Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen Democraten 66 (D66) Geschiedenis

D66 jaaroverzicht 2000

Uit: B. de Boer, P. Lucardie, I. Noomen en G. Voer­man, 'Kroniek 2000. Overzicht van de partijpolitieke gebeurte­nissen van het jaar 2000' in: G. Voerman (red.), Jaarboek 2000 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 2001), 141-210, aldaar 167-172.

Inleiding

De opiniepeilingen vertoonden voor D66 een somber beeld: in november stond de partij op acht zetels, zes minder dan zij in de Tweede Kamer bezette. In juni liet Thom de Graaf in een interview in het CDA-Magazine weten dat het D66 steeds meer moeite kost in de paarse coalitie herkenbaar te blijven voor de achterban: tussen PvdA en VVD in zou D66 electoraal sterk terugvallen. Een voortzetting van de coalitie in ‘Paars III’ noemde De Graaf dan ook geen vanzelfsprekendheid. Ook het ledental van D66 bleef teruglopen. Vanaf het moment in april dat partijleider De Graaf het functioneren van de monarchie ter discussie stelde tot november, kon D66 volgens partijvoorzitter Gerard Schouw echter zeshonderd nieuwe leden begroeten.

Van der Laan

Eind december 1999 had Lousewies van der Laan in een interview laten weten teleurgesteld te zijn in haar werk als Europarlementariër en met name het reizen tussen Brussel en Straatsburg erg vermoeiend te vinden (zie Jaaroverzicht 1999). Later ontkende zij dit te hebben gezegd. Begin januari 2000 herhaalde zij dat de journalist haar woorden niet goed had weergegeven. Desondanks zorgden de uitlatingen van Van der Laan binnen D66 voor beroering. Zo raadde Rogier van Boxtel, minister van Grote Stedenbeleid, zijn partijgenote aan een keer goed uit te slapen om vervolgens met frisse moed te beginnen. Van der Laan kwam in januari nogmaals in het nieuws toen zij interne stukken van het Europarlement op haar website zette. In november haalde zij de media met haar suggestie het Nederlandse gezantschap bij het Vaticaan op te heffen. Het standpunt van het Vaticaan ten aanzien van het gebruik van condooms om aids te voorkomen, was voor haar onverteerbaar. Ook paste een diplomatieke vertegenwoordiging bij de Heilige Stoel niet bij het beginsel van de scheiding van kerk en staat. Van der Laan legde dit voorstel aan het najaarscongres voor, dat het aannam.

Voorjaarscongres

Op het voorjaarscongres dat op 25 maart werd gehouden in Amersfoort pleitte partijleider De Graaf voor een belastingverlaging die meer huishoudens in staat moest stellen een computer aan te schaffen, teneinde het internetgebruik te bevorderen. Tevens maakte De Graaf duidelijk niet zonder meer uit te gaan van een toekomstige regeringssamenwerking met het CDA.

Het congres nam verder de voorstellen tot wijziging van de statuten en het huishoudelijk reglement aan, waar het najaarscongres van 1999 niet aan toe was gekomen (zie Jaaroverzicht 1999). Onder meer werd de aanduiding ‘hoofdbestuur’ vervangen door ‘landelijk bestuur’. Voor dit bestuur koos het congres Arjan Stoffels tot secretaris-organisatie.

Verder sprak het congres zich uit over de resolutie ‘Burger en bestuur’. De behandeling hiervan was eveneens begonnen op het najaarscongres van 1999. In de resolutie werden voorstellen gedaan om te komen tot een ‘participatieve democratie’, waarin de burger centraal diende te staan. Bekende D66-desiderata kwamen erin voor, zoals de invoering van het referendum en de afschaffing van de Eerste Kamer. Ter voorbereiding was op 30 januari in Utrecht een ‘politiek podium’ gewijd aan deze resolutie gehouden, waaraan partijvoorzitter Schouw en Christiaan de Vries, directeur van de Stichting Wetenschappelijk Bureau (SWB) medewerking hadden verleend.

