Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen Christen Democratisch Appel (CDA) Geschiedenis

CDA jaaroverzicht 1997

Uit: B. de Boer, P. Lucardie, I. Noomen en G. Voer­man, 'Kroniek 1997. Overzicht van de partijpolitieke gebeurte­nissen van het jaar 1997' in: G. Voerman (red.), Jaarboek 1997, Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1998), 13-90, aldaar 24-34.

Inleiding

De vernieuwing van de partij waarmee het CDA al enige tijd bezig was, werd in 1997 voortgezet. De partijtop deed aller­lei voor­stellen om de organisatie te verbe­teren en aantrekkelijker te maken. Deze inspanningen konden echter geen halt toeroepen aan het ledenverlies: het ledental van het CDA bleef dalen. De vernieuwing werd ook zichtbaar op de kandida­tenlijst voor de Tweede-Kamer­verkiezin­gen van 1998. Een aantal oudgedienden keerde hierop niet meer terug. Ook politiek leider Enneüs Heerma trad in 1997 terug. Hij werd opge­volgd door Jaap de Hoop Scheffer.

Politiek leiderschap

In november 1996 had partijvoorzitter Hans Helgers aangekon­digd dat hij samen met de vice-­voor­zitter van de partij, Tineke Lodders-Elffe­rich, en met Luck van Leeuwen en Heerma, respectie­velijk voorzitter van de Eerste- en van de Tweede-Ka­mer­frac­tie, een voor­dracht zou doen voor de eerste plaats op de kandi­daten­lijst voor de Tweede-Kamer­ver­kiezingen van 1998. Dit zou in septem­ber 1997 moeten ge­schie­den, in dezelfde tijd dat het ontwerpverkie­zingspro­gram be­kend zou worden. De kans dat Heerma zelf deze po­si­tie zou gaan be­zetten werd niet al te groot geacht, vanwe­ge de aanhoudende kritiek op zijn wijze van oppositievoeren (zie Jaaroverzicht 1996). Lodders gaf in een vroeg stadium openlijk te kennen dat zij het lijst­trekkerschap niet am­bieer­de. Zij was de fa­voriet van de par­tijtop, zo werd later door Van Leeuwen ont­huld in een inter­view (het Pa­rool, 5 juli 1997). Hij vertelde ook dat het viertal eveneens had gesproken met Euro­commis­sa­ris Hans van den Broek en Rabo-topman Herman Wijf­fels. Beiden waren echter niet be­schik­baar.

Tijdens de zoektocht van de commissie naar de eerste kandidaat nam binnen de partij de kritiek toe op het feit dat het vier­tal zoveel tijd nodig had. Aan het begin van het jaar pleitte Barend Bies­heuvel, oud-premier en oud-leider van de Anti-Revolu­tionai­re Partij (ARP), één van de partijen die in 1980 in het CDA opgingen, ervoor om op korte termijn de lijsttrekker aan te wijzen. Hij kreeg bij­val van Norbert Schmelzer, de gewezen lei­der van de Katho­lieke Volks­partij (KVP), een andere partij die het CDA consti­tueer­de. Wat later volgden an­dere prominen­ten, zoals oud-premier Jelle Zijlstra en oud-minis­ter Til Garde­niers-Be­rendsen. Zij meenden allen dat het CDA snel een lijst­aan­voer­der moest aan­wijzen. Heerma en Hel­gers wilden aanvan­kelijk aan de gekozen procedure vasthou­den, maar beslo­ten onder druk van slechte opiniepei­lingen deze toch te ver­snel­len. Begin maart kondigde Heerma aan dat binnen en­kele weken, 'uiterlijk voor de zomer' de voordracht van de nieuwe lijst­trekker zou komen (Trouw, 5 maart 1997).

Inmiddels had De Hoop Schef­fer, als vice-voorzitter van de Tweede-Kamer­fractie de tweede man achter Heerma, zich op 23 febru­ari publiekelijk kandi­daat gesteld. Tegen­standers binnen het CDA vonden hem tezeer een ex­po­nent van de rechter­vleugel. Hij kreeg de steun van Dries van Agt, een andere oud-premier van CDA-huize en oud-KVP-lid die zich begin maart in het op­vol­gings­debat mengde en die daarbij zware kri­tiek uitoefende op het functio­neren van Heerma als opposi­tie­leider.

