Kunst in de gang naar de Diephuiszaal

Wie de gang richting de Diephuiszaal betreedt, ziet daar twee zwart-witfoto's en twee kleine schilderijen hangen. De foto's zijn gemaakt door hoogleraar economisch recht Hans Vedder; de schilderijen zijn van de hand van alumna Rechtsgeleerdheid Irene Buitenhuis.

De industriële activiteit in Groningen werd enorm geholpen door de ruime toevoer van energie. Deze energie kwam eerst in de vorm van menselijke arbeid, waarbij arbeiders ketels stookten om karton te maken van stro dat ook in overvloed werd geproduceerd in het oosten van Groningen. Dit werd later ingeruild voor energie in de vorm van aardgas en elektriciteit. Ook hier was aardgas in overvloed aanwezig met een van de grootste aardgasreservoirs ter wereld op slechts een paar kilometer onder de oppervlakte van Groningen. De conversie naar elektriciteit was ook goedkoop en gemakkelijk.

Industriële transformaties zijn overal en van alle tijden. Vedders vier beelden (allemaal genomen in 720nm infrarood licht) laten zien wat er gebeurt tijdens of na zo'n transformatie. Gebouwen worden lege hulzen, werkplekken worden verlaten en de zoektocht naar nieuwe doeleinden begint. De wet speelt hierbij natuurlijk een rol door faillissementen te regelen, werknemers te beschermen en vaak ook milieuvervuiling op te ruimen.

Wetgeving met betrekking tot de bescherming van werknemers heeft bijgedragen aan de ondergang van sommige van deze bedrijven, omdat ze de lonen verhoogden en bepaalde vormen van arbeid simpelweg verboden, bijvoorbeeld in De Toekomst. Strokartonfabriek 'De Eendracht' kreeg een boete van 1,75 miljoen euro voor het overtreden van artikel 101 VWEY, wat de winstgevendheid niet ten goede kwam en NEG en Aldel bezweken allebei onder energieprijzen die niet langer kunstmatig verlaagd konden worden door middel van staatssteun. In de ogen van Vedder hebben deze slapende industriële reuzen een subtiele schoonheid en laten ze ons nadenken over de vluchtigheid van zoveel menselijke activiteiten, waaronder het maken van wetten.