Naam D66

De Graaf plaatste tijdens het voorjaarscongres een vraagteken bij het getal 66 in de naam van D66. Deze verwijzing naar de vorige eeuw paste volgens hem niet bij het eigentijdse imago van de partij. ‘Democraten van deze eeuw, dat zijn we’, aldus De Graaf (NRC Handelsblad, 27 maart 2000). Partijoprichter Hans van Mierlo had vrede met deze opmerking. Ook hij vond de aanduiding ‘Democraten’ van meer belang dan het jaartal.

Sociaal-liberalisme en de Uitgangspunten van de Democraten 66

Het voorjaarscongres stelde verder De Uitgangspunten van de Democraten 66 ongewijzigd vast. De opstelling van dit document vloeide voort uit het besluit van het partijcongres in november 1998 om D66 niet alleen democratisch, maar eveneens sociaal-liberaal te noemen (zie Jaaroverzicht 1998 en Jaaroverzicht1999). Volgens de Uitgangspunten streefde D66 naar een ‘democratische, duurzame en open samenleving, waarin individuele vrijheid even vanzelfsprekend is als social ecohesie’. De sociaal-liberale politiek diende tot uiting te komen in sociale randvoorwaarden, zoals hoogwaardig onderwijs, goede medische zorg en goed functionerende rechtsstaat. Ook werd in de Uitgangspunten het streven van D66 naar een ‘radicaal gedemocratiseerd openbaar bestuur’ vastgelegd.

In januari had D66 het project ‘Sociaal-Liberale Perspectieven’ gestart. Hierin werkten de Stichting Wetenschappelijk Bureau, de Tweede-Kamerfractie en de Programmacommissie samen. De bedoeling was tot medio 2001 een aantal publicaties uit te geven die een prikkelende sociaal-liberale visie zouden geven op diverse maatschappelijke terreinen. Op 18 mei verscheen als eerste Volksgezondheid in het perspectief van de burger, van de hand van de emeritus-hoogleraar gezondheidsrecht Henk Leenen. Hij stelde een verplichte basisver-zekering voor iedereen voor, waarvan de premie voor een deel inkomensafhankelijk moest zijn. Eind november publiceerde de SWB als tweede brochure in deze reeks Betrokken ondernemerschap. Over de betekenis van maatschappelijk verantwoord ondernemen, geschreven door Alexander Rinnooy Kan, Schouw en De Vries.

Monarchie

Begin april stelde partijleider De Graaf voor om de monarchie te moderniseren en de politieke macht van de koningin te beperken. Het ter sprake brengen van de positie van het staatshoofd leidde tot een golf van afwijzende reacties, vooral van VVD en CDA (zie hierboven onder ‘hoofdmomenten’). Ook de PvdA hield de boot af. Binnen D66 kreeg De Graaf bijval, onder meer van Jan Terlouw. De oud-partijleider zag evenwel ook de electorale risico’s. Boris van der Ham, voorzitter van de D66-jongerenorganisatie Jonge Democraten, was enthousiast. ‘Wij zijn hier heel blij mee’, zo meende hij. ‘Je moet als doorbraakpartij niet bang zijn heilige huisjes omver te schoppen’ (NRC Handelsblad, 13 april 2000). De discussie over de monarchie leidde zoals vermeld tot ledenwinst voor D66. Ook in de opiniepeilingen veerde de partij even op.

Het najaarscongres nam een motie aan waarin het verkrijgen van politieke macht door erfopvolging ongewenst werd verklaard. Een motie waarin de partij expliciet werd opgeroepen te streven naar een republiek, kreeg een negatief stemadvies van politiek leider De Graaf. Niettemin stemde een derde van de aanwezigen vóór, waaronder het Tweede Kamerlid Jan van Walsem en Europarlementariër Van der Laan.

