Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit der Letteren
Header image Uit de collegebank geklapt

Dichter bij het eiland

Datum:08 oktober 2024
Chrystel Venema, tweedejaars bachelorstudent
Chrystel Venema, tweedejaars bachelorstudent

De boot brengt ons naar het eiland, waar het stille water het zonlicht weerspiegelt. Gewapend met verrekijkers ontdekken we de natuur onder leiding van onze gids Folkert, die ons over de geologische geschiedenis vertelt. Kwelders, aangroeiende stukken land, zijn bijvoorbeeld ontstaan door zand- en slibafzettingen. Dit kwetsbare gebied is een belangrijke broedplaats voor vogels.  

Verderop zoekt een scholekster naar voedsel, los van de groep. Dit is opmerkelijk, aangezien deze vogels van nature groepsdieren zijn. De scholekster lijkt zich in zijn geïsoleerde positie goed te vermaken. Alleen, maar niet eenzaam. Je zou er gedichten over kunnen schrijven.

In het dorp ontdek ik een kleine boekhandel, vol eilander gedichten en verhalen. Ik blader door een liedboek met teksten in een enigszins geheimzinnige taal. Hier wil ik meer van weten. Bij de VVV ligt een levensgroot woordenboek, waarin de belangrijkste woorden uit de Schiermonnikoger taal beschreven staan. De taal bestaat uit Friese, maar ook Nedersaksische en zelfs Noorse elementen. Ineens heb ik mijn onderzoeksonderwerp te pakken. 

Al wat wiê, wat wazze sil - Alles wat was, alles wat zal zijn

Om te begrijpen wat neerlandici op Schiermonnikoog doen, moeten we eerst terug naar Groningen. In het kader van een ‘onderzoeksatelier’ doe ik samen met een klein groepje studenten onderzoek naar de klimaatliteratuur in relatie tot de Wadden. Dit doen wij onder leiding van hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde Mathijs Sanders. Het gevoelslandschap als projectie van persoonlijke gevoelens en verlangens speelt hierbij een belangrijke rol; de meeste mensen zijn bekend met of hebben bepaalde associaties met het Waddengebied. 

Eilanden zijn niet alleen populair in de literatuur, maar brengen ook een nieuw perspectief voort. Literatuur gaat vaak over het bestuderen van de mens. Binnen de ecoliteratuur verschuift het menselijk perspectief naar de natuur, die een dieperliggende, ongrijpbare waarheid bevat. We leren vooral over de manier waarop de Wadden in de literatuur verbeeld worden en hoe een niet-menselijk perspectief deze waarneming kan beïnvloeden. 

Binnen het onderzoeksatelier is er veel ruimte voor eigen ideeën. Na mijn ontdekking van de Schiermonnikoger gedichten wil ik me concentreren op de eilandverbeelding en de taal zelf. Terwijl ik de taal verder probeer te begrijpen, springt een bepaalde naam steeds meer in het oog: Pita Grilk. Ze was een twintigste-eeuwse dichter die vaak over de Schiermonnikoogse natuur schreef. Het eiland treedt op als autonoom wezen, terwijl de mens slechts een toehoorder van de ongrijpbare natuur blijft. De personificatie is een oma, die een hemd voor een toekomstig kleinkind breit. 

Grilks gedichten zijn mystiek van aard; alles is in feurgelaat, een voor- of lotsbestemming met bovennatuurlijke wezens als boodschappers. Het feurgelaat, een belangrijk middel om de Schiermonnikoger toekomst te voorspellen, heeft een mythische betekenis. Veel zaken lijken voorbestemd te zijn in het organisme van het eiland. Dit valt te zien in verschillende natuurverschijnselen, zoals een avond waarop de volle maan zwak door de mist heen schijnt. Een vooraanduiding voor schimmen?

Ienmaal is ’t leste wez derseid - eenmaal is het laatste woord gezegd

Al snel begrijp ik dat ik niet alleen de specifieke taal van Pita Grilk, maar ook de taalkundige veranderingen mee moet nemen in het onderzoek om deze mysterieuze feurgelaten te begrijpen.  De beelden zijn relatief onbekend, omdat ze vooralsnog als verborgen betekenissen in een geïsoleerde gemeenschap bestonden. Door het opheffen van het isolement is de Schiermonnikoger taal steeds verder verdwenen; eilanders spreken vaker Nederlands, zowel met toeristen als onderling. Pita Grilk signaleerde deze ontwikkeling al in Laste bleu, waarin de taal ten grave is gedragen. Ze spreekt van een overwoekerde taal en stelt dat het laatste woord eens gezegd zal zijn: Ienmaal is ’t leste wez derseid

Een vervagende taal bevat vele oude uitdrukkingen die de cultuur en geschiedenis van een gebied  weerspiegelen. Als deze in de vergetelheid raakt, verdwijnt een deel van de lokale identiteit en gaat culturele kennis verloren. Taal wordt gebruikt om de wereld om ons heen te omschrijven. In streektaalonderzoek komen zowel taal- als letterkundige aspecten naar boven. Ik vind het interessant om deze beide kanten met elkaar te verbinden om een zo volledig mogelijk beeld van de neerlandistiek te krijgen. 

De natuur heeft voor mijzelf een bijzondere betekenis, aangezien het een rustgevende plek is om gedachten te laten waaien in de wind. Ook voor mij is er dus sprake van een gevoelslandschap. Daarnaast spreekt de natuur een eigen taal; door onderzoek wordt er meer duidelijk over ecologische netwerken en de manier waarop bomen met elkaar communiceren. Door goed te luisteren leren we meer over deze geheimzinnige talen en kunnen we aandacht krijgen voor datgene wat niet gehoord wordt. De natuur vormt hiervoor een eindeloze taal. 



Reacties

Reacties laden...