Op 25 maart hakte het partijbestuur van het CDA de knoop door. Tijdens een spoedvergadering werd De Hoop Scheffer voorgedra­gen als enige kandidaat voor het lijsttrekkerschap. Heerma trad een dag later terug als voorzit­ter en lid van de Tweede-Kamer­fractie. Hij werd in oktober voorzit­ter van de Branche Organisa­tie Arbodiensten. Heerma was ook in de race voor het burgemeesterschap van Hilver­sum, als opvolger van zijn partijgeno­te Jeltien Kraaye­veld-Wouters. In november trok hij zich vanwege ernstige gezond­heidsproblemen echter terug als kandi­daat.

De Tweede-Kamerfractie wees De Hoop Scheffer op 27 maart als haar nieuwe voorzitter aan. Snel na zijn verkie­zing keerde De Hoop Schef­fer zich publiekelijk tegen de verla­ging van het minimum­loon, een in het CDA gevoe­lig punt (zie Jaaroverzicht 1996). Hij zei geen andere politieke lijn te willen vol­gen dan zijn voorganger Heerma: 'onze koers is niet links en niet rechts, onze koers is chris­ten-democra­tisch' (NRC-Han­delsblad, 15 april 1997). In de daarop­volgende maanden be­pleitte De Hoop Scheffer onder meer de invoe­ring van een in­komensafhankelijke studiebeurs. Ook hekelde hij de naar zijn mening te ver doorge­schoten privati­sering in de sociale zeker­heid. Het leverde hem een compliment op van het Christe­lijk Sociaal Platform, een beweging binnen het CDA die hechtte aan het sociale geluid van de partij en die eerder de verkie­zing van De Hoop Scheffer met enige argwaan had bejegend (Trouw, 12 juli 1997).

De partijraad van 24 mei droeg De Hoop Scheffer op overtuigen­de wijze voor als kandidaat-lijsttrekker. Van de 152 afgevaar­digden stemden er drie tegen (met verder een blanco en een on­geldige stem). Tot 17 september hadden de gemeentelijke afde­lingen statutair de mogelijkheid om tegenkandi­daten te stel­len, maar daar werd geen gebruik van gemaakt. Het partij­con­gres bekrach­tigde vervolgens op 27 sep­tember vrijwel unaniem de benoe­ming: 346 stemmen waren voor, één blanco en eveneens één ongeldig.

Na De Hoop Scheffers promotie tot het voorzitterschap wierp het kamerlid Wim Mateman zich op als kandidaat voor het vice-voor­zitterschap. Naar zijn mening kwam de groep van oud-leden van de Christelijk-Historische Unie (CHU), de derde partij die bij de oprich­ting van het CDA betrokken was, teveel in het gedrang na het vertrek van Wim Deet­man als Tweede-Kamervoor­zitter eind 1996 en van W. Schol­ten als vice-voorzit­ter van de Raad van State op 1 juli 1997. De voor­zitter van de senaats­fractie, de oud-CHU-er Van Leeu­wen, wees de actie van Mateman af. Uitein­delijk werd eind april de protestantse Ali Doelman-Pel als vice-voorzitter geko­zen.

Kandidaatstelling Tweede-Kamerverkiezingen

In december 1996 had het partijbestuur een zogenaamde 'Ver­trou­wenscom­missie' geïnstalleerd onder leiding van Ton Rom­bouts, die de kandidaatstel­ling voor de Tweede-Kamerverkiezin­gen moest voorbe­reiden (zie Jaaroverzicht 1996). De commissie moest de kandidaten voor de lijst toetsen aan een door het partijbestuur opge­stelde profiel­schets. Zo dienden zij onder meer op 'herken­bare' wijze christen-democratisch te zijn, en ook 'gezag­hebbend, aandacht­trek­kend, overtuigend en bevlo­gen'. Verder moes­ten zij 'kiezers weten te trekken' (CDAc­tueel, 15 februari 1997).

