Duiken naar de regenboog
Sancia van der Meij groeide op tussen de Drentse heidevelden en bossen, maar toen ze op haar achttiende leerde duiken op een koraalrif was ze verkocht. Ze werd zeebioloog. Aan de hand van piepkleine galkrabben probeert ze nu te doorgronden hoe ongewervelde dieren samenleven op soortenrijke koraalriffen. Ze stelde onlangs met fotograaf Alan Powderham een boek samen over het onderwaterleven in de Koraaldriehoek in Zuidoost-Azië: At the Heart of the Coral Triangle – Celebrating Biodiversity, een “scientific coffee table book”.
Je bent wetenschapper met een liefde voor het koraal, waar het slecht mee gaat. Een boek met een boodschap?
Het boek laat in honderden foto’s de schoonheid van het onderwaterleven in de Koraaldriehoek zien. Deze herbergt ‘s werelds hoogste diversiteit aan mariene soorten. Ik bestudeer biodiversiteit aan de hand van piepkleine, koraalbewonende galkrabbetjes, maar uiteraard is alles met elkaar verbonden. De fijne samenwerking met de eerste auteur, Alan Powderham, is gebaseerd op onze gedeelde fascinatie voor de enorme soortenrijkdom op koraalriffen. Ons boek geeft een impressie van de waanzinnige dieren die je hier kan aantreffen; van krabben die zichzelf verkleden, slakjes die de vorm en kleur van hun gastkoraal overnemen, tot vissen in alle kleuren van de regenboog. Elke soort is uniek aangepast aan zijn omgeving, en vele soorten zijn nog niet beschreven voor de wetenschap. We hopen de boodschap over te brengen dat deze koraalriffen onze aandacht en bescherming verdienen.
Waar komt je interesse voor galkrabbetjes vandaan?
Ongewervelde dieren heb ik altijd fascinerend gevonden vanwege de enorme verscheidenheid aan vormen en levenswijzen. De zee heeft me van jongs af aan getrokken, al ben ik opgegroeid tussen de Drentse heidevelden en bossen. Op mijn 18e leerde ik duiken op een koraalrif tijdens een reis door Centraal Amerika en vanaf dat moment wist ik zeker dat ik zeebioloog wilde worden. Ik combineer nu met heel veel plezier mijn voorliefde voor ongewervelde dieren en de zee, en probeer aan de hand van ‘mijn’ galkrabben te doorgronden hoe soorten samenleven, zich aanpassen aan hun omgeving en hoe daardoor nieuwe soorten ontstaan.
Is het, gezien de slechtere toestand van koraal, nog een onverdeeld genoegen om te duiken?
Er zijn – gelukkig – nog steeds veel fantastische plekken om te duiken en te genieten van koraalriffen. Maar ook op die mooie, soms afgelegen plekken zien we koraalbleking als gevolg van klimaatverandering, plastic vervuiling en ander afval. Ook de afwezigheid van grote vissen, zoals haaien, is vaak opmerkelijk. Het is zorgelijk dat de invloed van de mens eigenlijk altijd zichtbaar is, waar je ook bent.
Wat onder water gebeurt zien we niet allemaal. Is dat een nadeel voor de interesse voor koraal en jouw onderzoek?
Ja, dat denk ik zeker. Er is veel minder bekend over processen en diversiteit in de oceanen dan op land. Uiteraard is zee-onderzoek vaak ook moeilijker uit te voeren; de onderzoekstijd is beperkt als je moet snorkelen of duiken, en het gebruik van boten is vaak erg duur. Juist omdat je meer moeite moet doen om het leven onder water te bekijken, komen minder mensen in aanraking met de schoonheid van de dieren en planten in zee. Hopelijk kan ons boek helpen om daar verandering in te brengen!
Je maakt vast bijzondere dingen mee tijdens je onderzoek. Kun je een voorbeeld geven?
Veldwerk bestaat uit lange dagen duiken, om daarna tot diep in de nacht de gegevens uit te werken in een primitief veldlaboratorium. Maar de keer dat we bijna elke dag doken in gebieden waar ook zoutwaterkrokodillen voorkomen zal ik nooit vergeten, zeker niet omdat de lokale bevolking ze kort daarvoor nog had gezien…
Naast je aanstelling aan de RUG, werk je ook bij Naturalis in Leiden. Die twee banen vullen elkaar vast aan?
Ik ben volledig in dienst van de RUG, al ben ik daarnaast als onbezoldigd gastonderzoeker verbonden aan Naturalis. Ik ben in Leiden gepromoveerd en mijn onderzoeksmateriaal ligt grotendeels opgeslagen in de wetenschappelijke collecties van het museum. Via mijn gastmedewerkerschap kan ik makkelijk contact houden en samenwerken met collega’s bij Naturalis, dus zo heb ik het beste van twee werelden.
Is het nog mogelijk om in het buitenland onderzoek te doen, of blijft het nu bij Groningen en Leiden?
Het blijft nu voorlopig bij Groningen, ook omdat eerder dit jaar mijn tweede kindje geboren is. Maar ik heb gelukkig nog gegevens liggen om uit te werken en online onderwijs vraagt veel tijd. Het is wel heel moeilijk voor mijn promovendi, zij kunnen niet het veld in om gegevens te verzamelen en ze lopen daardoor vertraging op in hun onderzoek. Ik probeer via internationale collega’s materiaal en gegevens te krijgen zodat ze toch (deels) verder kunnen met hun onderzoek. Hopelijk wordt 2021 in alle opzichten een beter jaar.
Meer informatie
Laatst gewijzigd: | 16 december 2020 18:57 |
Meer nieuws
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...