Meer aandacht voor lichamelijke klachten bij depressie na behandeling van hartziekte
Ongeveer een op de vijf hartpatiënten krijgt last van een depressie. Onderzoeker Petra Hoen van het UMCG maakte onderscheid tussen verschillende vormen van depressieve klachten bij deze patiënten en stelde vast dat ze samenhangen met een verschillend ziektebeloop. Hartpatiënten bij wie lichamelijke depressieve klachten zoals vermoeidheid en slapeloosheid voorop staan, hebben een slechter ziektebeloop dan patiënten met een depressieve stemming en concentratieproblemen. Hoen pleit voor meer aandacht voor de behandeling van lichamelijke depressieve klachten, bijvoorbeeld met lichaamsbeweging. Op 12 september promoveert Hoen op de resultaten van haar onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Hartpatiënten hebben last van vernauwde kransslagaders, wat zich uit in angina pectoris (pijn op de borst) of een hartaanval. Al langer is bekend dat deze patiënten na behandeling van hun hartziekte een verhoogde kans lopen om depressief te worden. Behandeling van de depressie blijkt nauwelijks effectief te zijn, en ook de hartklachten nemen niet af door de depressiebehandeling.
Samenhang depressie en hartklachten
Hoen onderzocht een groep van 473 patiënten die een depressie ontwikkelden na een hartaanval. Zij maakte onderscheid tussen lichamelijke depressieve klachten zoals vermoeidheid, eet- en slaapproblemen, en cognitieve depressieve klachten, zoals depressieve stemming en concentratieproblemen. Uit haar onderzoek blijkt dat de lichamelijke depressieve klachten samenhangen met de ernst van de hartziekte en het beloop ervan. Hoen concludeert dat deze lichamelijke klachten een hoger risico op nieuwe hartziekten of een eerder overlijden geven.
Positieve emoties
De impact van negatieve emoties op het beloop van hartziekte is uitgebreid onderzocht, terwijl maar weinig studies zijn gedaan naar de effecten van positieve emoties. Om in deze leemte te voorzien, heeft Hoen een groep van 1019 patiënten met een stabiele vorm van hartziekte gevolgd over een periode van zeven jaar. Het ervaren van positieve gevoelens werd gemeten aan de hand van hoe enthousiast, energiek en alert een persoon in het leven staat. Hoen stelde vast dat hartpatiënten met positieve gevoelens een toegenomen levensduur hebben. Deze samenhang werd verklaard door de hogere mate van lichamelijke activiteit van de hartpatiënten met een positieve stemming. De bevindingen wijzen erop dat de toename van overleving die samenhangt met het ervaren van positieve gevoelens, mogelijk bereikt kan worden met behandelingen die ook lichamelijke training bevorderen.
Curriculum Vitae
Petra Hoen (Groningen, 1986) studeert geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij voerde haar promotieonderzoek uit in het kader van de Junior Scientific Masterclass bij de afdeling Interdisciplinary Center Psychopathology and Emotion Regulation binnen het Onderzoeksinstituut SHARE van het UMCG. De titel van het proefschrift van Petra Hoen is “New perspectives on depression and heart disease.” Hoen vervolgt haar opleiding tot arts in het UMCG.
Noot voor de pers
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van het UMCG, bereikbaar op telefoonnummer (050) 361 22 00.
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 01:49 |
Meer nieuws
-
27 augustus 2024
UMCG gaat onderzoeksfaciliteiten beschikbaar stellen voor geneesmiddelenontwikkeling
Om de beschikbaarheid en effectiviteit van geneesmiddelen in Nederland te verbeteren gaat het UMCG het bedrijf G² Solutions opzetten. Dit bedrijf moet ervoor gaan zorgen dat belangrijke technologische ontwikkelingen op het gebied van DNA sequencing...
-
17 juli 2024
Veni-beurzen voor tien onderzoekers
Aan tien onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en het UMCG is een Veni-beurs van maximaal 320.000 euro toegekend. De Veni-beurzen worden jaarlijks toegekend door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO) en zijn...
-
16 juli 2024
Geneeskunde nog altijd gestoeld op de man
Aranka Ballering onderzocht het ziektetraject dat mensen met veelvoorkomende klachten afleggen. Een van de opvallendste uitkomsten: vrouwen doorlopen gemiddeld een ander en minder uitgebreid traject dan mannen.