Skip to ContentSkip to Navigation
Lustrum: making connections
Lustrum: making connections Viltjesactie

Zijn drugs legaal in Nederland?

Gelezen op een viltje
Antwoord door Michelle Bruijn, universitair hoofddocent bij de faculteit Rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen

In tegenstelling tot wat veel mensen denken, zijn drugs niet legaal in Nederland. Wel zijn we in Nederland tolerant ten opzichte van softdrugs, zoals wiet. De overheid gedoogt het bezit van vijf wietplanten en vijf gram softdrugs en coffeeshops mogen kleine hoeveelheden verkopen onder strikte voorwaarden.

De tolerantie in Nederland tegenover softdrugs wordt het gedoogbeleid genoemd. Onder dit beleid worden bepaalde overtredingen van de Opiumwet niet actief vervolgd, zoals het bezit van een gebruikershoeveelheid drugs. Hieronder vallen vijf gram softdrugs, vijf wietplanten, een halve gram harddrugs of één pil. Een van de bekendste onderdelen van het gedoogbeleid is de verkoop van kleine hoeveelheden cannabis in coffeeshops. Coffeeshops mogen maximaal vijf gram cannabis per persoon per dag verkopen aan personen ouder dan 18 jaar. Daarnaast mogen ze maximaal 500 gram cannabis op voorraad hebben. Dit gedoogbeleid is in de jaren 70 ingevoerd om de markten van harddrugs en softdrugs te scheiden en om zo de gezondheidsrisico’s van drugsgebruik te beperken, criminaliteit te verminderen en overlast te voorkomen.

Maar er zit een gekke kant aan dit gedoogbeleid. De verkoop in coffeeshops wordt gedoogd, maar cannabis telen is verboden. Dit houdt in dat coffeeshophouders momenteel gedwongen zijn illegaal hun winkel te bevoorraden. Al jarenlang wordt in Nederland een discussie gevoerd over de vraag of de wietteelt gelegaliseerd moet worden. Voorstanders zeggen dat legalisering de gezondheid beschermt omdat er meer toezicht is op de kwaliteit. Daarnaast wordt criminaliteit tegengegaan, omdat coffeeshophouders niet langer in zee hoeven te gaan met criminelen. Tegenstanders zeggen juist dat legalisering gezondheidsrisico’s met zich meebrengt en leidt tot een toename van drugsgebruik.

In 2020 is de overheid daarom gestart met een experiment genaamd ‘de gesloten coffeeshopketen’. Dit is een experiment in elf gemeenten met als doel te onderzoeken of het mogelijk is om op een gecontroleerde manier cannabis te kweken en aan coffeeshops te leveren. De wetgeving is hiervoor aangepast zodat productie, distributie en verkoop binnen de elf gemeenten niet langer strafbaar zijn. Het experiment had een lange voorbereidingsfase, maar de eerste gereguleerde wiet is sinds eind 2023 te koop in de coffeeshops in Breda en Tilburg. De andere deelnemende gemeenten volgen in de loop van 2024.

Hoewel Nederland lange tijd bekend stond om zijn liberale softdrugsbeleid, zijn andere landen ons inmiddels voorbijgestreefd. Zo is de wietteelt in enkele staten van Amerika gelegaliseerd, net zoals in Canada en Uruguay. Ook onze oosterburen hebben een belangrijke stap gezet richting een liberaler cannabisbeleid. Vanaf 1 april 2024 mogen volwassenen in Duitsland 50 gram cannabis bezitten en drie planten telen voor eigen gebruik.

decoratieve afbeelding

Wie is Michelle Bruijn?

Michelle Bruijn is universitair hoofddocent bij de faculteit Rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen. Haar belangrijkste onderzoeksgebieden zijn openbare orde, veiligheid en gezondheid, met een bijzondere focus op de regulering van cannabis, de aanpak van drugsgerelateerde (georganiseerde) criminaliteit, drugsgerelateerde huisuitzettingen en de bescherming van het recht op huisvesting.

Meer wetenschappelijke quotes lezen?

Word ik ongemerkt politiek beïnvloed?

Politieke partijen gebruiken gepersonaliseerde advertenties op sociale media om jouw stem binnen te halen: zogeheten microtargeting. Zo krijg jij misschien een andere boodschap te zien dan de buurvrouw. Dat gaat hier weliswaar niet zo stiekem als in de Verenigde Staten (Cambridge Analytica), maar toch kan regulering verstandig zijn voor een transparant debat.

