Economen zijn het (vaak) wel eens: Daron Acemoglu is academische wereldtopper (en hij komt naar Nederland)
Datum: | 09 februari 2016 |
Auteur: | Harry Garretsen, Janka Stoker |
Economen hebben de naam het onderling meestal oneens te zijn. Dit doet de reputatie van de “dismal science” in het publieke domein geen goed. De diepgang van die onenigheid valt echter wel mee. Het publieke debat onder economen gaat vaak over actuele beleidskwesties en daar lopen de meningen soms inderdaad fors uiteen, maar die discussie verhult dat de gemeenschappelijke noemer in kennis en inzichten op basis van economisch onderzoek vrij groot is, ook in vergelijking tot andere sociale wetenschappen; denk bijvoorbeeld aan de metafoor van de ‘ontplofte confettifabriek’ waarmee Piet Vroon de psychologische wetenschap karakteriseerde. Zo is Bas Haring druk bezig een economie-museum in te richten om te laten zien hoe alom gedeelde basisinzichten uit de economie, die juist de beleidswaan van de dag overstijgen, voor iedereen van groot nut kunnen zijn. .
Voorts zijn economen het ook eens over de Grote Vragen binnen de economie, en heel hoog op dat lijstje staat de vraag naar de invloed van technologische vooruitgang op onze welvaart. Daarover is recent een geweldig boek verschenen van de Amerikaanse econoom Robert Gordon (2016) met de veelzeggende titel “The Rise and Fall of American Growth”. De recensies en reacties op het boek van toonaangevende economen als Paul Krugman, Tyler Cowen, Larry Summers en Ed Glaeser tuimelen in de gedrukte en sociale media over elkaar heen. Daarbij is men het inderdaad niet altijd eens over Gordon’s (sombere) conclusies, maar wat niet ter discussie staat is dat het hier nu al om een instant klassieker gaat. Die conclusie wordt bijvoorbeeld gedeeld door een andere econoom van wereldfaam, Daron Acemoglu. Samen met 2 co-auteurs publiceerde hij de afgelopen week niet alleen een prima analyse van Gordon (2016) maar hij presteerde het ook om de “recensie” gepaard te laten gaan met belangrijk eigen nieuw onderzoek, waarbij het netwerk van postkantoren(!) in de VS in de 19e eeuw wordt gekoppeld aan de ontwikkeling van patenten. Het idee is om zo te laten zien dat effectieve instituties en een sterke staat cruciaal zijn voor technologische vooruitgang en economische groei. Dit thema staat ook centraal in het veelgeprezen boek “Why Nations Fail” van Acemoglu en James Robinson waarmee Acemoglu ook buiten de kring van vakgenoten faam maakte. Want daarvoor zijn economen het ook eens, Acemoglu staat heel hoog en volgens velen zelfs op eenzame hoogte op de academische apenrots der economen.
Het jaar is dus nog maar net begonnen, maar we zijn dus al een belangrijk boek rijker dat á la Piketty’s “Kapitaal” veel stof doet opwaaien, en waarover Acemoglu en co hun licht al hebben laten schijnen. Dat belooft veel voor de rest van 2016. In dit kader is het geweldig nieuws dat Daron Acemoglu naar Nederland komt voor maar liefst twee lezingen. Op 4 november zal hij in Amsterdam voor de Koninklijke Vereniging voor de Staathuishoudkunde (KVS) de jaarlijkse Tinbergenlezing verzorgen, met als thema “instituties, democratie en economische ontwikkeling”. En op 5 november zal hij in Groningen de jaarlijkse Maddison-lezing geven over het onderwerp “Man versus Machine” (ook het thema van de KVS pre-adviezen 2015). De Maddison lezingen in Groningen worden door het Groningen Growth & Development Centre (GGDC) georganiseerd. De 2016 lezing door Daron Acemoglu is in samenwerking tussen het GGDC en ons onderzoekscentrum In the LEAD tot stand gekomen.
Mocht tussen nu en begin november de economische onenigheid en verwarring (alsnog) toeslaan, en dat gaat vast rondom allerlei beleidsvraagstukken in het publieke debat gebeuren, dan zijn er in ieder geval als bakens deze twee lezingen van een onmiskenbare academische leider in economenland. Noteer deze data dus alvast in uw agenda.
► Meer info over “Match tussen Mens en Machine” de KVS pre-adviezen 2015 en de bijdrage vanuit In the LEAD: Het verdwijnende midden in Nederlandse steden?