Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Rechtsgeleerdheid Career Services Law Beroepsmogelijkheden Beroepsmogelijkheden in Nederland

Adviseur Koninkrijkszaken – Nout van Woudenberg

Nout van Woudenberg
Nout van Woudenberg

Mijn naam is Nout van Woudenberg. Ik ben adviseur Koninkrijkszaken bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Wat heeft u gestudeerd?

Aan de RUG heb ik gekozen voor Nederlands recht, publiek recht en internationale aantekening.

Wat heeft u naast uw studie gedaan?

Naast mijn studie heb ik niet zoveel gedaan. Pas helemaal aan het eind van mijn studie kon ik mijn draai vinden vanwege de keuzevakken die ik kon volgen. Daarvoor was ik bezig om maar zo snel mogelijk door mijn studie heen te gaan, om er maar zo snel mogelijk klaar mee te zijn. Ik wilde oorspronkelijk de journalistiek in, maar omdat ik was uitgeloot voor de school voor journalistiek heb ik (mede op aanraden van mijn vader) ervoor gekozen om rechten te studeren, om zodoende een brede algemene basis te ontwikkelen.

"Vervul een of meerdere stages"

Wel heb ik tijdens mijn studie vrij veel gewerkt. Iedere zondag werkte ik bij een benzinepomp, waar ik in weer en wind zelf moest tanken, olie verversen, ramen schoonmaken, etc. Ook heb ik een tijd iedere dinsdag in een kledingzaak gewerkt. En op gezette tijden verdiende ik als model een extra zakcent.

O ja, ik heb ook nog met een aantal leeftijdsgenoten PéPé opgericht, de jongerenafdeling van COC Groningen. We kregen signalen dat voor middelbare scholieren en studenten het COC te hoogdrempelig en te activistisch was. Terwijl jongeren vooral een veilige plek zochten. Dat hebben wij vervolgens proberen te bieden binnen het COC.

Dat ging niet zonder slag of stoot, omdat we ook activiteiten organiseerden die niet op voorhand iets met homoseksualiteit te maken had (zoals een modeshow of een “open podium”) en het COC-bestuur dat niet binnen het eigen concept vond passen.

Pas na mijn studie ging ik allerlei dingen “ernaast” doen. Zo heb ik mijn VWO certificaat Spaans en Russisch gehaald, juist omdat je met talen zoveel kan in de praktijk.

In 2011 ben ik gepromoveerd op de universiteit van Amsterdam. Thema: State Immunity and Cultural Objects on Loan. Vraagpunt: zijn cultuurgoederen van vreemde staten die aan het buitenland worden uitgeleend voor een tijdelijke expositie immuun voor beslaglegging op grond van het internationaal gewoonterecht. Ik heb net iets meer dan 3 jaar over mijn promotieonderzoek gedaan, gewoon naast mijn werk.

Ook ben ik acht jaar lang (vice)Voorzitter geweest van het UNESCO Comité inzake Bescherming van Cultureel Erfgoed in Gewapend Conflict.

Op de terrein van internationale kunstuitlenen en bescherming van cultureel erfgoed in gewapend conflict heb ik daarnaast wel een adviesfunctie vervuld, altijd in samenspraak met mijn werkgever (het ministerie van Buitenlandse Zaken). Zo heb ik er mede voor gezorgd dat enkele jaren geleden die geweldige tentoonstelling van de Dode Zeerollen kon plaatsvinden in het Drents Museum in Assen.

Wat houdt uw huidige werk in?

Op dit moment, sinds najaar 2012, ben ik Adviseur Koninkrijkszaken bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Wat dat inhoudt vergt wel een kleine uitleg. Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit vier autonome Landen. Naast Nederland zijn dat Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Autonoom wil zeggen dat men heel veel zaken zelf kan doen. Het “Statuut voor het Koninkrijk” geeft echter ook aan welke zaken niet zelf door de autonome Landen gedaan kunnen worden, maar alleen door het overkoepelende Koninkrijk der Nederlanden. Buitenlandse Betrekkingen en Defensie zijn twee belangrijke terreinen die zgn. Koninkrijksaangelegenheden worden genoemd, en de autonome Landen binnen het Koninkrijk niet zelf kunnen vervullen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken is dan ook een zgn. Koninkrijksministerie (i.t.t. de vakdepartementen) en de Minister van Buitenlandse Zaken is er voor het hele Koninkrijk. Het is dan ook zijn taak om de specifieke belangen/interesses van Aruba, Curaçao en Sint Maarten (en Nederland natuurlijk) zo goed mogelijk in het bredere buitenlandbeleid van het Koninkrijk der Nederlanden te incorporeren. Ik ben daarbij de Adviseur van de Minister op dat terrein.