Politieke partijen halen alles uit de kast in hun strijd om de kiezersgunst. Tegenwoordig behoren ook gepersonaliseerde advertenties op de sociale media tot de vaste ingrediënten. De onderliggende techniek staat bekend als microtargeting: het gebruik van data-analyse om een afgestemde campagneboodschap voor te schotelen aan een specifieke doelgroep. Zo zou een ouderenpartij bijvoorbeeld specifiek vijftigplussers kunnen benaderen met een bericht over de wenselijkheid van een nieuw pensioenstelsel. Voor ieder wat wils.

Sinds het schandaal omtrent het Britse databedrijf Cambridge Analytica zijn de zorgen over microtargeting toegenomen. Het bedrijf zou de persoonlijke gegevens van miljoenen onwetende Facebookgebruikers hebben aangewend om te kunnen inspelen op psychologische kenmerken van kiezers, en diensten hebben verleend aan zowel Trump als de Brexiteers. In Nederland is van dergelijke heimelijke beïnvloedingsoperaties om verscheidene redenen vooralsnog geen sprake. Zo hebben politieke partijen hier vergeleken met de Verenigde Staten bescheiden campagnekassen, zijn er strenge Europese gegevensbeschermingsregels en maakt één stem in ons meerpartijenstelsel niet het verschil zoals in de tweestrijd om het Witte Huis. Kleinere budgetten, beperkte mogelijkheden en een verminderde prikkel. Geen paniek dus.

Niettemin zijn gerichte politieke advertenties op sociale media ook in Nederland een populair middel. Daaraan kleven wel degelijk risico’s: het gevaar bestaat dat kiezers maar één kant van het verhaal horen, zonder dat politieke tegenstanders dit kunnen tegenspreken. Een deel van het debat wordt zo achter de schermen gevoerd. In het ergste geval worden zelfs tegenstrijdige beloftes aan verschillende kiezers gedaan die niet tegelijkertijd kunnen worden waargemaakt. Microtargeting kan zo kiezersbedrog in de hand werken.

De vraag is dan ook of de overheid spelregels zou moeten invoeren. Die mogen niet zover gaan dat de vrijheid van meningsuiting van politieke partijen onder druk komt te staan. Terughoudendheid is daarom geboden, maar tegelijkertijd lijkt de gedragscode die politieke partijen en platformen samen vaststelden wat al te vrijblijvend. Het is aan de wetgever om een effectieve oplossing te vinden die tegelijkertijd grondrechten respecteert. In ieder geval is te denken aan transparantievoorschriften: microtargeting mag, mits partijen er eerlijk over zijn. Voor kiezers moet het dan duidelijk zijn wie hen bereikt, waarom en tegen welke prijs. Mogelijk vormt de aangekondigde Nederlandse wet echter mosterd na de maaltijd – de Europese Unie is op dit gebied een stuk sneller te werk gegaan.

Moet de overheid meer doen om mijn data te beschermen?

In een wereld die steeds meer wordt gevormd door technologie, moeten overheden meer doen om de bescherming van jouw gegevens te versterken en af te dwingen. Nu er digitale kloven ontstaan, is het van cruciaal belang om te zorgen voor een eerlijke verdeling van middelen en macht. Wetten maken de weerspiegeling van maatschappelijke waarden in technologie mogelijk, bevorderen verantwoordelijke innovatie en vergroten de brede welvaart.

Technologie en data nemen een steeds belangrijkere rol in ons leven in. De snelheid waarmee grensverleggende toepassingen gebaseerd op kunstmatige intelligentie (AI) en vergelijkbare doorbraken een deel van ons leven worden, is bijna niet bij te houden. Dit heeft ook gevolgen voor onze samenleving. Er zijn mensen onder ons die profiteren van de voordelen en mogelijkheden van nieuwe apparaten en diensten, maar er zijn ook mensen die liever vasthouden aan de oude manier.

In de publieke sector heeft deze verdeeldheid gevolgen voor de manier waarop we omgaan met de overheid, bijvoorbeeld door gebruik te maken van digitale identiteitsdiensten zoals DigiD, of door onze inkomstenbelasting online in te dienen. In de private sector hebben we de laatste drie decennia de razendsnelle opkomst gezien van een handvol bedrijven. Ze domineren de digitale samenleving, cloud-infrastructuren of de machines die nodig zijn om computerchips te maken. Dit alles heeft gevolgen voor de verdeling van macht en onze autonomie, voor wie invloed heeft en wie niet, voor de manier waarop we welvaart creëren en verdelen, en voor de kansen die we hebben als individu en als samenleving.