De gemeentelijke afdelingen van het CDA hadden alle de gele­gen­heid hooguit vijf namen van kan­dida­ten voor te dragen. Daar­naast konden personen die voor een CDA-kandidatuur in aanmer­king wensten te komen, reageren op een oproep in CDActu­eel (15 februari 1997). Op basis van deze sollicitaties en de aanmel­dingen van de afdelingen maakte de commissie een alfabe­tische groslijst met 347 namen op, die op 12 mei bekend werd.

Aan de hand van deze lijst stelde het partijbe­stuur op 29 sep­tember de advies-kandidatenlijst vast, waarbij het zich mede baseerde op de ge­sprekken die de Vertrouwenscommis­sie met de kandidaten had gevoerd. Op 13 oktober boog het 'versterkte' partijbe­stuur zich er nog eens over. Lijsttrek­ker was De Hoop Scheffer, met op de tweede plaats het Kamerlid Ank Bijle­veld-Schou­ten. De beoogde vernieuwing van de fractie had ertoe geleid dat de helft van het aantal ver­kies­bare plaatsen door nieuwe­lingen werd ingenomen. De derde plaats was inge­ruimd voor de huisarts Siem Buijs, voorzitter van de CDA-fractie in de Provinciale Staten in Zeeland. Op de achtste plaats stond Jacques de Milliano, voor­zitter van Artsen zonder Grenzen. Deze laat­ste zei enkele dagen later in een interview dat hij het op een aantal essen­tiële punten niet met De Hoop Scheffer eens was (zie NRC-Handels­blad, 4 oktober 1997). Na een gesprek met de fractie­voorzitter liet De Milliano weten zich voorlopig van verdere uitspra­ken te zul­len onthouden.

Van de zittende kamerleden kreeg slechts de helft een verkies­bare plaats op de advieslijst. Een aantal niet-uitverkorenen had in het voor­jaar van par­tij­voor­zitter Helgers reeds verno­men dat voor hen geen ver­kies­bare plaats was weggelegd. Als crite­rium gold dat men niet langer dan drie zit­tingster­mijnen (dat wil zeggen maximaal twaalf jaar) deel kon uitma­ken van de Kamer. Tot deze groep behoorden Ad Lansink en René van der Linden (die beiden vanaf 1977 in de Tweede Kamer zaten; in het geval van Van der Linden met een onderbre­king van 1986 tot 1988, toen hij staats­se­cretaris van Buiten­landse Zaken was) en Mate­man (die in 1979 in de Kamer kwam). Met name Ma­teman en Lans­ink maakten regelmatig openlijk hun onge­noegen over deze gang van zaken kenbaar. Hier­mee riepen zij de toorn over zich heen van de redactie van het partijblad CDAc­tueel (26 april 1997). Zonder namen te noemen sprak deze in een commen­taar over een 'gênante verto­ning'. Ook Tweede-Kamer­voor­zitter Piet Buk­man kreeg van Helgers het advies zich niet op­nieuw ver­kiesbaar te stellen. Op 23 sep­tember liet Bukman officieel weten dat hij niet als kandidaat beschikbaar was.

Binnen de Tweede-Kamerfractie werd door sommigen kritisch ge­reageerd op de lijst. De door de partijvoorzitter gepro­pa­geerde vernieuwing zou te ver doorschieten. Ook de christe­lijk-historische Mr. H.K.J. Beerninkstichting was verontrust; haar voorzitter Leo de Snaijer meende dat er te weinig hervorm­de kandidaten hoog op de lijst stonden.

Daarna was het woord aan de partij: tot 16 novem­ber konden de partijleden binnen de ge­meentelijke afde­lingen zich over de lijst uit­spreken. De uitslag van deze stemming zou op het partij­congres van 7 februari 1998 bekend worden gemaakt.

Ontwerpprogramma Tweede-Kamerverkiezingen

Op 1 juni 1996 was de Programcommissie ingesteld, die werd ge­leid door Lodders (zie Jaaroverzicht 1996). Bij de opstelling van het verkiezingspro­gramma legde de par­tijtop het oor te luisteren bij de achter­ban. In hoorzittingen in het voor­jaar en de zomer peilde men de mening van de leden. Ook verte­gen­woor­digers van kerke­lijke en maat­schappe­lijke or­gani­sa­ties konden hun opvat­tingen kenbaar maken. Verder werden er discus­siebij­een­komsten georga­niseerd waar deskundi­gen op bepaalde terrei­nen hun visie konden ont­vouwen.

