Migratie te complex voor een politieke oneliner
Op de dag dat haar promovendus Daniël van Wijk zijn proefschrift verdedigt over de economische factoren die een rol spelen bij het uitstellen van kinderen krijgen, heeft Helga de Valk net genoeg tijd voor een interview. Maar niet over haar werk als plaatsvervangend voorzitter van de Staatscommissie Demografische ontwikkelingen 2050, want die commissie is nog aan het werk en komt pas begin volgend jaar naar buiten met de uitkomsten. Wel over haar onderzoek naar migratie en de invloed daarvan op de levensloop van individuen. En dus gaat het al snel over complexe, wereldomspannende vraagstukken, zoals migratie en vergrijzing.
Tekst: Marjan Brouwers
Studie, werk en liefde
Wat veel mensen zich niet realiseren, is het gegeven dat migranten vooral naar Nederland komen voor werk, studie of liefde’, zegt De Valk ‘Het aandeel asielzoekers is maar beperkt. Het beeld dat we overspoeld worden door Afrikaanse vluchtelingen die in gammele bootjes de Middellandse Zee oversteken is dominant, terwijl men bij andere migranten nauwelijks een beeld heeft. Natuurlijk is het vreselijk wat die mensen moeten meemaken en ik wil hun leed zeker niet bagatelliseren, maar als je naar de cijfers kijkt, zie je dat de instroom van asielzoekers naar Nederland een relatief klein deel van alle migratie betreft. Verreweg de meeste migranten zijn afkomstig uit andere Europese landen en die komen hier niet om asiel aan te vragen maar om te werken, te studeren of zich bij hun geliefde te voegen.’
Vergrijzing
Een van de grootste vraagstukken van Nederland naast migratie is de vergrijzing. De Valk: ‘Vergrijzing gaat over hoe we als gehele bevolking ouder worden. Dat komt niet alleen door dat we er meer levensjaren bij krijgen en het aantal tachtigplussers als gevolg van de babyboomgolf snel stijgt, maar ook omdat er weinig jongeren bij komen. We hebben in Nederland namelijk een relatief lage vruchtbaarheid en dat werkt door in de totale bevolkingspiramide. De komende jaren krijgen we te maken met een hoge piek van ouderen, maar ook daarna zullen we een relatief ouderebevolking houden, omdat de generaties na de babyboomers relatief minder kinderen hebben gekregen.’
‘We moeten toe naar een nieuwe mix van mensen die de arbeidsmarkt overeind houden’
Vruchtbaarheid gedaald
Dat de vruchtbaarheid in Nederland is gedaald, komt ten eerste doordat vrouwen dankzij de pil meer controle hebben over het aantal kinderen dat ze krijgen. De Valk: ‘Onderwijs is ook een factor: hoe hoger vrouwen zijn opgeleid, hoe minder kinderen ze krijgen. De ontkerkelijking van de samenleving is een derde factor: vroeger kwam de pastoor een half jaar na de bevalling vragen wanneer het volgende kind kwam. Dat gebeurt nu ook niet meer. Deze factoren van uitstel en sommige gevallen afstel van het krijgen van kinderen zie je niet alleen hier terug, maar ook in andere landen.’
Investeren in jongeren
Er zijn nog meer redenen waarom jongeren minder of later kinderen krijgen, vervolgt De Valk. Haar promovendus Daniël van Wijk heeft hier onderzoek naar gedaan. ‘Het blijkt dat steeds meer jonge mensen vanwege economische factoren, zoals onzekerheid over het vinden van een vaste baan of een geschikte woning, het krijgen van kinderen uitstellen. Demografisch gezien betekent dit dat die vrouwen minder kinderen kunnen krijgen. We zullen dus moeten wennen aan het idee dat we een duurzaam oudere samenleving zijn. Dat betekent overigens niet dat we ons alleen maar moeten richten op de noden van die ouderen. Niet meer investeren in jongeren is het slechtst wat je kunt doen. Alles wat we doen in de vroege levensfase, werkt door in het latere leven. Hoe meer we investeren in jongeren - onder andere via onderwijs - hoe groter de kans dat ze bijvoorbeeld langer gezond blijven, kinderen krijgen en doorwerken.’
Nieuwe mix werkenden
‘Het is onmogelijk hetzelfde welvaartsniveau te behouden zonder iets te veranderen,’ betoogt De Valk. ‘Daarvoor hebben we niet alleen jonge arbeidsmigranten nodig, maar iedereen die aan de kant staat, ook ouderen die langer kunnen en willen doorgaan en vrouwen die meer uren zouden kunnen werken. We moeten toe naar een nieuwe mix van mensen die de arbeidsmarkt overeind houden. En ja, dan moet je die migranten niet weer laten vertrekken, zoals je nu veel ziet bij jonge Polen, maar sommige juist stimuleren om langer te blijven. Heel goed kijken dus naar wie er weggaan en meer doen om die migranten die we zo hard nodig hebben voor ons land te behouden. Zoals Duitsland dat bijvoorbeeld doet.’
