Energiegemeenschappen: een oplossing voor een eerlijke, rechtvaardige en inclusieve transitie naar elektrische auto’s?
Datum: | 24 oktober 2023 |
Auteur: mr. Klaas Damstra
Om de uitstoot van broeikasgassen in de mobiliteitssector te verminderen, kunnen consumenten in Nederland vanaf 2030 enkel nog nieuwe elektrische personenvoertuigen bij hun plaatselijke autodealer kopen.1 Met dit verbod op fossiele brandstofauto’s probeert de overheid het rijden op diesel en benzine te ontmoedigen en de transitie naar elektrisch rijden te stimuleren. Deze transitie leidt echter tot belangrijke maatschappelijke vraagstukken.
Consumenten, belangenorganisaties en opiniemakers onderstrepen steeds vaker het probleem omtrent de betaalbaarheid van een elektrische auto: wie kan nu eigenlijk deze overstap maken? Vanwege de kostbare batterij en het ontbreken van een markt voor tweedehands elektrische wagens ligt de prijs van een elektrische auto vaak fors hoger dan de prijs van de traditionele wagen met een verbrandingsmotor. Bovendien zijn het met name de hoge inkomensgroepen die subsidies en belastingvoordelen voor elektrische auto’s ontvangen.2 Hierdoor ervaren mensen met een kleine beurs meerdere barrières, terwijl welvarende individuen oververtegenwoordigd zijn in het persoonlijke bezit en gebruik van de elektrische auto.3 Aangezien rijden op fossiele brandstoffen duurder wordt, zullen lage inkomensgroepen die hun oude diesel- of benzineauto nodig hebben voor bijvoorbeeld hun werk zwaardere financiële lasten dragen. Gelet op het belang van een eerlijke, rechtvaardige en inclusieve transitie naar elektrisch auto’s, dient een oplossing gevonden te worden voor het probleem dat bepaalde groepen in de samenleving niet de overstap naar elektrisch rijden kunnen maken.
Een nieuwe rol voor burgerinitiatieven in de energietransitie
Een van de mogelijke oplossingen voor dit probleem waar ik onderzoek naar verricht, zijn burgerinitiatieven die zich bezighouden met collectieve actie in de energiesector. Hoewel deze burgerinitiatieven geen nieuw fenomeen zijn, heeft de verbetering en verspreiding van decentrale technieken en innovaties zoals zonnepanelen of elektrische voertuigen hun rol in de energietransitie enkel versterkt. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat deze burgerinitiatieven sinds enkele jaren in het Europees energierecht als energiegemeenschappen juridisch erkend worden. Volgens dit juridisch kader is de energiegemeenschap een juridische entiteit die gebaseerd is op open en vrijwillige deelname en een democratische governance-structuur waardoor de feitelijke zeggenschap binnen de energiegemeenschap ligt besloten bij burgers, kleine (en middelgrote) ondernemingen en lokale autoriteiten. Tevens verricht de energiegemeenschap een of meerdere activiteiten in de energiesector waarmee milieu-, economische of sociale gemeenschapsvoordelen worden gegenereerd ten gunste van haar leden, aandeelhouders of de lokale buurt waar zij opereert. In tegenstelling tot traditionele marktpartijen gericht op het maken van winst zoals elektriciteitsmaatschappijen dienen energiegemeenschappen vooral een maatschappelijke rol te vervullen.
Deze maatschappelijke rol van energiegemeenschappen impliceert ook dat energiegemeenschappen een belangrijk aandeel kunnen hebben in een eerlijke, rechtvaardige en inclusieve transitie naar een duurzamere wereld. De activiteiten die een energiegemeenschap kan verrichten zijn immers onuitputbaar zolang bepaalde gemeenschapsvoordelen worden gegenereerd. Zo kan de energiegemeenschap een zonneweide aanleggen waardoor de uitstoot van broeikasgassen wordt vermeden en de buurt voorzien kan worden van lokaal geproduceerde en goedkope hernieuwbare elektriciteit. Daarnaast heeft de energiegemeenschap het recht om elektriciteit te delen waardoor zelf opgewekte elektriciteit administratief toegewezen kan worden aan energiearme leden en buurtbewoners. De energiegemeenschap zou ook overtollige elektriciteit kunnen opslaan in batterijen om netcongestie te verminderen – een groot maatschappelijk probleem. En van batterijen is het maar een kleine stap naar de elektrische auto.