In een interview in Trouw (30 augustus 1997) stelde de vice-voorzit­ter van de Programcom­mis­sie, Pieter van Geel, dat het CDA in het verkiezingsprogram op het punt van het milieu 'een betekenis­volle stap' moest zetten en het perspectief op een 'duurzame econo­mie' moest openen. Van Geel, die in de commis­sie verantwoor­delijk was voor de milieupara­graaf, meende onder meer dat de lasten voor de automo­bilisten moesten worden ver­zwaard. De Hoop Scheffer zei later op het partijcongres van 27 september dat het CDA onder zijn leiding geen partij zou wor­den 'van het autootje pesten of de boeren aanpakken' (Trouw, 29 septem­ber 1997).

Op 14 oktober presenteerde het CDA zijn conceptverkiezings­pro­gram, Samen leven doe je niet alleen . Het gezin en de ge­meenschap stonden hierin centraal. In het kader van het ge­zinsbeleid wilde het CDA in de komende kabinets­pe­riode meer geld besteden aan verlen­ging van het ouderschaps­verlof en hogere kinderbijslag voor het eerste kind. Volgens De Hoop Scheffer stelde het CDA in dit pro­gram 'de persoon' in het middelpunt: 'niet als individu, maar als iemand die tot zijn recht komt in relatie met anderen' (NRC-Handels­blad, 14 okto­ber 1997).

De VVD reageerde afwijzend op het CDA-program. De liberale par­tijleider Frits Bolkestein noemde in een artikel in de Tele­graaf (8 november 1997) het CDA een 'linkse' partij die op het gebied van de sociale zekerheid en de overheidsuitga­ven verder ging dan de PvdA. Ook de werkgeversorganisatie VNO/NCW uitte kritiek op het pro­gram, vooral wat betreft het ontbreken van algemene lastenverlich­ting. Minister Ad Melkert van Socia­le Zaken en Werkgelegen­heid (PvdA) had daarentegen meer waar­dering voor de CDA-voor­stel­len. Ook de rooms-katholieke bis­schoppen waren po­sitief over het chris­ten-democratische pro­gram: met name de gezinspolitiek werd gewaar­deerd.

Het Christen Democratisch Jongeren Appèl (CDJA) uitte zich ge­matigd positief over het conceptprogram. De jongerenorganisa­tie pleit­te onder andere voor het opnemen van de instelling van een aparte minister voor 'duurzaamheid'. Deze zou de duurzame ontwik­keling binnen het kabinetsbe­leid moeten bewaken en een integraal milieubeleid ontwikkelen.

Tot 10 november waren de gemeentelijke afdelingen in de gele­gen­heid om hun op- en aanmerkingen op het stuk door te geven aan de provinciale afdelingen. Deze gremia konden tot 8 decem­ber bij het partijsecretariaat hun reacties indienen. Het verkie­zingsprogramma zou uiteinde­lijk worden vastgesteld op de partijraad en het partijcon­gres van 6 respectievelijk 7 febru­a­ri 1998.

Gemeenteraadsverkiezingen

Met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van 1998 was door het partijbestuur in september 1996 een commissie ingesteld die een leidraad moest opstellen voor het lokale verkiezings­program. De commissie, die werd voorgezeten door Kees Jan de Vet, publiceerde op 10 maart de brochure Lokaal Appèl. Lei­draad gemeente­raadpro­gram 1998-2002. Er was bewust van afge­zien om een model-pro­gramma te maken om zo de verant­woor­de­lijkheid te benadrukken die de gemeentelijke afde­lingen hadden voor de invulling van hun verkie­zings­program.

Bij de voorbereidingen van de gemeenteraadsverkiezingen in Arn­­­hem trachtte een aantal Turken een Turkse kandidaat op een verkiesbare plaats te krijgen. In enkele maanden voorafgaande aan de kandidaat­stelling waren zo'n vijftig Turken lid gewor­den van de Arnhemse afdeling. De kandidaat die zij naar voren scho­ven was echter nog niet een jaar lid van het CDA, het­geen voorwaarde is voor een kandida­tuur. De voorzitter van de af­deling zei toe het landelijk partijbestuur om een ontheffing te vra­gen. Een maand later trok de bewuste kandidaat zich echter terug vanwege geruchten dat hij connecties zou hebben met de ex­treem-rechtse Turkse organisatie Grijze Wolven.

