Kennis als fundament
Wat heeft wetenschap te bieden als de geloofwaardigheid van de wereld om je heen is weggevallen? Als je je niet meer thuis voelt op eigen bodem, in een huis dat niet veilig is? Wat is kennis in zo’n situatie nog waard? Met wetenschap win je de oorlog niet. Hoeft ook niet, betoogt Tom Postmes. Wat wel moet: voor duidelijkheid zorgen en de juiste vragen stellen. We spreken de hoogleraar sociale psychologie over wat wetenschap volgens hem bij kan dragen in een complexe situatie als die van de Groningse bevingsproblematiek.
Tekst: Elske Kroondijk, afd. Communicatie / Foto's: Reyer Boxem en Angelo Roga
Natuurlijk raakt Tom Postmes zelf ook wel eens ontmoedigd. In zijn onderzoek naar de sociale impact van de Groningse aardbevingsproblematiek komt hij veel machteloosheid tegen bij bewoners. “Wat doen we hier eigenlijk?” was een van de uitspraken tijdens de afgelopen kennistafelsessie. De kennistafelsessies worden georganiseerd door platform Leefbaar en Kansrijk Groningen, dat opgericht is op verzoek van de Nationaal Coordinator Groningen (NCG). Met het platform, een samenwerking tussen de RUG (penvoerder), Hanzehogeschool Groningen, CMO-STAMM/Sociaal Planbureau Groningen en GGD Groningen, wil de NCG kennis zoveel mogelijk bundelen, en daarnaast ook de duiding van kennis stimuleren.
Wéér een platform?
Ja, dat is een terechte vraag. We willen niet de zoveelste instantie zijn die valse verwachtingen wekt, waar mensen tevergeefs hun hoop op vestigen. Dat moet je voorkomen. Daarom hebben we vanaf het begin goed gekeken of we dit wel moesten doen. Wat wij nadrukkelijk niet willen, is zelf onderzoek doen en pretenderen dat wij de oplossingen hebben. Wat we wel gaan doen is bestaande kennis bundelen en duiden. Daarmee kunnen we wetenschappers helpen goede onderzoeksvragen te formuleren en partijen zoals de NCG, overheid én bewoners helpen om oplossingen te vinden.
Wat is de toegevoegde waarde van zo’n kennisplatform?
Het aardbevingsvraagstuk is een ingewikkelde juridische en bestuurlijke spaghetti. Er is wantrouwen, onrust en stress. Erfgoed en de identiteit van het gebied staan onder druk. Er zijn economische tegenvallers maar ook kansen. Al die onderwerpen zijn ontzettend verweven met elkaar. Als je onderzoekers en professionals uit al die verschillende velden samenbrengt en in contact brengt met bewoners, dan leert iedereen daar enorm veel van. Het helpt je ook om tot betere onderzoeksvragen te komen. Vragen waar je niet van had vermoed dat je ze moest stellen.
De meerwaarde van samenwerking dus.
Ja, ik geloof echt in die bundeling van krachten. Er zijn professionals én onderzoekers die inzoomen op één heel specifiek aspect van de Groningse situatie, los van alle andere aspecten. Als je dat ziet denk je: dat kan beter. Ik lees bijvoorbeeld wel eens een artikel in een wetenschappelijk tijdschrift waarvan ik denk: deze onderzoekers hebben geen flauw idee wat er in Groningen aan de hand is. Zo’n verhaal is onvolledig en misschien wel onjuist. Met betere samenwerking kun je dat voorkomen.
Wat kan zo’n platform nou concreet voor gedupeerde Groningse bewoners betekenen?
Wij zijn niet van de afdeling psychosociale zorg of juridische bijstand. Wij gaan bewoners niet direct helpen of bijstaan. Maar ik merk dat bewoners én professionals de kennis, duidelijkheid en inzichten over dit onderwerp enorm waarderen. Daar zitten mensen echt op te wachten. Dat merkten we ook bij de masterclasses die we georganiseerd hebben: deze zaten tot de nok toe vol. Het publiek was heel gemengd: ambtenaren van gemeentes, mensen die bij organisaties of bedrijven werken die zich ermee bezighouden, maar ook veel bewoners. Onder iedereen leeft een heel grote kennisbehoefte. Geen debat, geen discussie, maar kennis.
Waar komt die grote kennisbehoefte vandaan denk je?
