Groninger studenten schrijven interactieve verhalen over de kracht van het Noorden. Toen, nu en straks. | Interview met prof. dr. Marijn Molema

Wist u dat de Groninger Willem Albert Scholtens de grondlegger was van Nederlands eerste multinational? Dat de nog altijd populaire Batavus-fietsen al sinds 1904 worden gemaakt in Heerenveen? Dat Groningen in de achttiende en negentiende eeuw een brandhaard was voor besmettelijke ziekten zoals de pest, malaria en cholera? U vindt het allemaal op de prachtige interactieve tijdlijn op de website van de NOM.

In 2024 bestaat de Noordelijke OntwikkelingsMaatschappij (NOM) vijftig jaar. De NOM ziet dit jubileum als een goede gelegenheid om terug te kijken naar hoe het was, trots te zijn op wat er is en met goede moed en vertrouwen verder te bouwen aan de toekomst.

Interactieve tijdlijn

Voor het jubileum gebeuren er meerdere dingen. Eén daarvan is de prachtig vormgegeven interactieve tijdlijn ‘innovatie door de jaren heen’ op de website van de NOM. Deze toont de economische geschiedenis van het Noorden.  Al klikkend kan je inzicht verwerven in alle aspecten waarin het Noorden sterk was in het verleden, sterk is in het heden  - en mogelijk sterk wordt in de toekomst.

De webcontent wil de kracht van het Noorden laten zien. Waarin blinken wij als regio uit? Hoe is dat gekomen en hoe kunnen we dit verder versterken? Hoe ontwikkelen we een duurzamere, gezondere en slimmere economie in Noord-Nederland?

Begin

De verhalen op de tijdlijn zijn tot stand gekomen onder de vlag van de Rudolf Agricola School for Sustainable Development. Prof. dr. Marijn Molema  - Bijzonder hoogleraar Regionale Vitaliteit & Dynamiek – was er intensief bij betrokken:

‘De vraag van de NOM kwam twee jaar geleden binnen bij de Rijksuniversiteit Groningen. Directeur Dina Boonstra van de NOM was als student al actief in de werkgroep regionale ontwikkeling. Sinds die tijd is zij gegrepen door de sociaaleconomische historie van Noord-Nederland en de vraagstukken die belangrijk zijn voor de NOM. Vandaar dat ze bij ons aankwam met de vraag ‘Kunnen jullie ons helpen om dit jubileum aan te kleden?’

De eerste gedachte was ‘het aantrekken van een promovendus.’ Maar dat idee werd al snel losgelaten.  In plaats daarvan ging Molema met een groep studenten tijdens werkcolleges aan het werk. Ze lichtten zes sterkten van de Noordelijke economie uit.

Twee studieseizoenen werkcolleges

Molema: ‘Dat was leuk, gedurende twee seizoenen konden studenten tijdens werkcolleges aan de slag met deze opdracht. Voor mij was daarbij belangrijk dat ons werk geen reclame werd. De NOM begreep dat helemaal. We kunnen daardoor opbouwend kritisch zijn in onze teksten. We verbinden de historie aan het hedendaagse en trekken de lijn door naar een toekomst van de regio’s in 2040.  Met historische kennis krijg je meer zelfbewustzijn, je weet beter wat je sterkten en zwakten zijn, waar je kracht ligt en waar de belemmeringen. Je staat er sterker mee, richting de toekomst.’

Het ruwe materiaal voor de website werd gemaakt door studenten economische geografie. Zij hebben er twee studiejaren in één vak aan gewerkt. De studenten schreven de concepten voor de verhalen onder begeleiding van prof. dr. Aleid Brouwer (Ruimtelijke Wetenschappen).

Eigen omgeving

Molema: ‘Handig daarbij is dat Aleid verbonden is aan Sociaal Planbureau Groningen en Trendbureau Drenthe, en ik aan Planbureau Fryslan. Toen de teksten van de studenten klaar waren, volgde er een kwaliteitsslag. Daarbij ben ik opgetreden als eindredacteur. Een grafisch bureau heeft vervolgens voor de prachtige interactieve vormgeving en illustraties gezorgd. Binnenkort komen er ook longreads online, geschreven door Wiek van Gemert MA, Msc. Hij heeft van alle brokstukken een lopend verhaal gemaakt. Wiek schrijft ook een geschiedenis van vijftig jaar NOM.

‘De interactieve tijdlijn vind ik erg mooi geworden. En wat prachtig dat we er zoveel jonge mensen bij konden betrekken! Tijdens de werkcolleges hebben zij zich echt kunnen verdiepen in belangrijke momenten voor onze provincies. Ze vonden dat regionale aspect ook erg leuk, want meestal gaat het in de studie om nationale en internationale kwesties, maar nu ging het om hun eigen omgeving. Ook vonden ze het heel leuk dat de resultaten van al hun werk ook echt gebruikt gingen worden.’