Campagne gemeenteraads- en Tweede-Kamerverkiezingen

Met ingang van 1 maart benoemde het partijbestuur Hans Schripse­ma tot campagneleider voor de gemeenteraads- en Tweede-Kamer­verkie­zingen van 1998. De kosten van de campagne werden be­groot op 2,5 miljoen gulden. Hiervan was reeds 1,5 miljoen beschikbaar. Om het resterende miljoen bijeen te brengen, start­te het CDA na de voor­jaars­partijraad van 24 mei een in­zamelactie. In december was het bedrag binnengehaald.

Op 10 oktober belegde de werkgroep Grote Steden in Utrecht een bijeen­komst met als thema 'CDA, grote steden en de gemeente­raads­campagne van 1998'. Gespreksonderwerp was onder meer de vraag welke mogelijkheden lokale kabelkranten in de campagne boden.

Partijvernieuwing

In maart 1996 was door het partijbestuur de werk­groep Poli­tie­ke partij nieuwe stijl ingesteld (zie Jaaroverzicht 1996). Deze werk­groep had als opdracht ideeën te leveren om het aantal leden van het CDA te vergroten en hun participatie in de partij te bevorderen. Uit de suggesties van de werk­groep selecteerde het partijbestuur er negen die in de prak­tijk zou­den worden getest. Zo zou er geëxperimen­teerd gaan worden met onder meer een differenti­atie in het partijlidmaat­schap, het verstrekken van pre­mies bij leden­wer­ving, de invoe­ring van le­denpei­lingen en -raad­plegin­gen en van het 'club­voordeel' voor par­tijleden. Zestig afdelingen meldden zich voor één of meer van deze proef­pro­jecten. De eerste van deze 'pilots' gingen in februari 1997 van start. In april publi­ceerde de werk­groep het 'idee­nboek' Werk aan de winkel. Hierin waren adviezen opgeno­men om lokale partijbij­eenkomsten aantrekkelijker te maken.

Eveneens in maart 1996 was de commissie Participatie en Inte­gratie van vrouwen in het CDA in het leven geroepen (zie Jaar­overzicht 1996). De com­mis­sie, die onder leiding stond van Gerda Verburg, moest praktische voorstellen doen om meer posi­ties in het CDA te laten bezetten door vrou­wen en om te voorko­men dat in vertegen­woordigende lichamen bij zetel­ver­lies vooral vrouwen het veld zouden ruimen. In maart 1997 aan­vaardde het partijbe­stuur het door de commissie geschreven 'delta­plan', dat in april onder de titel Meer partij met vrou­wen werd gepresenteerd. Onder andere werd gepleit voor het op­zet­ten van een databank en het geven van 'gender­trai­ning' aan personen op sleutelpo­sities in de partijor­gani­satie, zodat deze 'zich bewust worden van onbe­wuste uit­sluiting van vrou­wen'. Ook werd voorgesteld dat bij de verkiezingen voor de ge­meenteraden en de Tweede Kamer in 1998 ten minste 40% van de geko­ze­nen op CDA-lijsten vrouw zou moeten zijn. Commis­sie­voor­zitter Verburg werd aangesteld als project­coördinator om de uitvoering van de plannen op de rails te zetten.

Het CDA-Vrouwenberaad (CDAV) gaf in maart samen met het CDA de brochure Alle hens aan dek uit, waarin een aantal adviezen werd gegeven om het aandeel van vrouwen in de politiek te vergroten.

