van het museum aangevuld wordt. Daarnaast kan iedereen die letterkundig onderzoek wil doen, stukken opvragen uit het archief van het museum. We hadden geen idee wat we zouden aantreffen in dit archief, spannend! Ik grapte nog dat we misschien wel alleen menu’s van de afhaalchinees of bonnetjes van de Blokker zouden vinden…
Kerstkaarten en notulen
We hadden een eigen onderzoekszaaltje in de Universiteitsbibliotheek, op de afdeling Bijzondere Collecties. Bij binnenkomst zag ik twaalf verhuisdozen vol papier staan, oef. Gelukkig waren we precies met twaalf mensen, dus ieder kreeg een doos om te verkennen. Eerst hebben we gekeken wat er zoal in zat, en een grove inventarislijst gemaakt. We kwamen van alles tegen, van kerstkaarten tot bestuursnotulen. Er zat dus niet alleen materiaal over PEN in, zoals ik zelf had verwacht. Het is best gek om zo in iemands leven te kijken. Op basis van de brieven die we hebben gevonden, kunnen we je precies vertellen wie er vrienden waren met wie, wie er ziek zijn geweest in welk jaar, en meer van dit soort persoonlijke details. Ik heb me de eerste paar weken echt een gluurbuur gevoeld. En niet onbelangrijk: we hebben ontzettend veel geleerd over PEN en het literaire landschap in Nederland (en de wereld) in de periode 1985-2000. Na de voorlopige inventaris, was het tijd voor de volgende stap: hoe gaan we deze warboel aan papier ordenen en indelen?
De ontsluiting
We hebben veel nagedacht over wat de beste manier is om het archief te ordenen. Ga je alle brieven sorteren op jaartal, persoon, op categorie? Welke dingen hou je bij elkaar, welke trek je uit elkaar en breng je onder in verschillende dossiers? We leerden over verschillende manieren van archieven ontsluiten. Vroeger was het bijvoorbeeld gebruikelijk dat er correspondentie van en - aan gescheiden bleef. Ook archiveerden ze vroeger per velletje papier, in plaats van bijvoorbeeld een map met alle notulen van 2000. Uiteindelijk zijn we tot de, volgens ons, ideale oplossing gekomen: zoveel mogelijk chronologisch, een aantal verschillende hoofddossiers, maar correspondenties die bij elkaar horen, houden we bij elkaar. We hebben steeds in het achterhoofd gehouden: als ik zelf onderzoeker was en ik wilde iets weten over onderwerp x, wat zou ik daar dan allemaal in een keer bij willen krijgen? Hoeveel moet je opvragen bij het Literatuurmuseum om te krijgen wat je wilt weten? En toen begon het echte werk: het ontsluiten zelf!
Blauwe mappen, witte mappen…
Om een archief te ontsluiten, moet alles in een blauwe of witte, zuurvrije, papieren map komen, die weer in een zuurvrije archiefdoos wordt ondergebracht. We hebben alles verdeeld en zijn voortvarend aan de slag gegaan. Op de afdeling Bijzondere Collecties in de UB stond alles wat we nodig hadden. Er hebben heel wat uren in gezeten om alle mappen van informatie te voorzien. En dan heb ik het nog niet eens over hoeveel tijd het kost om alles te lezen, te kijken waar het bijhoort en het onder te brengen in het juiste dossier. Uiteindelijk is alles keurig opgeborgen in een map en een archiefdoos.
We hebben ons werk kunnen presenteren aan het Hoofd Collecties van het Literatuurmuseum, die er erg tevreden over was (en wij zelf trouwens ook). Ik heb naar aanleiding van vondsten uit het archief zelf ook een onderzoek gedaan naar de manier waarop PEN Nederland om is gegaan met twee belangrijke rechtszaken in de literaire wereld van de jaren ‘90 en ‘00, maar dat volgt in een tweede blog… Zie ik je dan weer?