Interview met een promovendus: Lucas Haitsma
Datum: | 11 maart 2024 |
Auteurs: mr. Tim van Zuijlen en mr. Lucas Haitsma
Promovendus zijn, wat houdt dat eigenlijk in? Hoe pak je het aan? Wat is het grote verschil tussen studeren en promoveren? Promovendus Tim van Zuijlen ging hierover in gesprek met medepromovendus Lucas Haitsma.
Hoe wordt iemand promovendus? Hoe is dat bij jou gegaan?
Dat was voor mij wel een grappig traject, want ik dacht eigenlijk nooit dat ik dit zou gaan doen. De master ‘Recht en bestuur in de digitale samenleving’ en het schrijven van een scriptie daarvoor vond ik echt geweldig. Na de afronding daarvan had ik wel het gevoel dat ik toch nog meer vragen dan kennis had. Toen dacht ik: als ik zoveel vragen heb en ik vind het zo leuk om onderzoek te doen, is het niet een idee om te gaan promoveren? Ik ging informeren bij wat docenten en toen begon ik met mijn voorstel. Uiteindelijk heb ik met succes gesolliciteerd bij het Centrum voor Empirisch Juridisch Onderzoek. Daarvoor moet je een onderzoeksvoorstel indienen en op basis daarvan kom je dan op sollicitatiegesprek. Daarin wordt niet alleen je onderzoeksvoorstel besproken, maar wordt er ook gekeken naar je vaardigheden en hoe je bent.
Wat is volgens jou het grote verschil tussen studeren en promoveren?
Ik vind ze totaal niet op elkaar lijken. Bij het promoveren ben je veel meer bezig met het publiceren van je onderwerp en het leveren van een bijdrage aan de wetenschap. Daarnaast is er bij studeren sprake van een hele voorspelbare cyclus. Je hebt hoorcolleges, werkcolleges en tentamens. Als je goed je best doet, krijg je een cijfer dat je kunt verwachten. Bij promoveren is dat toch heel anders: je krijgt vaak kritiek en feedback op je stukken, er is geen voorspelbare waardering. Maar omdat je bezig bent met het uitwerken van je eigen ideeën, levert het wel veel voldoening op. Het voelt anders dan alleen studeren.
Je hebt er nu drie van de vier jaar op zitten. Daarop reflecterend: voelt het alsof je zeeën van tijd hebt, of voel je je gehaast?
Vier jaar voelt kort. Dat heeft er ook mee te maken dat ik het erg leuk vind, en dan vliegt de tijd. De eerste twee jaar gaan snel voorbij en de laatste twee jaar voelen als een soort countdown. Daarbij doe ik empirisch onderzoek in de vorm van interviews en daar zit veel tijd in. Dat zorgt ook voor wat tijdsdruk.
Toch doe je allerlei dingen naast je promotietraject. Zo werd je laatst op nationale televisie geïnterviewd over algoritmische discriminatie bij DUO. Hoe ging dat en wat voor gevolg had dat?
Ja, dat was mooi! Ik vond het spannend trouwens, want je komt wel op het nieuws. Eerst kwamen ze naar me toe met een rapport met de vraag of ik daar wat zaken uit kon verklaren, en ik zag mijn bevindingen echt terug in die casus. Op basis daarvan wilden ze me graag interviewen. Dat heeft ertoe geleid dat DUO mij vroeg om mee te denken over de evaluatie van dat hele systeem!
Overheden gebruiken toch al tijden algoritmes voor besluitvorming? Is algoritmische discriminatie een nieuw probleem, of een probleem dat zich lang onder de oppervlakte begaf en nu zichtbaarder is geworden?
Het is zeker geen nieuw probleem. Wat ik nu zie, is dat er veel aandacht en bewustwording is ontstaan door de recente gevallen van de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst en de algoritmische discriminatie bij DUO. Er wordt onderkend dat die risico's bestaan en er niet alleen zijn bij complexe systemen, maar ook bij simpele systemen waarin je afwegingen moet maken.
Heb je al wat bevindingen? Een tipje van de sluier?
Ja. Ik merk dat men heel vaak denkt dat algoritmes de oorzaak zijn van de discriminatie, maar het is een maatschappelijk probleem en niet per se alleen een data- en algoritmeprobleem. Vaak is het ook mijn advies aan organisaties om niet alleen te kijken naar het algoritme, maar ook naar het probleem dat speelt in de organisatie. Daarnaast moeten we, als we het hebben over algoritmische discriminatie, kijken naar hóe dat gebeurt. Sommige risico's liggen bij het algoritme, maar andere risico's liggen bijvoorbeeld bij de selectie van signalen, besluiten en de mogelijkheid die mensen hebben om een klacht in te dienen. In al die stadia gaan dingen fout, niet alleen bij algoritmen.
Je promoveert op artikelen. Wat waren voor jou de overwegingen tussen promoveren op een boek/monografie en op artikelen?
Ik begon met het idee van een boek, maar ik merkte vrij snel dat ik het soms lastig vond om concepten af te bakenen. Door mijn promotietraject op te delen in artikelen, ben ik gedwongen om compacter te schrijven. Daarnaast ben je iets beter zichtbaar voor andere mensen die op dat gebied werken. Bij een monografie kan het zo zijn dat je vier jaar een beetje stil bent - behalve tijdens presentaties op congressen - en op het einde met een boek komt. Met artikelen heb je eens in de zoveel tijd een moment waarop je iets nieuws kunt presenteren en zien mensen de resultaten van je werk sneller.
Tot slot: heb je tips voor iemand die overweegt te promoveren? Waar heb jij veel aan gehad?
Wat mij heeft enorm geholpen is time management. Je krijgt een aanstelling voor vier jaar en dan moet je onderzoek gaan doen en een project afgerond hebben. Dat kan intimiderend zijn. Wat me ook veel heeft geholpen, is de gedachtegang: ik wil dit waarschijnlijk in vier jaar afmaken, wat zijn de stappen om dat te kunnen doen? Ik denk dat je als promovendus goed analytisch moet kunnen denken en dat je geïnteresseerd moet zijn in jouw onderwerp en vakgebied. Je bent vier jaar bezig met een project: dat houd je niet vol als je onderwerp je niet volledig interesseert.