Te vaak verhuizen
Overigens is het ook van belang asielzoekerskinderen een betere start te geven. Een van De Valks onderzoekslijnen gaat over de invloed van verhuizingen in de kindertijd op de latere levensloop van kinderen. De Valk: ‘Als kinderen erg jong zijn, lijken ze weinig langdurige gevolgen te merken van verhuizingen. Dat verandert in de puberteit. Kinderen die in die leeftijd vaak moeten verhuizen, kunnen daar later in hun leven last van krijgen. Vooral als er ook nog eens sprake is van een instabiele familiesituatie, zoals een echtscheiding, of in combinatie met slechte huisvesting of armoede. Die kinderen lopen meer risico op latere gezondheidsproblemen of hebben bijvoorbeeld als ze volwassen zijn veel moeite met het vormen van stabiele relaties.’
‘Opschieten met het maken van toekomstgericht beleid’
Asielbeleid kinderen
Daarom is de hoogleraar bijzonder kritisch op het Nederlandse asielbeleid waarbij kinderen in korte tijd soms wel zes of zeven keer naar weer een andere (opvang)locatie ergens in het land moeten verhuizen. ‘Die kinderen komen al uit een moeilijke situatie en hebben veel meegemaakt. Over instabiele omstandigheden gesproken. Ik vraag me echt af waarom we niet net als in sommige andere landen asielzoekers met kinderen meteen op een vaste locatie huisvesten, waar ze kunnen blijven totdat duidelijk is of ze in het land mogen blijven of niet. Daarmee zouden we misschien veel ellende kunnen voorkomen, later in de levensloop van die kinderen.’
Anders wonen en leven
Voor een goede balans tussen jong en oud in een vergrijsde samenleving is het ook nodig dat er veel verandert in de manier waarop we wonen en samenleven, vindt De Valk. ‘En dat kan ook: we hebben ruimte, maar misschien kunnen we daar beter anders naar gaan kijken. Vergeleken met andere Europese landen, leven we op grote voet: per persoon zijn we gewend aan meer vierkante meters woonruimte dan elders. Dat biedt mogelijkheden, maar dan moeten we wel anders gaan denken. Zo heb je in Duitsland veel meer generatiewoningen waar families bij elkaar wonen. Dat spreekt ook de Marokkaanse en Turkse ouderen aan, die dat van huis uit zijn gewend, maar nu in slecht onderhouden huurwoningen in de binnensteden wonen. Veel Nederlandse ouderen zijn juist weggetrokken uit de steden en blijven dan vereenzaamd achter in een veel te groot huis, vaak in rurale gebieden waar nauwelijks jongeren wonen.
Opschieten
Ondertussen moeten we opschieten met het maken van toekomstgericht beleid, want die hoge piek van oude babyboomers bereiken we al in 2030. Het is noodzakelijk fundamenteel anders en vooral creatiever te gaan bedenken hoe we willen samenleven. We zullen die samenleving structureel anders moeten inrichten. Daarvoor hebben we iedereen nodig, vrouwen, jongeren en ouderen en zeker ook migranten, of ze nu komen voor werk, de liefde of asiel.’
Helga de Valk (1972) studeerde en promoveerde aan de Universiteit Utrecht. Sinds 2015 is ze in Groningen honorair hoogleraar migratie en levensloop aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen en sinds 2020 directeur van het met de RUG verbonden Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) in Den Haag. In 2018 ontving zij de ERC Consolidator Grant voor haar onderzoeksproject MYMOVE. Ze is ook plaatsvervangend voorzitter van de Staatscommissie Demografische ontwikkelingen 2050. Deze commissie is aangesteld door het kabinet en parlement om begin 2024 te adviseren over de uitdagingen die de verwachte vergrijzing en migratie de komende dertig jaar met zich meebrengen.
Dit artikel is onlangs gepubliceerd is ons online alumnimagazine Broerstraat 5.
Meer informatie
Laatst gewijzigd: | 02 november 2023 08:55 |
Meer nieuws
-
19 december 2024
Lessen voor adaptieve benadering voor de inrichting van Nederland
Waar komen nieuwe woningen en welke veranderingen in de landbouw heeft de overheid voor ogen? Hoe maken we ruimte voor klimaatadaptatie? In de Nationale Omgevingsvisie maakt de rijksoverheid belangrijke keuze over de ruimtelijke inrichting van...
-
12 december 2024
Onderwijs bevorderen door innovatie: VR Experience Days bij de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen
Hoe kun je virtual reality gebruiken om de effecten van bouwhoogte op het landschap van Lauwersoog te bestuderen, of de toegankelijkheid van een woonwijk wanneer het dichter bebouwd wordt? Om technologie te integreren in het onderwijs, organiseerde...
-
22 oktober 2024
De dreigende kloof op het platteland
Het valt wel mee met de veronderstelde kloof tussen stad en platteland, vindt Felix Pot. ‘Er dreigt eerder een kloof óp het platteland: tussen autobezitters en mensen die niet over eigen vervoer beschikken.'