Ik denk dat mensen behoefte hebben aan duiding, juist omdat er zoveel onduidelijk en onzeker is. Gelukkig is er al veel kennis beschikbaar. Dit was ook een van de constateringen tijdens de kennistafelsessie: men is verbaasd over hoeveel inzicht er al eigenlijk is. Het gevoel overheerste dat op basis van die kennis het eigenlijk al helder is hoe het met bepaalde dossiers verder moet. Eigenlijk is het heel paradoxaal: er komt steeds meer kennis beschikbaar, maar tegelijkertijd neemt ook de onduidelijkheid rondom de aardbevingsproblematiek toe. Dat is een gekke tegenstrijdigheid.
Dat is toch ook wrang? Ergens is er hoop, want er is al veel kennis beschikbaar. Maar als er vervolgens niks gebeurt, dan kun je er ook heel somber van worden.
Als je tijdens zo’n kennistafelsessie consensus weet te bereiken tussen mensen die aan de wetenschappelijke kant bezig zijn, mensen die aan de praktische kant bezig zijn, en mensen die voor bewoners bezig zijn, over wat we weten en hoe we daarmee verder moeten, dan kan ik daar niet somber van worden. Ik vind het wel stoer dat de aanwezige wetenschappers zeggen: de kennis is er al, mij heb je niet meer nodig. Het betekent namelijk dat we voor een aantal opgaven gewoon aan de slag kunnen.
Kennis is het probleem dus niet. Belangrijker is hoe je van kennis tot daden komt. Of valt dat volgens jou buiten de verantwoordelijkheid van de wetenschap?
Nee, ik denk dat het goed is als wetenschap daarover meedenkt of eraan meewerkt. Dat is ook een van de doelstellingen van het kennisplatform. Ik zou het als volgt formuleren: hoe regel je het geheel van verantwoordelijkheden, commitment en financiering, op zo’n manier dat men over kan gaan tot een gezamenlijke aanpak? En voor dat gedeelte, het governance-vraagstuk, spelen kennis en wetenschap een heel belangrijke rol. Maar precies dat is op dit moment nou net een van de meest ingewikkelde en netelige dingen.
Op dit moment worden alleen bij de rechter stappen voorwaarts gezet...
Ja. En dat is bevreemdend. En vervreemdend. Mensen voelen zich in toenemende mate vervreemd van hun eigen land en vervreemd van de maatschappij. Dat is een vervelende constatering. Ik lijk wel een politicus: “het is een vervelende constatering en daar moeten we met z’n allen iets aan doen.” Maar daar houdt de verantwoordelijkheid van ons als wetenschapper wel op. Dat is echt niet meer de taak van ons kennisplatform. We kunnen wel zeggen: we snappen er niks van. We kunnen zeggen: het deugt niet. En we kunnen zeggen: het kan ook anders.
Maar wat hebben we dan precies aan wetenschappers?
Met je wetenschappelijke kennis kun je wel de bestaande situatie beschrijven en duiden. Je kunt uitleggen wat er wel en niet wenselijk is. Of internationaal en historisch vergelijkend onderzoek doen, waarbij je de vraag stelt: zijn er goedwerkende alternatieven bekend? Vanaf daar gaan anderen weer verder. Rechters bijvoorbeeld, die onze onderzoeken gebruiken om tot een oordeel te komen. Of het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), dat het literatuuronderzoek van het kennisplatform geciteerd heeft als reden om de gaswinning terug te brengen. Ik zou onze taak alleen nooit willen verengen tot het punt van: we laten een wetenschapper bepalen wat we nou moeten of niet. Het zou vreselijk zijn als men echt op die manier naar wetenschappers zou luisteren. Dan heb je eigenlijk de democratie en het normale maatschappelijke verkeer buitenspel gezet. Dat gaan we niet doen toch?
Die onafhankelijke positie vanuit de wetenschap moet je koesteren.
Ja, maar je moet dat onafhankelijke ook weer niet overdrijven. Wetenschappelijke onafhankelijkheid laat zich heel gemakkelijk vertalen in de gedachte dat je wetenschappers helemaal met rust moet laten en dat wetenschappers zich weinig van de maatschappij hoeven aan te trekken. Daar ben ik dus ook weer niet voor. We gaan wel degelijk dit maatschappelijk probleem zo goed mogelijk duiden en er ook vanuit normatieve hoek ideeën op loslaten over hoe je het anders kunt doen. Dat doe je júist in dialoog met bewoners en andere partijen die ermee bezig zijn, om te zorgen dat die kennis niet losgezongen is van de realiteit. Maar ik trek wel een grens bij de suggestie die je lijkt te doen dat wetenschappers ook met oplossingen moeten komen. Aanbevelingen formuleren en suggereren wat oplossingen kunnen zijn? Ja graag. Maar beleid maken en verantwoordelijkheid nemen voor de implementatie, dat ga je vanuit de wetenschap niet doen: dat laat je aan bestuurders en professionals over.
