Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Praktische zaken Waar vindt u ons U.T.R. (Titus) Stahl, Dr

U.T.R. (Titus) Stahl, Dr

Universitair Hoofddocent
Profielfoto van U.T.R. (Titus) Stahl, Dr
E-mail:
titus.stahl rug.nl

Verantwoordelijkheid voor ideologie

Onrechtvaardige sociale praktijken, zoals racisme en seksisme, blijven bestaan omdat mensen ze tolereren en steunen. Vaak doen zij dat omdat zij oprecht geloven dat deze praktijken waardevolle goederen beschermen, bijvoorbeeld hun gemeenschap en tradities. Kortom: zij geloven ten onrechte dat hun steun voor deze praktijken moreel aanvaardbaar is.

Dit is niet altijd het gevolg van een intellectueel falen van hun kant. Mensen kunnen in hun pogingen om de wereld te begrijpen misleid worden door concepten en culturele schema's die hun denken vertekenen - dat wil zeggen door ideologieën. Er is geen systematische filosofische theorie die ons vertelt of degenen die door ideologieën worden misleid verantwoordelijk zijn voor wat zij doen. Ik ben geïnteresseerd in het ontwikkelen van een theorie over verantwoordelijkheid voor ideologisch gemotiveerd handelen die recht doet aan de complexiteit van onze sociale wereld.

Ideologieën kunnen vorm geven aan wat we denken omdat we ons moeten baseren op concepten en opvattingen die zijn ingebed in de praktijken van onze gemeenschappen. Als deze concepten en inzichten vervormd zijn, zullen onze gedachten dat ook zijn - of zo lijkt het. Maar zijn wij verantwoordelijk voor het handelen naar overtuigingen die ons redelijk lijken, omdat ons denken vervormd is? Of vormen onze ideologische overtuigingen een excuus voor onze steun aan onrechtvaardige praktijken?

Mijn benadering neemt de sociale aard van ideologie serieus door gebruik te maken van inzichten uit de moraalfilosofie, theorieën over ideologie, gedeelde verantwoordelijkheid, sociale theorie en taalfilosofie. Ik ben geïnteresseerd in het onderzoeken van vier vragen: Hoe zijn ideologieën geworteld in sociale praktijken? Wanneer zijn mensen verantwoordelijk voor hun deelname aan sociale praktijken die hun denken vormgeven? Zijn we verontschuldigd voor wandaden wanneer ons moreel perspectief is vervormd door ideologie? Hoe moeten we de schuld verdelen tussen degenen die ideologische schema's promoten en degenen die ze aanvaarden? Met een systematische theorie die deze vragen beantwoordt, kunnen we te weten komen of mensen de schuld moeten krijgen van hun ideologische steun aan onrechtvaardige praktijken.

Privacy en politieke vrijheid

Of democratische regeringen zich mogen bezighouden met de zogenaamde "sleepnetbewaking" van de communicatie van hun burgers is een van de meest omstreden politieke kwesties van onze tijd. De onthullingen door Edward Snowden van het bestaan van voorheen onbekende vormen van communicatietoezicht, de bezorgdheid over schendingen van de privacy en de perceptie dat toezicht noodzakelijk is om terrorisme te bestrijden, hebben geleid tot een levendig debat in de samenleving en de academische wereld. Als reactie daarop worden momenteel in veel landen de wettelijke kaders rond communicatietoezicht gewijzigd. Het is van cruciaal belang dat de wetgeving berust op een plausibel begrip van de morele en politieke waarden die in het spel zijn. Met name de waarden van veiligheid en strafrechtspleging moeten worden afgewogen tegen de waarde van privacy. Het voorgestelde onderzoeksproject wil een nieuwe kijk geven op de waarde van de persoonlijke levenssfeer in communicatie.

De meeste traditionele beschouwingen van privacy gaan ervan uit dat privacy de vrijheid en status van individuele burgers beschermt - bijvoorbeeld hun waardigheid of negatieve vrijheid. Veel mensen denken daarom dat toezicht geen probleem is zolang individuele, gezagsgetrouwe burgers geen negatieve gevolgen te vrezen hebben. Dit argument veronachtzaamt de mogelijkheid dat bewaking niet alleen individuele belangen schaadt, maar ook schade toebrengt aan collectieve praktijken. Om deze mogelijkheid te onderzoeken, moet de privacytheorie verder gaan dan het individualistische perspectief dat een groot deel van de hedendaagse theorie domineert en zich richten op de sociale relaties tussen burgers, in het bijzonder op hun relaties in de politieke sfeer. We kunnen alleen tot een alomvattende beschouwing van de waarde van privacy komen als we ook nagaan hoe bewaking de politieke verhoudingen in de publieke sfeer beïnvloedt.

Hoewel in een recent rapport van het Witte Huis wordt opgemerkt dat "als mensen bang zijn dat hun gesprekken worden afgeluisterd [...] het democratische proces zelf in gevaar kan komen" en hoewel publieke discussies over privacy zich steeds meer op dit onderwerp toespitsen, is een dergelijke politieke benadering niet systematisch onderzocht in de literatuur. De hypothese van dit project is dat privacy essentieel is voor democratisch zelfbestuur, omdat het ervoor zorgt dat burgers vrijelijk en collectief de aard van hun relaties met elkaar en de overheid in de publieke sfeer kunnen bepalen.

De strategie die ik voorstel om deze hypothese te onderzoeken heeft drie kenmerken:

  • Zij zal beginnen met een beschouwing van de verschillende vormen van macht die door hedendaagse vormen van toezicht mogelijk worden gemaakt.
  • Zij zal verder gaan dan het belang van privacy voor individuen en nagaan welke rol privacyrechten spelen in de publieke sfeer.
  • Er zal een nieuw argument voor de politieke waarde van privacy worden ontwikkeld door aan te tonen welke kenmerken van de publieke sfeer essentieel zijn voor democratische vrijheid en hoe privacyrechten kunnen dienen om die te beschermen.
Laatst gewijzigd:24 juni 2022 23:29