Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek Heymans Institute Talentenkracht

De lange termijn ontwikkeling van Wetenschap en Techniek talenten van jonge kinderen in regulier en speciaal onderwijs

Onderzoeker is Steffie van der Steen (begeleiding door Henderien Steenbeek)

Binnen het longitudinale onderzoek proberen we de vraag te beantwoorden hoe kinderen zich ontwikkelen op het gebied van wetenschappelijk probleem oplossen over het verloop van 3 jaar. We kijken in het bijzonder naar hoe de wetenschappelijke inzichten van kinderen zich ontwikkelen. We volgen in totaal 32 kinderen, zowel uit het regulier als speciaal onderwijs. Bij aanvang van het onderzoek, waren deze kinderen 3, 4 en 5 jaar. Inmiddels hebben we de kinderen bijna 3 jaar gevolgd en zijn ze dus wat ouder.

Bij elk bezoek krijgen kinderen twee 2 taakjes die inspelen op een aantal principes uit wetenschap en techniek. De eerste taakjesreeks gaat over luchtdruk en de wet van Boyle en de tweede reeks over gravitatie, inertie en acceleratie. De taken zijn steeds op deze principes gebaseerd, maar worden ook steeds moeilijker (de kinderen worden immers ook steeds ouder). Ook zien ze er anders uit, zodat leereffecten zoveel mogelijk vermeden worden. Daarnaast wordt de volgorde van de taken bij ieder bezoek afgewisseld. Samen met de onderzoeker exploreren de kinderen het taakmateriaal, waarbij de onderzoeker vragen stelt over de werking hiervan. Gesprekken worden opgenomen op video en later geanalyseerd.

Bij het analyseren, kijken we heel nauwkeurig naar wat het kind en de onderzoeker tijdens de taak zeggen. Was de vraag die gesteld werd, bijvoorbeeld een beschrijvings-, of een verklaringsvraag? Was de opmerking van het kind een voorspelling, of een verklaring? Daarna combineren we de uitingen van het kind die bij elkaar horen en kijken we wat voor inzicht uit deze uiting blijkt. Met de data die uit de analyse komt, kunnen we kijken hoe de inzichten van kinderen tijdens de taak en over het verloop van drie jaar ontwikkelen. We kunnen kijken naar verschillen tussen kinderen (bijvoorbeeld tussen kinderen op het regulier en speciaal onderwijs), maar ook naar verschillen die hetzelfde kind tussen twee bezoeken laat zien. Juist dit laatste is interessant. We kunnen kijken of we de lange-termijn ontwikkeling van inzichten kunnen relateren aan de ontwikkeling van inzichten tijdens de korte termijn. Als kinderen zich bijvoorbeeld heel snel ontwikkelen, op welke manier zien we dat dan terug tijdens één bezoek? Ook de vragen van de volwassene kunnen we op complexiteit coderen. Op deze manier kunnen we straks kijken naar de interactie tussen volwassene en kind.

Met dit onderzoek hopen we meer te weten te komen over hoe kinderen zich ontwikkelen op het gebied van wetenschap en techniek: wat snappen ze al wel als ze jong zijn en wat niet? Hoe kun je ze door vragen of aanmoedigingen meer laten leren? Hoe kunnen we verschillen binnen en tussen kinderen verklaren? Deze informatie is belangrijk voor leraren en les-ontwikkelaars.

Laatst gewijzigd:25 augustus 2020 07:04