Onmiddellijke handhaving van de openbare orde of bestuursdwang? Het bevel en de last in historisch en rechtsvergelijkend perspectief
Promotie: mw. L.D. Ruigrok, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Proefschrift: Onmiddellijke handhaving van de openbare orde of bestuursdwang? Het bevel en de last in historisch en rechtsvergelijkend perspectief
Promotor(s): prof.mr. J.G. Brouwer, mr.dr. F.R. Vermeer
Faculteit: Rechtsgeleerdheid
Onmiddellijke handhaving openbare orde of bestuursdwang?
Promovenda Hati Ruigrok concludeert dat een beslissing op basis van een bevoegdheid ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde in de Gemeentewet vooraf op schrift dient te worden gesteld en aan de betrokkenen te worden uitgereikt, tenzij dwingende omstandigheden dit onmogelijk maken. Het stapelen van onmiddellijke ordehandhaving met bestuursdwang is niet nodig en in sommige gevallen zelfs onrechtmatig, aldus Ruigrok. Bij het afdwingen van de naleving van een onmiddellijk ordebesluit, zou de bestuursdwanggrondslag alleen uitkomst kunnen bieden doordat die de deur opent voor de inzet van de last onder dwangsom. Bij de inzet van de last onder dwangsom is immers geen sprake van een opeenstapeling van mogelijkheden tot fysiek handelen.
Ruigrok onderzocht de bevoegdheden van de burgemeester ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde (de artikelen 172 lid 2 en lid 3, artikel 174 lid 2 en artikel 175 van de Gemeentewet) en zijn bestuursdwangbevoegdheid. Bij beide typen handhaving is sprake van een bevel of een last die op fysieke wijze geëffectueerd wordt. Er is bij de inzet van bevoegdheden ter onmiddellijke ordehandhaving een juridiseringstrend te ontwaren; noodbevelen bijvoorbeeld afgekondigd vóór een voetbalwedstrijd, een demonstratie of een evenement worden bijna standaard op schrift gesteld. Net als bij de last onder bestuursdwang heeft het bevel zich daarmee ontwikkeld tot een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Burgemeesters proberen daarbij soms geforceerd te voldoen aan de eisen die horen bij een regulier Awb-besluit. Deze rechtsontwikkeling is opvallend als men kijkt naar artikel 5:23 Awb, een bepaling waarmee de wetgever daadkrachtig en snel optreden ter handhaving van de openbare orde wil verzekeren. Ruigrok heeft zich met haar onderzoek een gefundeerd oordeel gevormd over de reikwijdte van artikel 5:23 Awb en deze juridiseringstrend gezien de ingrijpende gevolgen hiervan. Ook heeft zij onderzocht wanneer het middel van bestuursdwang - en daarmee de last onder dwangsom - een alternatief kan zijn voor de inzet van een bevoegdheid ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde. Het recht heeft zich namelijk zodanig ontwikkeld dat ordeverstoringen inmiddels vrijwel altijd gepaard gaan met het overtreden van wettelijke voorschriften. In een toenemend aantal gevallen beschikt de burgemeester daarmee over een bestuursdwangbevoegdheid.
Hati Ruigrok (de Filipijnen, 1980) studeerde Nederlands recht en Functionaliteit van het Recht (research master) aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze verrichtte haar onderzoek aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid. Ruigrok werkt als universitair docent bij de sectie Algemene rechtswetenschap aan de RUG.
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 01:02 |
Meer nieuws
-
18 november 2024
Groter dan femicide alleen - de rol van gender in geweld
In de media en in de politiek is er steeds meer aandacht voor femicide. Zo is er een wetsvoorstel om psychisch geweld strafbaar te stellen. Martina Althoff, universitair hoofddocent Criminologie, juicht dat toe, maar is tegelijkertijd ook kritisch....
-
09 oktober 2024
Het afnemen van getuigenverklaringen in strafzaken automatiseren met behulp van AI
Kan het afnemen van getuigenverklaringen in strafzaken worden geautomatiseerd met behulp van kunstmatige intelligentie (AI)? De Rijksuniversiteit Groningen (RUG), Capgemini Nederland en Scotty AI hebben vandaag een letter of intent getekend om...
-
17 september 2024
Auto's zonder bestuurder: wie is er aansprakelijk als het misgaat?
Zelfrijdende auto’s worden de komende jaren mogelijk steeds meer onderdeel van het straatbeeld. Maar wie is er aansprakelijk als het fout gaat?