Maken energiegemeenschappen de elektrische auto toegankelijker voor lage inkomensgroepen?
Energiegemeenschappen in Nederland en de rest van Europa omarmen nieuwe activiteiten en technologieën, waaronder de elektrische auto. Het aantal energiegemeenschappen die mobiliteitsdiensten aanbieden, zoals het delen van elektrische voertuigen, stijgt gestaag de afgelopen jaren.4 Zodoende kunnen leden (en niet-leden) van de energiegemeenschap gezamenlijk een elektrische auto beheren en gebruiken, vaak door het gebruik van een app. Dit vermindert het aantal fossiele brandstofauto’s op de weg en de uitstoot van schadelijke klimaatemissies. Ook kan het autodelen ervoor zorgen dat mensen met een kleine beurs gebruik kunnen maken van elektrische auto’s zonder het doen van een kostbare investering. Dit betekent dat de energiegemeenschap elektrische auto’s toegankelijker kan maken voor mensen met een laag inkomen om zo naar hun werk te gaan of vrienden en familie te bezoeken en zodoende kan bijdragen aan een eerlijke, rechtvaardige en inclusieve transitie.
Het juridisch kader dient echter energiegemeenschappen voldoende te stimuleren om mensen met een laag inkomen te betrekken bij hun activiteiten zoals het autodelen. Uit empirisch onderzoek blijkt namelijk dat energiegemeenschappen niet divers zijn en voornamelijk bestaan uit de usual suspects, terwijl individuen met een laag inkomen (en andere minderheidsgroepen) vaak een barrière ervaren om deel te nemen aan een energiegemeenschap. Als we willen dat deze burgerinitiatieven daadwerkelijk een belangrijke maatschappelijk rol vervullen voor lage inkomensgroepen in de transitie naar elektrisch rijden, is het noodzakelijk dat het juridisch kader voor energiegemeenschappen deze maatschappelijk rol voldoende faciliteert. En dát is de kern van mijn onderzoek: het opstellen van een juridisch kader voor energiegemeenschappen gericht op een eerlijke, rechtvaardige en inclusieve transitie naar elektrisch rijden.
1Klimaatakkoord (28 juni 2019) https://www.klimaatakkoord.nl/documenten/publicaties/2019/06/28/klimaatakkoord, p. 52.
2Francesco Vona, ‘Managing the distributional effects of climate policies: a narrow path to a just transition’ (2023) 205 Ecological Economics, p. 4.
3Scott Hardman, Kelly Fleming, Eesha Khare en Mahmoud Ramadan, ‘A perspective on equity in the transition to electric vehicles’ (2021) MIT Science Policy Review, https://sciencepolicyreview.org/2021/08/equity-transition-electric-vehicles/; ANWB, Elektrisch Rijden Monitor 2022, https://www.anwb.nl/belangenbehartiging/duurzaam/elektrisch-rijden-monitor-2022, p. 15, 18-19.
4Aura Caramizaru en Andreas Uihlein, Energy communities: An overview of energy and social innovation (2022) https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/a2df89ea-545a-11ea-aece-01aa75ed71a1/language-en, p. 13 en HierOpgewekt, Lokale Energie Monitor 2021 (2022) https://www.hieropgewekt.nl/uploads/inline/Lokale%20Energie%20Monitor%202021_def_digitaal.pdf, p. 35-36.
5Hans Elzenga en Anne Marieke Schwencke, Energiecoöperaties: Handelingsperspectief en Interactie met Gemeenten. De Energieke Samenleving in Praktijk (2014) p. 29; Mariëlle Feenstra, Anouk Creusen, Maria Kottari en Felicia Tulder, Klimaatverandering & Gender: Aanbevelingen, Beleidsanalyse, Lexicon (2022) p. 64-65.