Dus bij de implementatie ligt de grens? Is je rol daar volledig uitgespeeld of kun je vanaf de zijlijn nog iets bijdragen?
Daar zijn allerlei moderne vormen voor, dat noem je co-creatie, waarin je eigenlijk in gezamenlijkheid zo’n aanpak gaat vormgeven. Daar kunnen wetenschappers heel productief bij betrokken zijn. Er zijn allerhande nationale en internationale voorbeelden van situaties waarbij dat heel goed werkt. Het lastige van de Groningse situatie is echter dat het allemaal zo ongelooflijk politiek is en dat wantrouwen zo’n centrale rol speelt. Je moet er als wetenschapper dus heel erg op verdacht zijn met wie je samenwerkt, van wie je geld krijgt, onder welke voorwaarden je dat geld aanneemt. Transparantie is veel belangrijker dan bij andere gebieden. Dat zet samenwerking en co-creatie wel onder enige spanning.
Hoe houd je de moed erin als dit de realiteit is? Dat vraag ik ook aan jou als onderzoeker.
Het is een risico op de achtergrond. Je bent een kennisplatform aan het opzetten in een tijd waarin niemand weet hoe het verder moet. Ook voor mijn eigen onderzoek is dat wel eens lastig geweest eerlijk gezegd. We gaan steeds terug naar bewoners en instanties met dezelfde vraag: willen jullie weer meedenken? Je doet dat alleen maar omdat je denkt: ik kan iets positiefs bijdragen, ook voor hen. Ik kan je verzekeren dat als ik het gevoel heb: dat kan ik niet meer, dan vraag ik ze niet meer. In de vragenlijsten die we versturen, krijgen we van bewoners heel vaak te horen: goed dat jullie dit doen, ga door! Er staat ook vaak: ik hoop dat er eindelijk eens iets met de resultaten gebeurt.
Wat biedt kennis als het geen oplossingen biedt: biedt het misschien troost?
Ouders wier kind vermist is, die hebben er ontzettend veel baat bij als ze na twintig jaar ontdekken wat er gebeurd is. Duidelijkheid, zekerheid en inzicht: dat is van wezenlijk belang voor ieder mens. Je wil het begrijpen. Het onbegrijpelijke, het totaal niet snappen waarom het zo loopt zoals het loopt, dat is waar heel veel mensen mee worstelen. Mensen roepen makkelijk: kennis is geen doel op zich. Maar als je in een onzekere situatie verkeert, dan kan kennis wel degelijk een doel op zich zijn. Dat heeft alles te maken met dat het functioneel is om te begrijpen hoe dingen in elkaar steken.
Waarin schuilt nu volgens jou de belangrijkste bijdrage die wetenschap kan bieden in maatschappelijke kwesties als die van de Groningse aardbevingsproblematiek?
Wat je ziet is dat onderzoek een rol heeft gespeeld in het aanjagen van maatschappelijk debat. Ofwel in de publieke opinievorming, ofwel in de vragen die men in de Tweede Kamer of in de rechtbank stelt. Wetenschap draagt dus bij aan het lanceren van vragen die ertoe doen. Dan ligt er weliswaar geen panklare oplossing, maar het helpt je wel om het debat op een plek te krijgen die van groot belang is, interessant is, en anderen in staat stelt wél een oplossing te verzinnen. Waardevol onderzoek is niet het onderzoek waarbij de resultaten voor zich spreken; het is juist onderzoek dat vragen oproept en mensen aan het denken zet.
Laatst gewijzigd: | 12 maart 2020 21:23 |
Meer nieuws
-
17 december 2024
Autisme bij vrouwen: camoufleren eist zijn tol
Vrouwen met autisme krijgen vaak later een diagnose dan mannen. Onderzoeker Yvonne Groen ontwikkelde samen met haar collega’s een screeningsinstrument om de diagnose te vergemakkelijken.
-
26 november 2024
De angst om te eten
Renate Neimeijer doet onderzoek naar eetstoornissen bij kinderen en jongeren. Haar lopende onderzoek richt zich op de vermijdende en restrictieve voedselinname stoornis ARFID.
-
05 november 2024
Hebben ouders invloed op de roze of grijze bril van hun kinderen?
Hoe ontstaat een positieve blik eigenlijk? In hoeverre is opvoeding hierbij van belang? En welke rol speelt optimisme eigenlijk in het dagelijks leven van ouders en kinderen? Charlotte Vrijen probeert een antwoord te vinden op deze vragen. Ze doet...