dr. G. (Gerrit) Breeuwsma
De kindertijd in (auto)biografie, psychologie en kunst. De ontwikkelingspsychologie en pedagogiek zijn een belangrijke bron voor informatie over kinderen en hun ontwikkeling. Bovendien zijn ze van invloed op de manier waarop we naar kinderen kijken, hun gedrag beoordelen en ons daar eventueel zorgen over maken.De wetenschap is echter niet de enige bron van informatie. Ook in (auto)biografische geschriften, dagboeken, maar ook kunst (romans, verhalen, schilderijen en speelfilms) spelen kinderen vaak een prominente rol, waarbij de lezer of kijker een blik wordt gegund in de belevingswereld van het kind. Beroemde kinderen uit de wereldliteratuur, zoals David Copperfield, Huckleberry Finn, Niels Holgerson en Oskar Matzerath, hebben miljoenen lezers in hun greep gehouden en zijn medebepalend voor de manier waarop wij – volwassenen – denken kinderen te begrijpen.In dit project wordt geprobeerd met behulp van autobiografie, psychologie en kunst de raadselachtige wereld van het kind in kaart te brengen.
De oorlog door de ogen van het kind (ervaring, verwerking en verbeelding). Er is de laatste jaren een groeiende aandacht voor de oorlog vanuit het perspectief van het kind. Na de Tweede Wereldoorlog hebben volwassenen zichzelf aanvankelijk gerustgesteld met de gedachte dat kinderen het leed en de verschrikkingen snel weer zouden vergeten. Alsof kinderen die te jong waren om de oorlog te begrijpen, de gevolgen ervan ook niet zouden ondervinden. Het bleek een illusie. Tot ver in hun leven bleven (en blijven) de naweeën van de oorlog voelbaar. Adolescenten, schoolkinderen, kleuters, baby's en zelfs kinderen die de oorlogsverschrikkingen alleen via de ervaringen van hun ouders kennen, lijken er de gevolgen van te ondervinden.
Naarmate de afstand tot de oorlog groter werd, kwam er meer aandacht voor het leed van kinderen. Steeds meer mensen begonnen over hun kindertijd in de oorlog te vertellen: in memoires, herinneringen en autobiografieën. Dagboeken en brieven werden uit het stof gehaald en gaven een beeld van wat kinderen zelf hadden ervaren. Er verschenen romans en films over de oorlog, waarin het perspectief van het onschuldige kind niet zelden werd gebruikt om iets van een authentieke oorlogservaring, onbesmet door de (voor)kennis van volwassenen, mee op te roepen. Het lot van kinderen is symbool geworden voor de oorlog, waarbij dat van Anne Frank bijna mythische proporties heeft aangenomen.
In dit project staan de lotgevallen van kinderen centraal: hoe hebben ze de oorlog ervaren, waar liepen ze tegenaan bij de verwerking van die ervaringen (of die van hun ouders) en hoe zijn kinderen ook steeds weer symbool geworden van de oorlog. Het verhaal van de oorlog wordt verteld aan de hand van een stoet van bekende en onbekende, fortuinlijke en minder fortuinlijke, echte en bedachte – fictieve – kinderen, kinderen van voor de oorlog en van na de oorlog: Anne Frank, Oskar Matzerath (De blikken trommel), baby’s uit de Hongerwinter, kinderen van kampslachtoffers en kinderen van foute ouders.
Met behulp van theorieën uit de pedagogiek en psychologie, historische bronnen, (auto)biografisch materiaal, dagboeken en brieven zal worden geprobeerd de ervaring en verwerking van de Tweede Wereldoorlog door de ogen van het kind in kaart te brengen. Door uitvoerig gebruik te maken van (speel)films, romans en verhalen zal worden geprobeerd te achterhalen welke rol het kind speelt in de verbeelding van de oorlog.
Laatst gewijzigd: | 25 juni 2022 15:40 |