Bouwputten, glasblazers en handgemaakte vazen: Romeinse maakprocessen onder de loep
Zelden verrezen er zo veel nieuwe gebouwen en werden er zo veel kunstobjecten en gebruiksvoorwerpen gemaakt als in de Romeinse keizertijd. Hoe gingen Romeinen om met deze veranderingen? En welke ideeën hadden Romeinen over deze maakprocessen en hoe beïnvloedden deze opvattingen hun kijk op de wereld? Deze vragen houden universitair hoofddocent Latijnse taal- en letterkunde dr. Bettina Reitz-Joosse van de Rijksuniversiteit Groningen al een poos bezig. Dit najaar start ze met een aantal promovendi, een postdoc en studentassistenten een grootschalig onderzoek.
Tekst: Lieke van den Krommenacker | Foto's: Henk Veenstra
Dat een wandeling langs de Bodleian Library tijdens haar studie in Oxford het zaadje zou planten voor een omvangrijk onderzoek naar de betekenis van maakprocessen voor de inwoners van het oude Rome, had Bettina Reitz-Joosse nooit kunnen bevroeden. Reitz-Joosse: ‘Ik was al honderdduizend keer langs de bibliotheek gelopen, het is een heel mooi gebouw. Maar deze keer was er een verbouwing gaande en werd de gevel onder handen genomen. Hierdoor veranderde mijn blik.’
Reitz-Joosse raakte gefascineerd door hoe Romeinen dachten, voelden en spraken over het maken van gebouwen en objecten – van zoiets groots als een bibliotheek of een obelisk tot kleinere voorwerpen, zoals een geweven kleed of een handgeblazen vaas.
De impact van een bouwput
De bibliotheek in Oxford zag er destijds elke dag een beetje anders uit, er was veel lawaai en de omgeving was een ravage, wat ervoor zorgde dat passanten steeds moesten omlopen. ‘Dat zette me verder aan het denken’, zegt Reitz-Joosse. ‘Hoe zouden mensen dit hebben ervaren in het oude Rome, waar heel veel gebouwd en gemaakt werd? Wat deden die bouwputten met mensen? Hoe dachten ze over de manier waarop bouw- en maakprocessen ingrijpen in de natuur? En welke ethische of morele implicaties brachten deze processen met zich mee?’
Een afgeronde studie, een promotie in Leiden en enkele onderzoeksprojecten later bewerkte Reitz-Joosse haar vragen en ideeën tot een onderzoeksvoorstel waarmee ze vorig jaar een Europese beurs in de wacht sleepte. Die stelt haar in staat om de komende jaren met een team – twee andere tekstwetenschappers, een beeldwetenschapper en een aantal studentassistenten – oude Griekse en Latijnse teksten alsook Romeinse afbeeldingen te verzamelen, systematiseren en analyseren. De onderzoekers richten zich specifiek op de 1e en 2e eeuw na de gangbare jaartelling, omdat er zelden zo veel gebouwen verrezen en kunstobjecten en gebruiksvoorwerpen werden gemaakt, dankzij relatief homogene en efficiënte maakprocessen.
Bangladesh, toga’s en slaafgemaakten
‘Wat ik zou willen weten’, zegt Reitz-Joosse, ‘is wat een Romein dacht als hij een bepaald object in zijn handen hield. Zo’n vaas van glas bijvoorbeeld. Je kunt denken: wat een mooi, handig ding! Maar misschien had deze Romein ook wel ideeën over het maakproces van de vaas en beïnvloedden die de manier waarop hij ernaar keek. Naar die ideeën ben ik nieuwsgierig.’
Vooral omdat deze vermoedelijk nogal verschillen met onze huidige opvattingen over hoe en waarom dingen tot stand komen. Reitz-Joosse: ‘Stel dat ik jou vertel dat jouw T-shirt is gemaakt in een sweatshop in Bangladesh. Door kinderen. Dan wil je het misschien niet meer dragen. Maar als jij mij een vaas cadeau geeft en erbij vertelt dat die met de hand is gemaakt, denk ik waarschijnlijk: wauw, wat speciaal!’
Bij de Romeinen lag dit anders. Een rijke Romein zou er namelijk helemaal niet van opkijken dat zijn toga door een slaafgemaakte is geproduceerd. Door wie anders? En natuurlijk is zo’n vaas met de hand beschilderd; er bestond namelijk geen alternatief. ‘Maar op welke manier zou het een Romein dan wel uitmaken hoe iets is vervaardigd? Daar wil ik achter komen’, zegt Reitz-Joosse.
Net als elke andere onderzoeker van de oudheid, stuit ze hierbij wel op een probleem: er zijn geen Romeinen meer om het aan te vragen. ‘Maar we kunnen wel een stap verder komen door te kijken naar teksten en beelden die maakprocessen beschrijven en tonen.’
