Fraude
Wat is fraude: |
Artikel 15 Examenreglement(Fraude) Artikel 15 Fraude lid 1 Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een student waardoor het vormen van een juist oordeel omtrent zijn of andermans kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt. lid 1a Als fraude gelden onder meer:
lid 2 Wanneer een vermoeden van fraude tijdens het afleggen van een tentamen ontstaat, , wordt de student in beginsel toegestaan het tentamen af te ronden, behoudens verstoring van het tentamen, dan kan de examinator de student uitsluiten van verdere deelname aan het tentamen. lid 3 De examinator draagt zorg dat een verslag van de geconstateerde of vermoede fraude onverwijld wordt toegezonden aan de Examencommissie, onder toezending van een afschrift aan de student, binnen een redelijke termijn nadat het vermoeden van fraude tot stand is gekomen. lid 4 De student kan bij de Examencommissie bezwaar maken tegen de uitsluiting. lid 5 Indien de Examencommissie heeft vastgesteld dat de student heeft gefraudeerd, kan de Examencommissie het behaalde resultaat voor het desbetreffende vak ongeldig verklaren, de betrokkene het recht ontnemen één of meer door de Examencommissie aan te wijzen tentamens of examens af te leggen gedurende een door de Examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een jaar. Bij ernstige fraude kan de Examencommissie het instellingsbestuur verzoeken de inschrijving voor de opleiding van de betrokkene definitief te beëindigen. lid 6 De Examencommissie beslist niet dan nadat zij de student en de examinator heeft gehoord, althans daartoe in de gelegenheid heeft gesteld. |
||||||||||
Algemeen |
Fraude
kan zowel in papers (in de vorm van plagiaat) als bij tentamens
worden geconstateerd. Als de surveillant of examinator fraude
constateert tijdens een tentamen, dan kan deze de betrokken student
uitsluiten van verdere deelname aan het tentamen (artikelen 11 lid
5 en 15 Examenreglement). De examinator draagt zorg dat een verslag
van de geconstateerde of vermoede fraude wordt toegezonden aan de
Examencommissie (het proces-verbaal), onder toezending van een
afschrift aan de student. Bij een ernstig vermoeden van fraude mag
de surveillant uw meegebrachte bezittingen en eigendommen
onderzoeken. De Examencommissie beslist dan nadat zij de student en de examinator heeft gehoord, althans daartoe in de gelegenheid heeft gesteld. Indien de commissie vaststelt dat de student gefraudeerd heeft, kan zij hem als sanctie onder andere het recht ontnemen één of meer tentamens af te leggen gedurende een door de Examencommissie te bepalen termijn van maximaal een jaar. Bij ernstige fraude kan de Examencommissie het instellingsbestuur verzoeken de inschrijving voor de opleiding van de betrokkene definitief te beëindigen (iudicium abeundi). |
||||||||||
Bezwaar en beroep |
Tegen het sanctiebesluit van de Examencommissie staat beroep open bij het CBE. Dit beroep kan ingediend worden via www.rug.nl/clrs, binnen 6 weken na dagtekening van het besluit. |
||||||||||
Voorbeelden |
|
||||||||||
Laatst gewijzigd 01-06-2024 |