Het belang van taalkunde
Datum: | 10 januari 2024 |
Voordat ik begon aan deze studie, had ik nog helemaal geen weet van het belang van onderzoek naar onze taal of de verschillende vakgebieden. In het tweede jaar van de studie Nederlandse Taal en Cultuur volg ik als een van de onderdelen in het programma een onderzoeksatelier. Met een klein groepje andere studenten gaan we meehelpen bij het onderzoek van een docent en volgen we de stappen van onderzoek in een van de vier vakgebieden van de neerlandistiek: historische letterkunde, moderne letterkunde, taalbeheersing, of taalkunde. Het opzetten en uitvoeren van een echt academisch onderzoek leek mij ook eigenlijk wel een beetje spannend.
Mijn eerste atelier gaat over taalkunde. Maar wat is dat nu eigenlijk, en waarom vinden we onderzoek op dit gebied van belang? Taalkunde is een praktische bestudering van talen. Daarbij kun je bijvoorbeeld kijken naar de klanken, de opbouw, en de betekenis van taal. Zelf vind ik dit heel interessant, en de taalkundige vakken die we al hadden gehad, gingen me gelukkig goed af. Daarom was ik enthousiast om hiermee aan de slag te gaan.
Onderzoekers als ontdekkers
Daarnaast bespraken we tijdens onze bijeenkomst waarom onderzoek belangrijk is. Al snel kwam naar voren dat er oplossingen kunnen komen voor bepaalde taalproblemen, wanneer we weten waar de moeilijkheid zit. Bijvoorbeeld bij mensen die Nederlands als tweede taal leren, of Nederlandse kinderen die moeite hebben met leren. Zo kunnen dan schoolboeken of lesmethodes worden aangepast om het leren makkelijker te maken. Met taalkundig onderzoek kunnen we dit soort zaken beter begrijpen en hopelijk ook tegengaan. Ten slotte zei onze docent, Annemarie Van Dooren, dat zij vooral ook van mening was dat wij, als mensen, de mogelijkheid hebben om over onszelf te kunnen leren. Dus waarom zouden we dat niet doen?
Het voordeel van weinig achtergrondliteratuur
Tijdens ons onderzoeksatelier zouden we ons richten op kindertaalverwerving. Kinderen leren taal in stappen, en zeggen bepaalde woorden pas vanaf een bepaalde leeftijd. In het leerproces worden ook zeker nog fouten gemaakt. In ons atelier kijken we specifiek naar de directe en indirecte rede. Dit zijn verschillende manieren van iets vertellen dat eerder is gezegd. Ter voorbeeld: "Ze zei ‘ik ga een boek lezen.’” is in de directe rede. Het wordt direct herhaald. Maar “Ze zei dat ze een boek ging lezen.” is de indirecte rede. Kinderen blijken hier moeite mee te hebben, ze zeggen deze zinnen eigenlijk niet veel. Wanneer ze dat wel doen, is het vaker in de directe rede. Wij vroegen ons af waarom. Hiervoor gingen we eerst op zoek naar achtergrondliteratuur, waar er maar weinig van bleek te zijn. Mijn medestudenten en ik stootten steeds op dezelfde artikelen en studies. Tijdens de bijeenkomst was ik wat verrast om te horen dat dat juist goed is. Als er nog niet veel onderzoek naar is gedaan, kan er nog nieuwe informatie toegevoegd worden. En dat gaan we doen ook!
De handen uit de mouwen
Aan de hand van allerlei gegevens met uitingen van kinderen, in gesprek met ouders of onderzoekers, gaan we kijken naar wat kinderen eigenlijk dagelijks horen. Als kinderen nauwelijks die ‘moeilijke’ indirecte rede horen, waarom zouden ze het dan zelf gebruiken? Dat is een heel breed uitgangspunt. Met behulp van de artikelen over eerdere studies willen we zelf een preciezere onderzoeksvraag opstellen om hier meer over te weten te komen. We maken hiervoor gebruik van een bekende site: CHILDES, een website waar allemaal data van verschillende onderzoekers en hun studies is opgeslagen. Ik had al eerder van deze website gehoord tijdens colleges, maar ik had er nog niet zelf op gekeken. Nu gaan we er echt mee aan de slag. Websites en databanken zoals deze noemen we een corpus. Letterlijk betekent dit ‘lichaam’, het is een groot lichaam van allemaal kleine gegevens. Ik hoop dat we met een duidelijke onderzoeksvraag een duidelijk patroon kunnen vinden tussen al die kleine zinnen. Dan zijn we weer een stukje verder in de taalkunde.
Tot nu toe vind het een heel interessant onderzoek, en het is mooi om te zien dat taalkundig onderzoek de wetenschap steeds een stukje vooruit kan helpen. Op dit moment ben ik erg benieuwd wat er nog gaat komen en welke verschijnselen we gaan vinden!