Skip to ContentSkip to Navigation
Universiteitsbibliotheek
Universiteitsbibliotheek Meer erfgoed Tentoonstellingen Digitale tentoonstellingen Revisiting the Story of Troy

1155-1160

De Roman de Troie van Benoît 
Manuscript en afbeelding uit de Roman de Troie
Benoît de Sainte-Maure, Roman de Troie. Venice of Padua, ca. 1340-1350

In de twaalfde eeuw schreef de middeleeuwse Franse dichter Benoît de Sainte-Maure de Roman de Troie, een epos over de gebeurtenissen die leidden tot de Trojaanse oorlog. Het epos gaat over de oorlog zelf en de nasleep ervan. Benoît de Sainte-Maure leunde zwaar op klassieke bronnen zoals de Ilias van Homerus en andere Griekse en Latijnse teksten, alsook op christelijke bronnen, om zijn overvloedige verhaal tot stand te brengen. In het gedicht komt een grote hoeveelheid personages voor, waaronder de Griekse en Trojaanse helden, goden en godinnen die over leven en dood beschikken, en diverse andere figuren uit de mythologie. Elementen van romantiek, avontuur, ridderlijkheid en tragedie worden in het gedicht met elkaar verweven, waardoor de literaire smaak en culturele waarden van de middeleeuwen worden weerspiegeld. Deze Franse ridderroman is een voorloper van de Historia, en vormt een belangrijke bron van inspiratie voor de tekst van Guido. Hoewel Guido deze hervertelling inderdaad heeft geraadpleegd, bevatten de beide manuscripten zeer verschillende informatie. Toen Benoît zijn twee verhalen bewerkte tot de Roman de Troie, deed hij niets om het materiaal om te smeden tot een geschiedverhaal of een kroniek. Zijn toevoegingen waren liefdesverhalen, redes, uitvoerige theoretische beschrijvingen, paleizen met magische zuilen... Zoals kenmerkend was voor de schrijvers in de eerste, weelderige periode van de romantiek, benadrukte Benoît het wonderbaarlijke, het ongewone en zelfs het excentrieke: hij wilde de lezers verbluffen en fascineren in plaats van hen te onderwijzen over de wegen van de voorzienigheid. Toen Guido de Historia schreef, probeerde hij vooral de vreemde fantasieën van Benoît weg te laten of af te zwakken om een verslag te maken dat anderen, en hijzelf waarschijnlijk ook, zagen als een feitelijk verslag van de Trojaanse oorlog. Toen hij de belangrijkste toevoegingen van Benoît, en daarmee de meeste van Benoîts typisch twaalfde-eeuwse thema’s, had verwijderd, bleef er een berg specifieke gegevens over die geen verband hielden met enig ideologisch stelsel. In de proloog bij zijn Historia stelt Guido dat historici tot taak hebben het verleden te behoeden voor de vergetelheid. Vervolgens benadrukt Guido nogmaals dat zijn versie de enige ware is, en niet een tot de verbeelding sprekend dichterlijk bedenksel.

Laatst gewijzigd:05 juli 2024 21:42
View this page in: English