Niet langer roken op straat of in de auto?
Datum: | 30 september 2019 |
Auteur: prof. mr. dr. Brigit Toebes
In een multidisciplinair onderzoeksproject gefinancierd door het Longfonds gaat hoogleraar gezondheidsrecht Brigit Toebes met onderzoekers uit andere disciplines op zoek naar de aard en reikwijdte van rookvrije ruimtes; zones binnen en buiten waar niet gerookt mag worden. Hoe hebben landen elders ter wereld dergelijke zones geïmplementeerd, en wat kunnen we daarvan leren? Hoe ver willen we in Nederland gaan?
Interesse in dit onderwerp? Bezoek dan het seminar ‘Groningen rookvrije stad’ Op dinsdagmiddag 8 oktober 2019 vindt in Het Kasteel van 14.00-17.00 een seminar plaats over Groningen Rookvrije stad dat nauw samenhangt met bovengenoemd project. Een aantal sprekers (waaronder dr. Jasper Been van Erasmus MC en Michelle Bruijn van de Faculteit Rechtsgeleerdheid) praten over de reikwijdte van rookvrije ruimtes. Het seminar wordt afgesloten met een publieksdiscussie en een borrel. |
Achtergrond
In de 20e eeuw stierven zo’n 200 miljoen mensen aan de gevolgen van roken en meeroken, en de verwachting is dat het in de 21e eeuw om een miljard mensen zal gaan. Die mensen komen steeds vaker uit lage- en midden-inkomenslanden, waar tabakswetgeving vaak niet zo in ontwikkeling is als in onze westerse wereld.
In onze westerse wereld komt de regulering van tabak langzaam maar gestaag op gang. Dat is ook wel nodig, want alleen al in Nederland sterven jaarlijks nog steeds 20.000 mensen aan de gevolgen van roken en meeroken. Overheden staat een heel scala aan juridische maatregelen ter beschikking om het roken terug te dringen, maatregelen waarvan de effectiviteit overduidelijk bewezen is. Het meest effectieve middel is een prijsverhoging van tabak: het duurder maken van sigaretten leidt evident tot een afname van het roken.
Naast prijsverhogingen kunnen we denken aan het terugdringen van het aantal verkooppunten van tabak, gezondheidswaarschuwingen en zogenaamde neutrale verpakkingen, een verbod op marketing en tot slot rookverboden, dat wil zeggen het creëren van ruimtes binnen en buiten waar niet gerookt mag worden.
In Nederland mag je niet meer roken in openbare gebouwen, restaurants en cafés, en vanaf 2020 worden naar verwachting ook zones als schoolpleinen, speeltuinen en sportclubs rookvrij. Een positieve ontwikkeling bezien vanuit het perspectief van de volksgezondheid. Onderzoek rond zwangere vrouwen laat bijvoorbeeld zien dat er minder vroeggeboortes zijn sinds de invoering van ons huidige rookverbod. Maar hoe ver willen we hier in Nederland nu mee gaan en hoe kunnen we dat het beste implementeren?
Uniek multidisciplinair onderzoek gefinancierd door het Longfonds
In een uniek multidisciplinair onderzoek gefinancierd door het Longfonds gaan we vanuit verschillende disciplines kijken naar nieuwe rookvrije zones die verschillende landen aangenomen hebben. Het onderzoek voorziet in een samenwerking met een neonatoloog (Dr. Jasper Been van Erasmus MC en tevens hoofdaanvrager), een gedragswetenschapper (Prof. Martine Bouman van het Centrum Media & Gezondheid in Gouda/Erasmus) en mijzelf. In zekere zin is het project ook interdisciplinair te noemen, omdat het zoveel mogelijk gericht is op een geïntegreerde aanpak met als doel te komen tot gezamenlijke onderzoeksresultaten en publicaties.
Leren van andere landen met meer rookvrije plekken
In dit project willen we leren van andere landen waar al nieuwe plekken rookvrij zijn gemaakt, zoals in Engeland en Italië waar roken is verboden in de auto als er kinderen bij zijn, of in Kyoto in Japan, waar je in de binnenstad niet mag roken op straat. Vanuit medisch perspectief willen we onderzoeken hoe de invoering van rookvrije gebieden kinderen optimaal kan beschermen en gezond houden. Vanuit juridisch perspectief willen we kijken naar de aard van deze maatregelen. Ook – en dit is een gedragswetenschappelijke vraag - willen we weten hoe mensen in de samenleving denken over deze rookvrije plekken, en waarom dit ook in Nederland zou kunnen werken, of waarom juist niet.
Om hiernaar te kijken, zullen we alle onderzoeken die wereldwijd zijn gedaan en die ons helpen om deze vragen te beantwoorden, bij elkaar brengen. Hiermee krijgen we een heel goed overzicht van wat al er bekend is over wat wel of niet werkt en waarom. Vanuit juridisch perspectief willen we kijken hoe deze rookvrije zones gereguleerd, gehandhaafd en gesanctioneerd worden. Is strenge handhaving bijvoorbeeld nodig om het verbod effectief te laten zijn? We zullen interviews houden met mensen die betrokken zijn geweest bij het bedenken of uitvoeren van beleid om meer rookvrije plekken te krijgen. Van hen kunnen we leren tegen welke problemen ze aanliepen of wat juist goed werkte.
Voor de jurist ligt hier een specifieke taak om naar de rookvrije zones te kijken door de bril van mensenrechten. In een vorig project gefinancierd door de KWF-Kankerbestrijding hebben we onderzocht hoe de rechten van kinderen beschermd kunnen worden als het gaat om roken en meeroken. Maar voor een volledige mensenrechten-analyse moet je een stap verder gaan en de rechten van alle betrokken meewegen, waaronder die van de roker, zeker als het om rookvrije ruimtes gaat. Wat doen die rookverboden nou met het recht op zelfbeschikking, autonomie en bewegingsvrijheid van de roker?
Deze mensenrechten-analyse hangt samen met de vraag wat het draagvlak voor rookverboden in de Nederlandse samenleving. De gedragswetenschapper in de onderzoeksgroep zal daartoe in Nederland onderzoek doen naar hoe mensen praten over rookvrije plekken op sociale media. Dit helpt om beter te begrijpen wat mensen belangrijk vinden en waarom ze wel of juist niet meer rookvrije plekken zouden willen.
Tenslotte gaan we in detail kijken naar de invoering van de rookvrije zone rondom het Erasmus MC en in de stad Groningen. We gaan onderzoeken hoe beide steden proberen nieuwe rookvrije zones in te voeren en of de gekozen benaderingen werken.
Zo geven alle stukjes van het onderzoek samen veel informatie die gebruikt kan worden in heel Nederland. Welke rookvrije plekken helpen om kinderen te beschermen? En hoe kunnen die dan het beste worden ingevoerd en gehandhaafd?
Prof. Brigit Toebes
Hoogleraar gezondheidsrecht in internationaal perspectief