Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Organisatie Bestuurlijke organisatie Medezeggenschap Universiteitsraad De Personeelsfractie
Header image PF Nieuws / PF News

Waarom ik tegen het Yantaiplan ben

Datum:22 februari 2018

Het Yantaiplan is tussen januari 2015 en januari 2018 bedacht door ons College van Bestuur en door Chinese partners om een branchcampus in de Chinese stad Yantai op te richten. Als een draak lag dit plan drie jaar lang op het Broerplein. Het slokte veel energie en geld op en duwde menige activiteit opzij. Wie over dit plan van ongewone omvang wil oordelen, zoals ik, oordeelt onvermijdelijk ook over het College van Bestuur. Voor de goede orde: ik heb China drie keer bezocht om er lezingen te geven. Ik volg de Chinese politiek, voor zover die de situatie van de historici betreft, sinds 4 juni 1989. Over het Yantaiplan heb ik tien keer het woord gevoerd in de Universiteitsraad, voor het eerst in april 2015. En sinds september 2016 ben ik een publiekelijke tegenstander van het plan.

Bij mijn balans is het enige richtsnoer de vraag: Was het Yantaiplan goed voor de RUG? Het Yantaiplan heeft naar mijn mening twee positieve gevolgen gehad. Allereerst heeft het onze universiteit uit haar dogmatische sluimer gewekt. Het heeft ons pregnant doen nadenken over een langetermijnstrategie, bijvoorbeeld over het opvangen van dalende studentenaantallen. Nooit zullen we nog naar de eerdere toestand van onschuld kunnen terugkeren. Het tweede positieve gevolg was dit: het plan voor een campus in Yantai heeft paradoxaal genoeg de realisatie van een campus in Friesland versneld. In de schaduw van het grotere Yantaiplan leek het kleinere Frieslandplan plotseling snel haalbaar en het is dan ook moeiteloos aangenomen. Het slechten van dogma’s en het opstarten van een campus dichtbij huis zijn grote voordelen. Maar het gaat wél om indirecte voordelen.

Anderzijds kleefden er drie nadelen aan het Yantaiplan, te beginnen met de academische vrijheid. Altijd al stond de academische vrijheid in China onder grote druk en die nam nog fors toe sinds het aantreden van president Xi. De media die laatst schreven dat dit nauwelijks een rol speelde bij de tegenstanders van het plan, zaten er naast: het was de basso continuo van de opera. In dezelfde maand dat onze universiteit het Yantaiplan opstartte, januari 2015, lanceerde het Chinese onderwijsministerie een grote campagne tegen westerse waarden op de universiteiten. De rechten van academici worden in China op grote schaal geschonden.

Yes, President Xi, if by any chance you can hear me, I tell you: you are violating the freedom of your academics. I warn you for the last time: please stop this. Sincerely, A. De Baets.

De controle van de Chinese overheid op Yantai, al dan niet via de veelbesproken partijsecretaris, kan enkel leiden tot zelfcensuur op de campus. Zelfs al kunnen docenten en studenten daar vaak vrijuit spreken, de lijst van taboes is lang: milieuvervuiling, geostrategie, religie, organenroof, Tiananmen, Tibet, Taiwan, Xinjiang… Groningse docenten die aan zelfcensuur doen in Yantai zijn geen voorbeelden van academische vrijheid. En zelfs al zou de campus geheel vrij zijn, dan nog is het relatief eenvoudig om kritische binnenlandse staf en studenten te intimideren buiten de campus of na de studie of de aanstelling, en om lastige buitenlanders een visum te ontzeggen. Het regime kan daarnaast zijn censuur exporteren. Want in Groningen zelf bestaat het gevaar dat taboeonderwerpen vermeden worden om de Yantaicampus niet te schaden. Het argument dat de campus stopgezet zou worden zodra de academische vrijheid geschonden werd, is zwak. Want wanneer is ooit de academische vrijheid voldoende geschonden om een miljoenenproject bruusk stop te zetten?

Het tweede nadeel was de planprocedure. Persoonlijk kon ik ermee leven dat die procedure rommelig verliep: er is immers geen vast recept voor een plan van dergelijke omvang. Maar het rekte ondertussen wél de belasting van menig
personeelslid tot barstens toe op. En erger: het spleet de universitaire gemeenschap. De Raad zelf werd een speelbal: het instemmingsrecht werd hem de ene keer toegeschoven, de andere keer opgelegd. En hij werd gedwongen om voortijdig te beslissen. Nooit werd afdoende aangetoond dat het plan substantieel draagvlak had. Als dat zo was, dan had het College de Raad aangeboden om met tweederdemeerderheid in te stemmen met het plan. Nu is het tegendeel gebleken: als vandaag over het plan werd gestemd, zou twee derden van de leden tegen zijn.

Het derde nadeel – de tunnelvisie van het College inzake de verwachte opbrengsten – was de achilleshiel van het plan. Hier volgen slechts enkele aspecten van die tunnelvisie. Eerst was er de mission creep: oorspronkelijk moest het plan de gevreesde terugloop van studentenaantallen opvangen, later verschoof het doel … ja, naar wat eigenlijk? En dan kwam de vaudeville van de business case die maar geen business case wilde worden. De methodologie ervan kraakte, met een ingebouwde onderschatting van risico’s en zonder duidelijke conclusie. Keer op keer werden alleen best-case scenario’s berekend, voor personele inzet, financiën, studentenaantallen, instroom van Chinese studenten in Groningen, promoties, nulaanstellingen, publicaties, compensatie voor uitgezonden staf, laboratoria, en voor de exitstrategie en de reputatie van de RUG. Voor details verwijs ik naar het subtiele rapport van de informele Yantaicommissie. Steeds duidelijker werd dat onze universiteit tussen het beheren van Yantai en het beheren van Groningen zou gaan lijken op de ezel van Buridanus: toen die moest kiezen tussen twee schelven hooi, crepeerde hij van de honger. En dan dringt zich de dodelijke vraag op waarom wij in hemelsnaam de gigantische omweg van een campus met 10.000 studenten op 8.500 km afstand zouden nemen voor een doel dat zo mistig is.

Ik concludeer. Gesterkt door formidabele prestaties zoals een mooie ranking, een Nobelprijs en een toename van onderzoekssubsidies, zat het College dronken van succes aan het stuur. Het droomde van wijn uit Yantai met een Groninger stempel appellation côntrolée. Dat leidde tot overschatting van de academische vrijheid, tot rammelende plannen en tot tunnelvisie, kortom tot overstretch en hubris. Was het Yantaiplan goed voor onze universiteit? Neen. Het was geen Grote Sprong Voorwaarts. De draak moet van het Broerplein weg. De vervolgvraag is of een mislukt plan van dergelijke envergure politieke gevolgen moet hebben voor College van Bestuur en Raad van Toezicht, en zo ja, welke en voor wie. Het komt mij niet toe die vraag te beantwoorden. Wel signaleer ik dat hierover zeer verschillend gedacht wordt. Mijn advies is: denk in netwerken, niet in campussen; niet in concentreren maar in spreiden van risico’s. Er zijn andere wegen om onze universiteit veilig door de eenentwintigste eeuw te loodsen, wegen waar onze voet vastere tred heeft, wegen waar ook de volgende Colleges van Bestuur die spoedig zullen aantreden “het noorden” niet verliezen. Dank u.

Reacties

Reacties laden...