'Confrontatie met de toekomst'

Ook een aantal jongeren binnen het CDA wilde een bijdrage le­ve­ren aan de partijvernieuwing. In februari 1996 was daartoe een eerste bijeen­komst belegd onder de naam 'Confrontatie met de toe­komst' (zie Jaaroverzicht 1996). Een 'initia­tief­groep' organiseer­de een tweede landelij­ke bij­eenkomst op 1 februari 1997 in Amster­dam met als motto: 'wie niet kiest, ver­liest'. De onge­veer drie­hon­derd aanwezi­ge jonge CDA-leden brachten een stem uit voor een alter­natieve kandi­daten­lijst voor de Tweede Kamer. Als eerste kwam het zit­tende kamerlid Bijle­veld uit de bus, met 34 jaar het jong­ste lid van de CDA-frac­tie. Oud-CDJA-voorzitter Ad Koppe­jan bezette de tweede plaats. Verder werd er in deelses­sies gediscussieerd over thema's als partij­ver­nieuwing, mi­lieu, zorg en het gezin. De stand­pun­ten werden verwerkt tot een pam­flet, bestemd voor de commissie die het verkie­zings­programma moest opstellen. Eerder al had de initia­tiefgroep een ketting­brief met meer dan hon­derd ideeën voor het nieuwe verkiezings­program bij deze Pro­gram­com­missie be­zorgd.

Gezinsbeleid

In 1997 gaf het CDA verder gestalte aan het 'modern gezinsbe­leid' (zie Jaaroverzicht 1996). Op 16 januari publi­ceerde het Wetenschap­pelijk Instituut voor het CDA het rap­port De verzwegen keuze van Neder­land. Naar een christen-democra­tisch familie- en gezinsbeleid. Een commis­sie onder voorzit­terschap van M. Kastelein pleitte hierin voor een gelij­ke behan­deling door de overheid van 'duurzame zorgre­laties'. Het 'moderne gezinsbe­leid' kreeg onder meer vorm door voorstellen voor meer kin­derop­vang, de in­voering van het wettelijk recht op deel­tijd­werk en voor een 'zorg­loon' en 'opvoed­geld' voor de verzor­gende ouders. Onder auspiciën van de stuurgroep Familie- en gezins­beleid stond het rapport ter discussie tijdens een aantal regionale 'ge­zins­con­fe­ren­ties' die het CDA in het voorjaar hield. De resultaten van de conferenties vormden de bouw­stenen voor een advies van het partijbestuur aan de par­tijraad. Het uiteindelijke stand­punt moest vervolgens zijn weg vinden naar het verkiezingspro­gram­ma.

In december ontstond in het CDA beroering toen de Eerste-Ka­mer­fractie tegen het wetsontwerp stemde dat het recht op deel­tijdarbeid regelde (een initiatief van GroenLinks-leider Paul Rosenmöller). Frac­tiewoordvoerder H. Hofstede meende dat dit een zaak was voor werkgevers en werknemers. Het CDAV reageerde ontzet: het had vantevoren de CDA-senatoren opgeroe­pen om vóór het ontwerp te stemmen. Het Vrouwenbe­raad kreeg bijval van het CDJA en de CDA-wethouders van alle grote ge­meen­ten. Ook Kees Klop, verbon­den aan het Wetenschappe­lijk Insti­tuut deed zo'n appèl: als de wet zou worden ver­worpen, 'hoeft het CDA in de nu gestarte verkie­zingscam­pag­ne niet meer over het moderne ge­zinsbeleid te beginnen, vrees ik' (Trouw, 9 december 1997).

Ouderenbeleid

Door de werkgroep Zorg werd de notitie Thuiszorg voor ouderen opgesteld, discussienota voor de ge­meente­lij­ke afde­lingen. De bedoe­ling was dat deze hierover zouden discus­siëren en de uit­komsten hier­van naar het partij­bureau zouden sturen. Deze re­acties zouden wor­den betrokken bij de opstel­ling van het ver­kiezings­program.

Het Seniorenberaad, dat op de partijraad van 23 november 1996 was ingesteld, veranderde in het najaar zijn naam in Ouderen­platform. De opzet van dit platform was om oudere partijleden meer bij de partij­organisatie te betrekken.

Partijraden en partijcongres

Op 24 mei werd in Utrecht de voorjaarspartijraad gehouden. Naast huishou­delijke zaken en de verkiezing van De Hoop Scheffer als kandidaatlijsttrek­ker kwam een aantal inhoudelij­ke thema's aan de orde die voor het CDA van belang waren met het oog op de Tweede-Kamerverkiezin­gen: platte­landsontwikke­ling, zorg, gezin en veilig­heid.

