Veilig zelfstandig fietsen door slechtzienden
Kunnen slechtzienden veilig zelfstandig fietsen? Bart Jelijs stelt dat richtlijnen daarvoor niet alleen gebaseerd moeten zijn op de aard of de ernst van een visuele functiebeperking, want dat sluit veel slechtziende mensen onnodig uit. Bovendien zijn niet alleen omgevingsomstandigheden (zoals de infrastructuur en verkeerssituatie) belangrijk, maar óók zelfvertrouwen. Jelijs promoveert op 30 maart aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Veel mensen fietsen dagelijks, bijvoorbeeld om naar school, het werk of de supermarkt te gaan. Ook wordt deze vorm van beweging steeds relevanter. In de eerste plaats blijven mensen dat steeds langer doen (denk aan ouderen met elektrische fiets). Ten tweede wordt fietsen sterk gestimuleerd, mede vanwege voordelen voor klimaat, ruimte en gezondheid. En tot slot zal slechtziendheid steeds vaker voorkomen in de nabije toekomst, als gevolg van de vergrijzing. Veel oogaandoeningen ontstaan of ontwikkelen zich op latere leeftijd.
Het is bekend dat er mensen met ernstige (permanente) beperkingen in gezichtsscherpte of gezichtsveld zijn die zelfstandig fietsen. Maar er zijn ook mensen met mildere visuele functiebeperkingen die zijn gestopt met fietsen. Hoé slecht iemand ziet is niet altijd doorslaggevend voor het gebruiken van de fiets: hierbij spelen ook andere omstandigheden mee. Het doel van het onderzoek was te bekijken wélke omstandigheden dit zijn, welke moeilijkheden slechtziende fietsers ervaren en hoe zij hun gedrag aanpassen om te kunnen fietsen. Meer kennis hierover helpt andere slechtziende mensen bij het (leren) fietsen en bij het optimaliseren van hun mobiliteit.
Het onderzoek van Jelijs laat zien dat voor het gebruiken van de fiets niet alleen omgevingsomstandigheden (zoals de infrastructuur en verkeerssituatie), maar ook het zelfvertrouwen belangrijk zijn. Moeilijkheden die veel slechtziende fietsers ervaren hebben te maken met: licht-donkerwisselingen, oversteken van kruisingen zonder verkeerslichten en de slechte zichtbaarheid van anderen. Slechtziende fietsers rijden vaker langzamer dan hun goedziende leeftijdgenoten, mogelijk om de visuele informatie te verwerken. Er zijn geen aanwijzingen dat slechtziende fietsers andere, veiligere routes nemen. Een belangrijke algemene bevinding is dat richtlijnen voor het zelfstandig fietsen niet alleen gebaseerd moeten zijn op de aard of de ernst van de visuele functiebeperking, want dit sluit veel slechtziende mensen onnodig uit van het fietsen.
Laatst gewijzigd: | 05 april 2023 13:47 |
Meer nieuws
-
05 november 2024
Hebben ouders invloed op de roze of grijze bril van hun kinderen?
Hoe ontstaat een positieve blik eigenlijk? In hoeverre is opvoeding hierbij van belang? En welke rol speelt optimisme eigenlijk in het dagelijks leven van ouders en kinderen? Charlotte Vrijen probeert een antwoord te vinden op deze vragen. Ze doet...
-
10 september 2024
Steeds weer de verkeerde
Julie Karsten onderzoekt hoe ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag de online partnerkeuze van jongeren beïnvloeden. Ze richt zich vooral op de vraag of mensen die eerder ‘dader’ of ‘slachtoffer’ zijn geweest elkaar opzoeken. Door deze...
-
09 september 2024
Mensen met psychose vaak slachtoffer van geweld
Mensen met een psychose worden veel vaker slachtoffer van geweld en criminaliteit dan de algemene bevolking. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Bertine de Vries, dat zij op 19 september verdedigt aan de Rijksuniversiteit Groningen.