Horizon Europe

Met Horizon Europe stimuleert de Europese Commissie (EC) wetenschap en innovatie in Europa. Horizon Europe financiert onderzoeks- en innovatieprojecten, zowel kleinschalige als grootschalige, zowel gericht op fundamenteel onderzoek als op marktgerichte ontwikkeling. Met het programma wil de EC het bedrijfsleven en de academische wereld uitdagen om samen oplossingen te bedenken voor maatschappelijke vraagstukken die in heel Europa spelen. In totaal is 95,5 miljard euro beschikbaar. 

Horizon Europe is de opvolger van Horizon 2020, dat als doel had het internationale concurrentievermogen van Europa veilig te stellen, economische groei te stimuleren en banen te creëren.

De RUG en Horizon

Aan de RUG voeren meerdere onderzoekers hun projecten uit met Horizon-subsidies.

Prof. Davide Grossi (Faculty of Science and Engineering), heeft de subsidie gekregen voor het verbeteren van technologie die wordt gebruikt bij democratische processen. Grossi werkt in dit onderzoeksproject samen met een internationaal en interdisciplinair consortium van zes academische partners en drie maatschappelijke partners. Ze gaan op feiten gebaseerde methoden ontwikkelen door bestaande open-source software te analyseren en testen, zodat online participatieplatformen ontworpen, beoordeeld, en gevalideerd kunnen worden. Met hun interdisciplinaire benadering integreert het consortium methoden en concepten uit de democratische theorie, de sociale wetenschappen en de computerwetenschappen. Het belang hiervan: ‘Democatie is complex. Er is niet één academische discipline die deze complexiteit alleen kan temmen’ aldus Grossi.

Naast Grossi heeft ook prof. dr. Martien Kas de Horizon Europe financiering ontvangen.

Prof. dr. Martien Kas is coördinator van het PRISM2-project dat mede met financiering van Horizon 2020 onderzoek doet naar de biologische oorzaken van Alzheimer, schizofrenie en depressieve stoornissen. In totaal werken veertien onderzoeksinstituten en bedrijven samen in dit project, dat als doel heeft om kwantitatieve biologische kenmerken te identificeren die bij alle drie genoemde ziekten voorkomen. Dit biedt de mogelijkheid om gerichte behandelingen te ontwikkelen, ongeacht de traditionele diagnose. Het vermogen om biologische oorzaken van psychische aandoeningen te begrijpen vóór klinische aanvang is lange tijd een ‘heilige graal’ van de neurowetenschap geweest, omdat dit de mogelijkheid geeft tot vroege diagnose en gerichte behandeling.