Expertisecentra bij GMW
Sinds kort telt de faculteit GMW vijf expertisecentra. In deze centra houden onderzoekers van verschillende basiseenheden zich samen met partners uit de praktijk bezig met onderzoek, scholing en advies op het gebied van actuele maatschappelijke thema’s.
Binnen de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen wordt er volop samengewerkt met anderen binnen en buiten de universiteit. Denk aan samenwerkingen met andere basiseenheden of faculteiten, maar ook met organisaties zoals FC Groningen, het ministerie van defensie, het UMCG en WIJ Groningen.
Deze bijzondere samenwerkingen zijn sinds kort geclusterd in vijf expertisecentra. De centra houden zich bezig met onderzoek, scholing en advies op het gebied van actuele maatschappelijke thema’s: gezondheid en welzijn, diversiteit, talentontwikkeling en betere hulpverlening aan probleemgezinnen.
De vijf expertisecentra zijn:
- Gezinnen met meervoudige en complexe problemen
- Sociale wetenschappen, gezondheid en welzijn
- Talentontwikkeling
- LGBTQIA+ onderzoek (website volgt binnenkort)
- Interactie in de diverse klas (website volgt binnenkort)
Opmerkingen of vragen over dit stuk? Neem contact op met de afdeling Communicatie, Marketing en Voorlichting van GMW.
Laatst gewijzigd: | 22 maart 2022 13:51 |
Meer nieuws
-
10 september 2024
Steeds weer de verkeerde
Julie Karsten onderzoekt hoe ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag de online partnerkeuze van jongeren beïnvloeden. Ze richt zich vooral op de vraag of mensen die eerder ‘dader’ of ‘slachtoffer’ zijn geweest elkaar opzoeken. Door deze...
-
09 september 2024
Mensen met psychose vaak slachtoffer van geweld
Mensen met een psychose worden veel vaker slachtoffer van geweld en criminaliteit dan de algemene bevolking. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Bertine de Vries, dat zij op 19 september verdedigt aan de Rijksuniversiteit Groningen.
-
04 september 2024
Segregatie op de werkvloer groeit: Topverdieners werken steeds meer samen
Topverdieners werken steeds vaker uitsluitend samen met andere hoogbetaalde collega’s, terwijl het contact met werknemers met een middeninkomen verder afneemt.