Op 27 september, voorafgaand aan het partijcongres, kwam de najaarspartij­raad bijeen. De afgevaardigden herkozen Jan van Laar­hoven tot vice-voorzitter van het CDA. 's Middags werd het partijcongres gehouden, dat zoals reeds vermeld De Hoop Schef­fer als lijsttrekker aanwees. In zijn rede verweet de nieuwe politiek leider van het CDA het paarse kabinet geen keuzen te maken. Verder sprak de Luxemburgse minister-presi­dent Jean-Claude Juncker de aanwezigen toe.

Partijbijeenkomsten

Het Inter Cultureel Beraad (ICB) van het CDA hield op 15 maart een bijeenkomst over de vraag op welke wijze het CDA 'integra­tie met be­houd van eigen identiteit' zou moeten invullen. Tot de spre­kers behoorde de hoogleraar sociologie Anton Zijderveld. De CDA-initia­tief­groep Vluchtelin­genbeleid kwam op 22 maart bijeen, onder an­dere om te spreken over het onderdeel vluchte­lingen-, asiel- en min­derhe­denbeleid van het komende verkie­zingsprogramma.

Verwante instellingen en publicaties

In februari publiceerde de werkgroep Veiligheid en Defensie van de com­missie Buitenland de notitie Veiligheid kent geen gren­zen. Het discussiestuk beoogde een lange termijn-visie te geven op het veilig­heids- en defensiebe­leid. Op 25 april or­ganiseerde de Commissie Buitenland in Den Haag een conferen­tie over de nota. Op 28 novem­ber hield de commissie samen met de CDA-delegatie in het Europees Parlement een bijeenkomst over 'Internatio­naal ondernemen: investe­ren in markt, maatschappij en mensenrechten'.

Het CDA gaf in mei de brochure Van gulden naar euro uit. De partij wilde hiermee haar achterban informeren over de invoe­ring van de Europese munt. Op 30 mei werd in de voormalige vergaderzaal van de Tweede Kamer in Den Haag een conferentie gehouden over de gevolgen van de toetre­ding tot de EMU. Tot de sprekers behoorde Wijffels. Op 21 juni hield de delegatie van het CDA in het Europees Parlement samen met het CDA-Limburg een conferentie over de uitkomsten van de Europese top in Amster­dam eerder die maand. Over het Verdrag van Amsterdam belegde de Tweede-Kamer­fractie van het CDA samen met de Konrad Adenauer Stiftung van de CDU op 20 en 21 november een Europe­se conferentie in Den Haag. Het Weten­schappelijk Instituut publi­ceerde in samenwerking met de in Luxemburg gevestigde Stiftung zur Zu­sammenarbeit Christlicher Demokraten Europas de door Theo Brinkel en Judith Compagner geredi­geerde bundel Verhalen voor Europa. Nederlandse christen-democra­ten over Europese integra­tie. Hierin waren uitspraken en teksten opgenomen van Neder­landse christen-democrati­sche politici over de Europese een­wording uit de periode na de Tweede Wereldoorlog.

Het CDJA hield zijn algemene ledenvergadering op 31 mei. De bijeenkomst was gewijd aan Europa. Eurocommissaris Hans van den Broek hield de openingsrede. Op 4 oktober organiseerde het CDJA een stu­dieconferentie over het jongerenbeleid. Een dele­ga­tie van het CDJA was in het weekeinde van 31 januari - 2 fe­bruari in Brussel aanwezig bij de oprich­ting van de Youth of the Euro­pean People's Party (Y­EPP). De CDJA-er Jan Kees de Jager werd verkozen tot adjunct-secretaris-generaal van deze Europe­se jongerenor­ganisatie van de Europese Volkspartij (EVP).

De ledendag/landelijke raad van het CDAV had plaats op 26 april. Op deze bijeenkomst werd de discussie over het thema 'gedeelde zorg, gedeelde vreugd' afgesloten. In het middagpro­gram stond het internet centraal, in het kader van het nieuwe jaarthema van het CDAV, 'kennissamenle­ving'. In het najaar verscheen een brochure met dezelfde titel. Op deze bijeen­komst legde Marry Visser-Van Doorn het voorzitterschap van het CDAV neer. Zij was op 15 april Heerma opgevolgd als lid van de Tweede-Kamer­fractie. Hanske Even­huis-Van Essen en Ans Willemse-Van der Ploeg namen ge­zamenlijk het voorzit­terschap waar. Aan het eind van het jaar werd J. Cree­mers als voorzitter aange­wezen. De partijraad van 6 februari 1998 moest dit officieel bekrachtigen.