Najaarscongres

Op het najaarscongres op 18 en 19 november in Noordwijkerhout stonden onderwijs en ontwikkelingssamenwerking centraal. Het congres benoemde Inge Kauer tot secretaris-politiek van het landelijk bestuur. Haar voorganger M. Dijkstra had om gezondheidsredenen zijn functie neergelegd. Partijleider De Graaf trok in zijn congresrede van leer tegen de PvdA. Deze coalitiepartner van D66 was volgens hem te lang aan de macht, waardoor er binnen die partij een lichte arrogantie viel te bespeuren. Gastspreker tijdens het congres was Charles Kennedy, leider van de Britse Liberal Democrats, die de politieke verwantschap met D66 voor het eerst openlijk uitsprak. Verder ging het congres akkoord met een wijziging van de statuten en het huishoudelijk reglement.

Partijfinanciën

Het najaarscongres boog zich eveneens over de begroting van D66. Als gevolg van de teruglopende contributie-inkomsten die samenhingen met de aanhoudende daling van het ledental (in de periode 1995-2000 was D66 een kwart van zijn leden kwijtgeraakt), diende de partij de tering naar de nering te zetten. De Democraten moesten in 2001 bijna een half miljoen gulden bezuinigen om de begroting (van 2,7 miljoen gulden) sluitend te krijgen.

Vanwege de weinig rooskleurige financiële positie van de partij, introduceerde het landelijk bestuur op het congres een regeling waarbij kamerleden en andere politieke vertegenwoordigers (zoals ministers en burgemeesters) werden verplicht 3% van hun inkomen af te dragen aan de partij. Het voorjaarscongres had hier in een motie om gevraagd. De partij kende een vrijwillige afdracht van 2%, maar in de praktijk kwam daarvan weinig terecht. Het najaarscongres ging met dit voorstel akkoord, ondanks verzet van Michel Jager, Commissaris van de Koningin in Flevoland. Hij meende dat deze verplichte regeling in strijd was met de ambtseed.

Om het financiële tekort verder te verminderen, werd eveneens voorgesteld het Opleidingscentrum op te heffen en de structuur van de Stichting Wetenschappelijk Bureau ingrijpend te wijzigen. De besturen van deze instellingen hadden in de zomer daarover overeenstemming bereikt met het landelijk bestuur. De organisatorische en bestuurlijke integratie zou tevens tot een efficiëntere werkwijze leiden, zo was de verwachting. De subsidies voor ‘Opleidingen’ en ‘Wetenschappelijk onderzoek’ werden op de begroting geoormerkt.

Een financiële meevaller bracht penningmeester Robert van Lente met zich mee: hij verdiende honderdtachtigduizend gulden met aandelen in ICT-fondsen. Het was het laatste wapenfeit van Van Lente als penningmeester: tijdens het congres trad hij af. Hij werd opgevolgd door Frans van Drimmelen.

Reorganisatie Wetenschappelijk Bureau

Zoals reeds vermeld werd in het kader van de bezuinigingen de Stichting Wetenschappelijk Bureau van D66 gereorganiseerd. Voortaan werd zij gekoppeld aan het landelijk bestuur. Om de zelfstandigheid van het onderzoek bij D66 te waarborgen, werd een speciale bestuurs-commissie in het leven geroepen. In de toekomst moest het onderzoek vooral verricht worden door werkgroepen van deskundigen.

Tweede Kamerverkiezingen 2002

Ter voorbereiding van de Tweede Kamerverkiezingen van 2002 stelde het najaarscongres opnieuw een Stemadviescommissie in. Deze onafhankelijke commissie moet een ordening aanbrengen in de groep van partijleden die zich kandidaat stellen voor deze verkiezingen. De leden van de Stemadviescommissie zouden door het volgende partij-congres in het voorjaar van 2001 worden aangewezen. Verder stelde het congres de profielen vast waaraan de lijsttrekker en de fractieleden moesten voldoen.

