Kiezen voor een bril?
Datum: | 18 december 2018 |
Politici hebben van oudsher een opmerkelijke afkeur voor het dragen van brillen. Onze eigen Mark Rutte is een uitzondering – al draagt hij een zo onopvallend mogelijk, montuurloos exemplaar. Maar politici presenteren zich bij voorkeur zonder bril. In de VS is er na president Truman (1953) geen president meer geweest met bril, en van alle officiële Witte Huis-portretten zijn slechts drie van de 45 presidenten geportretteerd mét glazen. David Cameron durfde pas drie maanden na zijn aantreden als premier van het VK in het openbaar zijn bril op te zetten, en Jeb Bush weet in 2016 zelfs zijn verlies aan Trump in de Republikeinse voorverkiezingen aan het feit dat hij een bril droeg.
In de huidige Tweede Kamer dragen slechts 24 van de 150 leden, en een schamele twee van de 13 fractievoorzitters een bril. Die cijfers wijken nogal af van het Nederlandse gemiddelde. Volgens het CBS draagt maar liefst 6 op de 10 Nederlanders een bril of heeft contactlenzen, en dat percentage neemt bovendien toe. Daarbij zijn de brillendragers fors in de meerderheid, dus onze Kamerleden zijn in dit opzicht in elk geval geen afspiegeling van het volk. Waarom hebben politici zo’n moeite met het dragen van een bril?
De meest voor de hand liggende verklaring is dat zij weten hoe belangrijk hun uiterlijk is. Politici zijn bang dat kiezers een bril associëren met negatieve kenmerken voor een leider: fysieke zwakheid, ouderdom, of een handicap. Ze hebben daarin overigens deels gelijk. Immers, we weten inmiddels uit onderzoek dat het uiterlijk van een politicus een goede voorspeller is voor electoraal succes (zie hiervoor dit eerdere blog). Als leider moet je er vooral competent uitzien. Een bril lijkt dat op het eerste gezicht vooral niet te uit te stralen, want een bril laat zwakheid zien. Maar het dragen van een bril roept niet alleen negatieve associaties op: brildragers worden ook gezien als wijs en geleerd. En dat zouden ook goede eigenschappen voor een leider kunnen zijn.
Is de afkeer bij politici voor het dragen van een bril terecht? Wij zochten het uit. In ons recent gepubliceerde onderzoek laten we in acht studies zien dat mensen in de Westerse cultuur juist wél geneigd zijn om op brildragende politici te stemmen. Deze voorkeur is onafhankelijk van de politieke partij van de politicus, en geldt voor zowel mannen als vrouwen. Het effect is sterker in omstandigheden die vragen om intelligentie, maar zelfs in tijden van oorlog maakt het dragen van een bril niet uit. Ook vinden kiezers het niet erg als een kandidaat een bril strategisch gebruikt, om slimmer over te komen. Opvallend genoeg vonden we dit effect niet in India. In dat land draagt maar 7% een bril en dat is dan vaak uit medische noodzaak: in dergelijke landen wordt een bril (nog) niet met intelligentie geassocieerd, maar met fysiek ongemak.
Onze politici hebben dus ongelijk: het dragen van een bril schaadt hun kansen op electoraal succes niet, maar kan ze zelfs vergroten. Het oeroude stereotype dat een leider er gezond, competent en daarmee ‘brilloos’ uit moet zien, lijkt – gelukkig – niet meer relevant: brillen worden niet meer geassocieerd met zwakte of een slechte gezondheid. Integendeel, de associatie tussen bril en intelligentie is duidelijk sterker. Misschien een idee voor de jonge en imagobewuste leiders als Jesse Klaver en Thierry Baudet om over te stappen op een bril? De ‘new kid on the block’ Rob Jetten heeft in elk geval op dat punt een voorsprong.
Door: Janka Stoker & Harry Garretsen
Fleischmann, A., Lammers, J., Stoker, J. I., & Garretsen, J. (2018). You Can Leave Your Glasses on: Glasses Can Increase Electoral Success. Social Psychology. DOI: 10.1027/1864-9335/a000359