Wet- en regelgeving is één van de manieren om met deze ontwikkelingen om te gaan. Maar regels kunnen ook worden gezien als een manier om een betere toekomst te creëren. In democratische landen – landen die de mensenrechten en de rechtsstaat respecteren – is het toegestaan om een legitiem debat te voeren met meerdere belanghebbenden dat tot bindende regels leidt. Deze regels stellen duidelijke verplichtingen vast omtrent verantwoordelijk gedrag met betrekking tot technologie, evenals rechten voor degenen die er mogelijk schade van ondervinden. In die zin is de vraag niet of wet-en regelgeving innovatie bevordert of belemmert. We moeten het inzetten om te onderhandelen over de principes die we ingebed willen zien in de technologie, het proces waarbij innovaties op een verantwoorde en faciliterende manier onderdeel worden van ons dagelijks leven, en hoe de kansen die technologie en data bieden welvaart voor iedereen kunnen creëren.

Volgens deze interpretatie zou de overheid meer moeten doen om jouw/onze data te beschermen.

Neemt AI straks mijn baan over?

Het korte antwoord is ‘misschien’. Kunstmatige intelligentie (AI) vormt de kern van een transformatieve revolutie die alle aspecten van de samenleving raakt. AI-tools zijn al een onderdeel van ons dagelijks leven (kijk maar naar je telefoon!). AI zal ontwrichtende effecten hebben, maar zal ook bijdragen aan het ontstaan van nieuwe banen. Hoe groot de impact van deze transformatie zal zijn, is uiteindelijk een bestuurlijke en politieke kwestie, waarbij wij (de gebruikers en de samenleving) boven de belangen van een paar grote bedrijven worden gesteld.

Het eerlijkste antwoord is “misschien”. Alarmerende beweringen en overdrijvingen over de potentie en de impact van AI verschijnen al sinds de jaren 70 geregeld in de pers. Toch zijn de meeste banen er nog en zijn er veel nieuwe soorten banen bijgekomen.

De meest recente golf aan AI-tools, zoals ChatGPT of DALL-E, is gebaseerd op grote (taal)modellen (Large Language Models), ook wel foundation models genoemd. Deze tools hebben indrukwekkende resultaten opgeleverd en maken nu al deel uit van ons dagelijks leven: Google heeft bijvoorbeeld in 2019 een taalmodel (BERT) in de zoekmachine geïntegreerd om de resultaten te verbeteren. De antropomorfisering van deze machines, die worden omschreven als “intelligent”, “bovenmenselijk”, in staat om te “begrijpen”, is meer een marketingstrategie dan werkelijkheid. Hun kracht is ook hun zwakte: zodra ze worden toegepast op data of taken die ook maar een beetje afwijken van het oorspronkelijke doel waarvoor ze getraind zijn, gaan hun prestaties drastisch achteruit.

We bevinden ons in een transitie die wordt aangedreven door AI-technologieën, en transities hebben ontwrichtende effecten. Toen de automatisering werd geïntroduceerd in de auto-industrie, gingen er banen verloren, maar kwamen er ook weer nieuwe bij. De integratie van AI in ons leven is een hulpmiddel om dingen beter te doen. We moeten leren begrijpen welke vaardigheden we willen behouden en welke we aan AI kunnen overlaten, in plaats van dat het ons vervangt. Een recent artikel in Science over het gebruik van ChatGPT in de context van professionele schrijftaken heeft aangetoond dat mensen die ChatGPT gebruikten (in deze experimentele context) hun productiviteit verhoogden. De tijd die normaal aan ‘saaie’ taken werd besteed, kon nu worden besteed aan creatieve taken. Uit het onderzoek bleek echter geen nivellerend effect: middelmatige schrijvers werden er niet beter van, en goede schrijvers ook niet.

In plaats van “stelen”, zal AI onze banen veranderen. De manier waarop is nog niet te voorspellen. Net als elke andere innovatie kan AI sommige banen overbodig maken, maar we moeten naar een positief resultaat toewerken: zelfs programmeren zal veranderen, wat betekent dat sommige software engineers in de toekomst mogelijk hun baan kwijtraken. We moeten niet vergeten dat elke transitie zijn prijs heeft, en als samenleving is het onze plicht om te beslissen hoe deze transitie verloopt en de meest kwetsbaren onder ons te beschermen. We moeten ervoor zorgen dat AI “verkeerd handelen bestrijdt, menselijke verantwoordelijkheid ondersteunt en ons menselijker maakt”, om de woorden van professor Luciano Floridi te gebruiken.

RUG Lustrum:

Vier met ons 410 jaar wetenschappelijk onderwijs!

Deze campagne is onderdeel van het RUG Lustrum. De Rijksuniversiteit Groningen bestaat dit jaar 410 jaar. Dat vieren we met een Lustrum.

decoratieve afbeelding
Laatst gewijzigd:07 mei 2024 17:35
View this page in: English