Welke competenties zijn het meest belangrijk in deze baan?

Belangrijke competenties: jurist met politieke antenne is wel een belangrijke combinatie. Daarnaast moet je een goede portie interculturele sensitiviteit en goed inlevingsvermogen hebben. De manier van denken en communiceren in Europa en de Cariben is nu eenmaal niet gelijk. Een goede pen bij de advisering kan ook geen kwaad.

Hoe bent u op die plek gekomen? Hoe ziet uw loopbaan er uit?

Eigenlijk is dat het resultaat van een “ongoing proces”. Begin 1992 kreeg ik een baan bij het ministerie van Justitie. In die functie had ik regulier overleg met het ministerie van Buitenlandse Zaken. Naar aanleiding daarvan werd mij medio 1993 gevraagd of ik de overstap naar BZ wilde maken, wat ik heb gedaan. Ik heb vervolgens vijf jaar lang onderzoek gedaan naar de mensenrechtensituatie in de republieken van de voormalige Sovjet Unie.

Na vijf jaar vond ik het wel tijd voor een nieuwe functie binnen BZ. Gelet op mijn studie ben ik toen terecht gekomen bij afdeling Internationaal Recht van de Directie Juridische Zaken. Dat heb ik 15 jaar lang gedaan. Ik deed daar vooral internationale verdragsonderhandelingen, bv. op het gebied van conventionele wapenbeheersing. Maar het waren ook de jaren dat ik mij intensief bezig hield met de internationale bescherming van cultureel erfgoed. En ik was het aanspreekpunt voor Aruba en de voormalige Nederlandse Antillen op het gebied van internationaal recht. Daardoor had ik al regelmatig contact met Oranjestad en Willemstad, en kende ik langzaam maar zeker de Caribische mores. Als er verdragen moesten worden gesloten met een specifiek belang voor Aruba en/of de (voormalige) Nederlandse Antillen, dan zat ik als jurist van BZ in de onderhandelingsdelegatie van het Koninkrijk der Nederlanden. Vervolgens ben ik medio 2012 gevraagd om te solliciteren op de functie van Adviseur Koninkrijkszaken, welke functie ik ook daadwerkelijk heb gekregen.

Belangrijk in mijn functie is om duidelijk te maken dat “Nederland” en “Koninkrijk der Nederlanden” niet hetzelfde is. Nederland maakt onderdeel uit van het Koninkrijk der Nederlanden, maar juist omdat ons Koninkrijk deels Europees deels Caribisch is, is ons Koninkrijk van zo'n toegevoegde waarde op het mondiale toneel. Wij vormen daar een baken van stabiliteit en neutraliteit, met Venezuela onder ons, en de Verenigde Staten boven ons.

Heeft u loopbaantips voor onze studenten?

Tijdens mijn studie was het volgen van een stage niet vanzelfsprekend. Ik heb ook zelf geen stage gelopen, omdat ik zo snel mogelijk mijn studie wilde afronden. In mijn vorige en in mijn huidige functie was/ben ik een van de stagebegeleiders. Ik raad iedere student aan om als het maar even kan een of meerdere stages te vervullen. Niet alleen helpt het je in te zien dan de studie en werkvloer in werkelijkheid niet altijd goed op elkaar aansluiten, ook helpt een stage je bij het opbouwen van een netwerk. Want was in mijn tijd een netwerk belangrijk, dat is nu alleen maar nog veel belangrijker geworden.

Daarnaast: sociale media valt tegenwoordig niet meer weg te denken. Vanuit BZ gebruiken de diverse Directies veelal facebook, en individuele medewerkers waaronder ikzelf ook twitter. Stages, tijdelijke vacatures, zowel op het departement als op ambassades, worden op die wijze bekend gesteld. Ik raad studenten aan om dat soort media zo nauwlettend mogelijk te volgen, want er komt een hoop interessants voorbij.

Laatst gewijzigd:16 oktober 2024 14:52