Bindend studieadvies
Algemeen |
De Rijksuniversiteit Groningen heeft een 'bindend studieadvies' (BSA).In 2024-2025 houdt dat in dat een student 45 van de 60 ECTS uit de propedeuse moet behalen in het eerste jaar van inschrijving. Zorg ervoor dat u alle omstandigheden die uw studieresultaat (negatief) beïnvloeden onmiddellijk aan de studieadviseurs meldt. Niet melden kan een negatieve invloed hebben op het bindend studieadvies. Een student wiens advies in in het voorafgaande studiejaar is uitgesteld, moet in 2024-2025 45 van de 60 ECTS uit de programma van het eerste jaar van de bachelor behalen. Een student, die niet aan deze eis voldoet, kan zich gedurende de eerstvolgende twee jaar niet inschrijven voor een opleiding aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid. Studenten die zich uitschrijven van de opleiding voor 1 maart 2025, zullen geen BSA ontvangen. Van deze regeling kan alleen gebruik gemaakt worden gedurende het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding. Let op: DUO kent een '1 februari regeling' (zie handboek BSA). |
Meer informatie |
Meer informatie over 'Bindend studieadvies' is te vinden in paragraaf 5 van de onderwijs- en examenregelingvoor de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid. Daar vindt u onder andere de volgende informatie:
|
Procedure |
De BSA procedure is als volgt:
|
Facultaire criteria |
Volgens de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek kan slechts een negatief studieadvies worden gegeven, “indien de student (…), met inachtneming van zijn persoonlijke omstandigheden, niet geschikt moet worden geacht voor de opleiding, doordat zijn studieresultaten niet voldoen aan de vereisten die het bestuur daaromtrent heeft vastgesteld.” Dit wettelijk beoordelingscriterium wordt door de Commissie BSA als volgt geoperationaliseerd. I. De commissie beoordeelt de geschiktheid van de student voor de opleiding aan de hand van de studieresultaten. Leidend bij die beoordeling is: I.1 het aantal behaalde studiepunten en de studievoortgang, in relatie tot:
I.2 het perspectief dat hieruit naar voren komt op een succesvolle afronding van de bachelor binnen een redelijke termijn. Voorts wordt bij die beoordeling acht geslagen op: I.3 de mate waarin de student eigen verantwoordelijkheid heeft genomen, bijv. blijkend uit studiegedrag en het zich tijdig melden bij de studieadviseurs teneinde de studievoortgangsproblemen en de persoonlijke omstandigheden te bespreken. Ad. I.1 De bij de beoordeling van de geschiktheid in acht te nemenpersoonlijke omstandigheden zijn uitsluitend de volgende omstandigheden: a. ziekte en psychische problematiek van betrokkenen; b. lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis van betrokkene; c. zwangerschap van betrokkene; d. bijzondere familieomstandigheden; e. het lidmaatschap, daaronder begrepen het voorzitterschap, van gremia als de universiteitsraad, de faculteitsraad en het bestuur van een studentenorganisatie van enige omvang; f. omstandigheden die verband houden met de combinatie van studie en topsport voor studenten die door de RUG als topsporter conform de topsportregeling zijn erkend. II. Indien er persoonlijke omstandigheden zijn en deze een beoordeling van de geschiktheid van de student voor de opleiding in de weg staan, dan zal worden geadviseerd het oordeel tot een later moment in de propedeutische fase uit te stellen. |
Laatst aangepast op 14 augustus 2024 |