Op 14 juni kwam de ledenraad van de CDA-Bestuurdersvereniging bij­een. Er werd onder meer gesproken over de relatie van de vereni­ging met het CDA. De jaarlijkse conferentie van de vereni­ging werd gehouden op 4 oktober. Het thema was drugsbeleid. Op de najaars­vergadering van de leden­raad op 8 november werd burgemees­ter Deetman van Den Haag tot voorzitter benoemd. Hij was de opvolger van Jan Pastoor.

De Eduardo Freistichting, een organisatie van het CDA die zich bezig houdt met internationale solidariteit, belegde op 20 sep­­tember samen met het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA een confe­rentie over 'markt, milieu en samenleving'. Op de bijeenkomst stond de vraag centraal hoe er een evenwicht kon worden gevonden tussen economie en ecologie en de belangen van de West-Europese landen enerzijds en die van de landen in Afrika en Midden- en Oost-Europa anderzijds. Dagvoorzitter was Schmel­zer.

Personalia

Op 6 februari werd oud-minister Peter Kooijmans rechter bij het Internatio­naal Gerechtshof in Den Haag. In het CDA was hij voor­zitter van de commis­sie Buitenland. In deze functie werd hij opge­volgd door Berend-Jan van Voorst tot Voorst, gouverneur van de provin­cie Limburg.

Op 29 maart overleed Wilhelm de Gaay Fortman. Hij was in 1934 lid gewor­den van de ARP. Voor deze partij zat hij van 1960 tot 1973 in de Eerste Kamer. Vervolgens werd hij minis­ter van Binnen­landse Zaken in het kabinet-Den Uyl. Na de val van dit kabinet in 1977 werd hij weer lid van de Eerste Kamer. Hij zou tot 1981 senator blijven.

Op 3 juni overleed Bert Haars. Zij was in de jaren 1950-1977 voor de CHU lid van de Provincia­le Staten van Utrecht (in de periode 1972-1974 maakte ze deel uit van het college van Gedepu­teerde Staten). Van 1967 tot 1972 maakte Haars deel uit van de Tweede Kamer. In de jaren 1977-1981 was zij staatsse­cre­taris van Justi­tie in het eerste kabinet-Van Agt.

Op 1 juli legde Willem Scholten zijn functie neer als vice-presi­dent van de Raad van State. Hij bekleedde deze positie sinds 1980. Zijn opvolger werd Herman Tjeenk Wil­link (PvdA). Schol­ten werd benoemd tot minis­ter van Staat.

Op 1 juli volgde het CDA-lid Nout Wellink de PvdA-er Wim Duisen­berg op als direc­teur van De Nederlandsche Bank. Wellink was sinds 1982 directeur bij deze instelling.

Op 1 september verliet oud-staatssecretaris Yvonne van Rooy de Tweede Kamer. Zij werd voorzitter van het College van Be­stuur van de Katholieke Universiteit Brabant. Eerder was zij genoemd als kandidaat voor het burgemeester­schap van Tilburg als opvolger van de CDA-er Gerrit Brokx, maar deze functie ging naar de PvdA-er Johan Stekelenburg (zie in deze Kroniek onder PvdA). Van Rooy werd als Tweede-Ka­merlid opgevolgd door Bob Heerin­ga.

Op 10 september overleed Theo Thurlings. Van 1956 tot 1983 was hij lid van de Eerste Kamer, eerst voor de KVP en later voor het CDA. In de jaren 1973-1983 was hij voorzitter van de senaat.

Op 13 november overleed Maarten Schakel. Hij had van 1964 tot 1981 zitting gehad in de Tweede Kamer, eerst voor de ARP en vanaf 1977 voor het CDA. Van 1946 tot 1986 was hij burgemeester van Noorde­loos, Hoornaar en Hoog­blokland.

Op 31 december legde Pieter Beelaerts van Blokland zijn functie als Commissaris der Koningin van de provincie Utrecht neer.

Laatst gewijzigd:10 mei 2023 09:50