Troep op straat kan leiden tot discriminatie
Troep op straat zet mensen aan tot denken in stereotypen en zelfs tot discriminatie. Dat komt doordat mensen in een rommelige omgeving meer behoefte hebben aan structuur, stellen de gedragswetenschappers Diederik Stapel van Tilburg University en Siegwart Lindenberg van de Rijksuniversiteit Groningen, die beiden verbonden zijn aan het Tilburg Institute for Behavioral Economics Research (TIBER). De hoogleraren lieten dit zien in een serie experimenten waarvan de resultaten vrijdag 8 april zjn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Science.
Kan discriminatie afhankelijk zijn van hoe de leefomgeving eruit ziet? Psycholoog Diederik Stapel en socioloog Siegwart Lindenberg vermoedden van wel en gingen aan de slag om dat via experimenten uit te vinden. Uit eerder onderzoek was al gebleken dat mensen sneller stereotyperende oordelen vellen als ze veel behoefte hebben aan structuur. Stapel en Lindenberg ontwierpen nu een serie veld- en labexperimenten waaruit bleek dat hun vermoeden juist was.
In één van de veldexperimenten vroegen de onderzoekers veertig reizigers op station Utrecht Centraal een aantal vragen te beantwoorden over eigenschappen van minderheden in Nederland. De proefpersonen werd gevraagd om plaats te nemen in een ruimte waarin ook een Afrikaanse of autochtone Nederlander aanwezig was. Het experiment werd afgenomen tijdens de staking van het schoonmaakpersoneel en een tijd later nog eens, toen het station weer schoon was. In de vervuilde omgeving bleken de mensen in hun antwoorden meer stereotype eigenschappen toe te kennen aan minderheden dan in de schone omgeving. Bovendien gingen ze in de vervuilde omgeving verder af zitten van de Afrikaanse Nederlander dan van de autochtone Nederlander.
Orde in de chaos
Een vervolgexperiment in een rijke buurt in een Nederlandse stad liet zien dat mensen minder geld doneren aan een (fictief) Fonds voor Minderheden als er een fiets op straat lag, een auto fout geparkeerd stond en enkele stoeptegels waren losgemaakt, dan wanneer de straat er netjes bijlag. De stereotypering die ten grondslag ligt aan de discriminatie werd zelfs gevonden in een laboratoriumomgeving waarin proefpersonen geconfronteerd worden met ‘wanorde’ in de vorm van een aantal cirkels, vierkanten en driehoeken door elkaar op een stuk papier.
Het denken in stereotypen heeft dus vaak direct te maken met rommel op straat. Dat is het gevolg van de behoefte aan structuur die een wanordelijke omgeving automatisch en onbewust oproept. Stereotypering is een mechanisme dat mensen helpt omgaan met chaos in de omgeving. Op grond van hun resultaten adviseren de onderzoekers aan beleidsmakers om een rommelige omgeving zo vroeg mogelijk te signaleren en aan te pakken om discriminerend gedrag te voorkomen.
Referentie: Diederik Stapel & Siegwart Lindenberg: Coping with chaos: How disordered contexts promote stereotyping and discrimination, Science, april 2011.
Noot voor de pers
Meer informatie: prof.dr. S. Lindenberg
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 01:54 |
Meer nieuws
-
26 november 2024
De angst om te eten
Renate Neimeijer doet onderzoek naar eetstoornissen bij kinderen en jongeren. Haar lopende onderzoek richt zich op de vermijdende en restrictieve voedselinname stoornis ARFID.
-
05 november 2024
Hebben ouders invloed op de roze of grijze bril van hun kinderen?
Hoe ontstaat een positieve blik eigenlijk? In hoeverre is opvoeding hierbij van belang? En welke rol speelt optimisme eigenlijk in het dagelijks leven van ouders en kinderen? Charlotte Vrijen probeert een antwoord te vinden op deze vragen. Ze doet...
-
10 september 2024
Steeds weer de verkeerde
Julie Karsten onderzoekt hoe ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag de online partnerkeuze van jongeren beïnvloeden. Ze richt zich vooral op de vraag of mensen die eerder ‘dader’ of ‘slachtoffer’ zijn geweest elkaar opzoeken. Door deze...