Goddelijke glasblazer
Neem een Grieks tekstfragment over glasblazers dat Reitz-Joosse tegenkwam. ‘Het is een fantastische tekst op een velletje papyrus. De glasblazer wordt bijna als een goddelijke figuur geschilderd, die met zijn adem en samen met de vuurgod Hephaistos als een wonder het harde glas “leven in kan blazen” en kan vormen. Als een soort schepper.’
Naast te analyseren wat er precies wordt gezegd en afgebeeld, is het van belang om te speuren naar wat er wordt weggelaten. Want ook dat kan veel zeggen over de maatschappelijke en sociale realiteit van de Romeinen. Wat de auteur van het fragment over de glasblazer bijvoorbeeld totaal buiten beschouwing laat, is het feit dat je helemaal niet in je eentje kunt glasblazen.
‘Je hebt iemand anders nodig die het vuur op precies de juiste temperatuur stookt en die het benodigde gereedschap geeft en aanpakt’, legt Reitz – Joosse uit. ‘Maar dat vindt de schrijver van deze tekst kennelijk niet interessant. Waarom dat zo is, weten we nog niet; daarvoor moeten we meer onderzoek doen.’
Completer beeld
Door een grote hoeveelheid teksten en afbeeldingen – denk aan proza en poëzie, schilderijen, mozaïeken en reliëfs – te bestuderen die niet alleen gaan over glasblazers, maar ook over wevers, beeldhouwers, timmerlieden, metselaars en constructiewerkers, ontstaat een veel completer beeld van hoe Romeinen keken naar de fysieke wereld om zich heen en hoe ze deze waardeerden. Als je zo veel verschillende maakprocessen onderzoekt, waar begin je dan met zoeken en hoe bepaal je wanneer het genoeg is?
Reitz-Joosse: ‘We gaan in twee fases werken: we beginnen met het verzamelen en systematiseren van heel veel materiaal. Dus alles wat we kunnen vinden van wat er bewaard is gebleven aan geschreven of fysieke bronnen over bijvoorbeeld weven, nemen we mee. Voor het systematiseren hebben we een aantal criteria, zoals: gaat het over mannen of vrouwen en ligt de nadruk op een goddelijke of menselijke representatie? Zo komen we uiteindelijk tot een grote datacollectie.’
Daarna is het een kwestie van keuzes maken. ‘De promovendi uit mijn team werken aan hun eigen proefschrift, waarbij ze hun eigen invalshoek bepalen. Ik ben er om het grote geheel in de gaten te houden.’
Extra dimensie
De komende jaren hopen zij en haar collega’s een cruciale dimensie toe te voegen aan de bestaande culturele geschiedenis van het maken en bouwen in de Romeinse oudheid. ‘Er wordt al heel veel onderzoek gedaan naar de technische, logistieke en economische kant van het maken en bouwen, bijvoorbeeld door archeologen’, zegt Reitz-Joosse. ‘Wij brengen making en meaning samen en koppelen het maakproces aan de betekenis ervan. Zodat we de Romeinen beter snappen.’
Reitz-Joosse realiseert zich dat ‘de’ Romeinen in dit geval vooral de elitaire, mannelijke Romeinen betreft, omdat zij het gros van de te onderzoeken teksten hebben geschreven. ‘Het is nog altijd beter om te weten wat er in het hoofd van een super-elitaire Romein omgaat, dan helemaal in het duister te tasten. Juist omdat zo’n machtige, rijke Romein door wat hij de wereld in stuurde heel bepalend was voor de realiteit van de rest van de samenleving. Maar juist daarom is het ook zo belangrijk om er goed op te letten op wat in onze teksten en afbeeldingen allemaal buiten beschouwing blijft.’’
Meer weten?
Bekijk ook deze video van de Universiteit van Nederland. Hierin vertelt Bettina Reitz-Joosse waarom Romeinse keizers zo trots waren op het plaatsen van obelisken.
Laatst gewijzigd: | 02 mei 2024 13:05 |
Meer nieuws
-
19 december 2024
Konstantin Mierau nieuwe vice-decaan Faculteit der Letteren
Het College van Bestuur van de RuG heeft dr. Konstantin Mierau per 1 januari 2025 benoemd tot vice-decaan van de Faculteit der Letteren. Decaan Thony Visser en PH-Middelen Sander van den Bos zijn verheugd met de benoeming en kijken uit naar de...
-
10 december 2024
Joëlle Douma wint schrijfwedstrijd Stijlvoltreffer 2024
Op maandag 9 december won Joëlle Douma (5 vwo) van het Gomarus College in Groningen de schrijfwedstrijd Stijlvoltreffer 2024 met haar verhaal ‘Ik haat Hanna’
-
10 december 2024
De tijd zal het leren: wat jaarringen ons vertellen over het verleden
DNA-analyse van eeuwenoude botten, tanden of planten kunnen familierelaties, populatiebewegingen en domesticeringsmethoden onthullen. Pınar Erdil vertelt er meer over.