Zwarte Piet en het recht om te demonstreren
Datum: | 24 november 2016 |
Auteur: | Mr. dr. Berend Roorda |
De Sinterklaasintocht vormt zo langzamerhand een hoofdpijndossier voor lokale overheden. Dit kinderfeest (van oorsprong) verwordt meer en meer tot een gebeurtenis die vergelijkbaar is met een risicowedstrijd in het betaalde voetbal. De landelijke Sinterklaasintochten van 2014 en 2016 getuigen daarvan. Burgemeesters en officieren van justitie traden met behulp van politie onevenredig hard op tegen Zwarte Piet-demonstranten, hierbij het recht om te demonstreren niet de ruimte gevend die het rechtens toekomt. Ik zal uitleggen waarom.
Sinterklaasintocht 2014
Bij de landelijke Sinterklaasintocht van 2014 in Gouda wensen zowel voor- als tegenstanders van de figuur Zwarte Piet te demonstreren. Van de burgemeester mogen ze dat, maar niet op het Plein waar de Sint wordt ontvangen.
Als een groep anti-Zwarte Piet-demonstranten de gestelde beperking negeert, houdt de politie hen aan. Geweld wordt hierbij niet geschuwd. In het verzet van een van de demonstranten ziet het Openbaar Ministerie de strafbare feiten weerspannigheid en mishandeling van een ambtenaar in functie.
Demonstratierecht geschonden
De strafrechter oordeelt dat de demonstrant weliswaar strafbaar heeft gehandeld, maar dat hij geen straf krijgt omdat de aanhouding onrechtmatig was. Het enkele feit dat de demonstranten op de verkeerde plek betoogden, is gelet op de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens geen reden voor aanhouding, volgens de rechtbank.
Of een demonstratie beëindigd mag worden – de facto had de massale aanhouding dit tot gevolg – dient beoordeeld te worden aan de hand van de vraag of dit noodzakelijk is in het licht van de drie doelcriteria die de wet daarvoor biedt. Er dreigden echter geen wanordelijkheden, noch bestond er een gevaar voor de gezondheid of het ordelijk verloop van het verkeer. De bevoegdheid om de betoging te beëindigen was volgens de rechter dan ook niet aanwezig.
Sinterklaasintocht 2016
Om ongeregeldheden zoals in Gouda te voorkomen, vaardigt de burgemeester van Maassluis voorafgaand aan de landelijke Sinterklaasintocht een noodverordening uit. De politie kan een persoon die zich niet houdt aan de hierin verordonneerde gedragsaanwijzingen eenvoudig oppakken. De demonstranten krijgen plekken aangewezen langs de route van de Sinterklaasintocht waar ze mogen demonstreren.
Voor de demonstranten is dit reden om hun werkterrein te verleggen naar Rotterdam. Als de burgemeester van die gemeente hiervan lucht krijgt, vaardigt hij aan de vooravond van de intocht een demonstratieverbod uit voor het centrum van Rotterdam, althans voor zover een betoging verband houdt met de Sint. En ook hij vaardigt noodmaatregelen uit. De burgemeester zegt ernstig te vrezen voor ernstige wanordelijkheden, vooral ook nu er geen kennis is gegeven van de demonstratie en hij hierdoor minder goed in staat is om een en ander in goede banen te leiden. Ook zou hij over onvoldoende politiecapaciteit beschikken nu veel politie naar Maassluis zou afreizen.
Als de demonstranten de volgende dag daadwerkelijk in Rotterdam verschijnen om hun protest tegen Zwarte Piet te laten klinken, houdt de politie alle 200 demonstranten aan wegens overtreding van het noodbevel.
Demonstratierecht opnieuw geschonden
Het handelen van de Rotterdamse burgemeester is in strijd met de Wet openbare manifestaties. Die biedt niet de bevoegdheid om demonstraties naar inhoud te verbieden. De burgemeester dient vanwege het verbod van censuur ver weg te blijven van de inhoud.
De beëindiging van de demonstratie is al evenzeer een ontoelaatbare inbreuk op het grondwettelijke betogingsrecht. Indien er onvoldoende politie beschikbaar is, kan dat een bestuurlijke overmachtssituatie opleveren die een demonstratieverbod rechtvaardigt. Die situatie deed zich in Rotterdam evenwel niet voor. Er waren meer dan voldoende politieagenten op de been, zelfs zoveel dat zij alle 200 demonstranten individueel konden aanhouden.
Het niet-voldoen aan de voorafgaande kennisgevingplicht, noch het handelen in strijd met een verbod of opgelegde beperking, is een zelfstandige grond voor beëindiging van een demonstratie of aanhouding van demonstranten. Uit nationale en internationale rechtspraak alsook uit wet- en regelgeving volgt dat dit uitsluitend is toegestaan wanneer dit noodzakelijk is ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden dan wel in het licht van een van de andere doelcriteria: gezondheidsbelangen of verkeerschaos. Uit video-opnames blijkt dat veel demonstranten geen enkele aanleiding gaven tot ongeregeldheden van welke aard dan ook.
Zie voor een uitgebreidere analyse waarbij ook wordt ingegaan op de onrechtmatige inzet van noodbevel en noodverordening het artikel ‘Misbruik noodrecht en schending demonstratierecht bij Sinterklaasintochten’ op www.openbareorde.nl.