Synthesizing and extending behavioral research on boards of directors

^{Gedragsonderzoek naar samenstelling RvC’s toont beperkte invloed op prestaties onderneming}

Dit proefschrift richt zich op topfunctionarissen in organisaties, namelijk de raad van commissarissen (RvC). De afgelopen decennia is er steeds meer onderzoek gedaan naar het functioneren van RvC om beter te begrijpen welke factoren hun effectiviteit beïnvloeden.

In drie studies toont Fabian Ahrens aan dat de samenstelling van de RvC een beperkte invloed heeft op de prestatie-indicatoren, zowel op het niveau van de onderneming, de RvC, als op die van individuele commissarissen. Hij laat zien hoe de samenstelling van de RvC de processen binnen RvC beïnvloedt, om vervolgens een meer gefundeerde uitspraak te doen welke processen effectieve RvC’s onderscheidt van andere RvC’s. Door deze processen beter te begrijpen, is het mogelijk voor onderzoekers, bestuurders en commissarissen bij te sturen op dysfunctionele processen binnen RvC’s, bijvoorbeeld dat RvC’s ervoor moeten zorgen dat ze hun beschikbare expertise gebruiken en dat alle commissarissen betrokken worden bij de besluitvorming. Concluderend, zijn overzicht en uitbreiding van gedragsmatig RvC onderzoek laat zien dat meer werk op dit gebied veelbelovend en nodig is om ons begrip van het functioneren van RvC’s te verbeteren.

Ahrens trekt een rode lijn door het bestaande onderzoek door twee meta-analyses uit te voeren. De eerste meta-analyse onderzoekt de relatie tussen de grootte van de RvC en de bedrijfsprestaties. De tweede kijkt naar de relatie tussen twee andere belangrijke kenmerken (onafhankelijkheid en het menselijk kapitaal van de RvC) en de effectiviteit van de RvC op toezicht en advies. Beide meta-analyses onderzoeken welke processen ten grondslag liggen aan de invloed van kenmerken op prestaties van ondernemingen en RvC. Daarnaast richt hij zich op hoe het gedrag van individuele commissarissen wordt beïnvloed door hun sociale relaties met de bestuursvoorzitter (CEO). Ahrens test dit aan de hand van een grootschalig onderzoek onder Nederlandse commissarissen, alsmede drie experimenten met commissarissen.

Zijn bevindingen in de verschillende hoofdstukken laten zien dat verklaringen, die doorgaans worden aangenomen betreffende de invloed van de omvang, onafhankelijkheid en menselijke kapitaal van de RvC, contextafhankelijk zijn. De positieve of negatieve associatie van de omvang van de RvC hangt bijvoorbeeld af van de omvang van de organisatie. Om de huidige kennis uit te breiden, belicht Ahrens welke processen empirische ondersteuning krijgen, stelt hij alternatieve processen voor en ontwikkelt hij nieuwe inzichten die gebruikt kunnen worden voor gedragsinterventies in de RvC.

Proefschrift: https://hdl.handle.net/11370/d83e8511-b00b-46c7-89da-67c66878c5ac