Verwante instellingen en publicaties

De SWB confereerde op 22 januari in Utrecht in samenwerking met het Internationaal Democratisch Initiatief (IDI) onder de titel ‘Humanitaire interventie, early warning, early response’ over humanitaire interventie en internationale verantwoordelijkheid. Tot de sprekers behoorde Rob van Wijk van Instituut Clingendael. Op 5 februari hield de SWB onder de titel ‘Het poldermodel past niet in het democratisch ideaal van D66’ een zogeheten ‘wetenschapsconferentie’ in Utrecht. Op deze bijeenkomst werd van gedachten gewisseld over een nieuw, eigentijds democratisch overlegmodel, naast het bestaande corporatistische poldermodel. De SWB-werkgroep Mensenrechten organiseerde op 8 april een conferentie over ‘Mensenrechten versus handelsbetrekkingen met China’, die zijn neerslag vond in een gelijknamige nota. Tevens publiceerde de SWB de discussienotities Een andere krijgsmacht? Modellen en consequenties (opgesteld door de SWB-werkgroep Defensie) en Ordenen van ruimte. Naar een nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening (geschreven door de SWB-werkgroep Ruimtelijke Ordening/Volkshuisvesting), en Markt en overheid: naar een open, vrije en stimulerende samenleving (van de SWB-werkgroep Algemene Economie).

Op 22 januari hield de Bestuurdersvereniging voor de eerste keer een dag op locatie rondom het thema ‘Stad en Land’. Deze ‘netwerk- en themadag’ werd gehouden in Utrecht. De algemene ledenvergadering van de vereniging had plaats op 25 maart. Op de agenda stonden onder meer reglementswijzigingen die voortvloeiden uit de nieuwe structuur, waartoe in 1999 was besloten (zie Jaaroverzicht 1998 en Jaaroverzicht 1999). Op 15 april organiseerde de Bestuurdersvereniging samen met de Tweede Kamerfractie een ‘Fractie-interactiedag’ voor D66-bestuurders.

Onder het motto ‘Stimulans 2000: een impuls voor je politieke ontwikkeling, zowel in jouw belang als in dat van D66’ werd door het Opleiingscentrum een intensief programma gestart waarin jonge D66-ers onder andere door het volgen van stages hun politieke vaardigheden konden verbeteren. De twintig deelnemers aan Stimulans waren in de herfst betrokken bij de organisatie van een drietal ‘politieke podia’, discussiebijeenkomsten over actuele thema’s als ruimtelijke ordening en stedelijke herinrichting. In samenwerking met de SWB en de Bestuurdersvereniging belegde het Opleidingscentrum op 1 april een bijeenkomst waar het rapport van de Staatscommissie-Elzinga werd besproken (zie hierboven onder de ‘hoofdmomenten’). Spreker was onder anderen Jan Vis, lid van de staatscommissie en lid van D66.

De Jonge Democraten (JD) congresseerden op 6 en 7 mei in Groningen. JD-voorzitter Boris van der Ham nam afscheid en werd opgevolgd door Jasper Hörnmann. Daarvoor was Edgar Zaagsma al benoemd tot nieuwe penningmeester. De JD startten in samenwerking met D66 een nieuw project: ‘Jonge Democraten, Nieuwe Democraten’. Een speciale digitale jongerenkrant zou de politieke discussie moeten stimuleren.

De D66-Tweede Kamerfractie publiceerde een aantal nota’s, waaronder Kiezen met zorg. Hierin werd een verplichte basisverzekering voor-gesteld. In Een nieuwe agenda. Een bewuste keuze deed de fractie suggesties voor het in de toekomst te voeren financieel beleid.

Personalia

Oud-staatssecretaris van Binnenlandse Zaken Jacob Kohnstamm werd eind maart benoemd tot voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie. Kohnstamm maakte zich vanaf 1981 sterk voor een wettelijke regeling van euthanasie.

Oud-minister Hans Wijers, inmiddels werkzaam bij The Boston Consulting Group, hield op 11 december in Amsterdam de Den Uyl-lezing. Wijers pleitte voor een toename van investeringen in de kennise-conomie, in het bijzonder via onderwijs, en leverde scherpe kritiek op het poldermodel dat de aanpassing aan de nieuwe economie volgens hem teveel zou vertragen.

Laatst gewijzigd:31 maart 2023 11:19