Thuiswerken: zeeën aan tijd, maar 'de muren komen op me af'
Datum: | 16 maart 2020 |
Nederlanders moeten zoveel mogelijk thuiswerken. Aan de oproep van het kabinet wordt massaal gehoor gegeven. Maar niet iedereen kan de deur zomaar achter zich dicht trekken.
Door: Jean Dohmen. Dit artikel is gepubliceerd op fd.nl op 14 maart 2020.
In het kort:
- Nederlanders werken door coronacrisis massaal thuis.
- Het is onzeker of uitbraak tot structurele toename van thuiswerk leidt.
- Veel beroepen lenen zich er niet voor.
- Niet alle werknemers voelen zich er senang bij.
‘Papa is even aan het bellen', zegt vermogensregisseur Joep van Spreeuwel uit Den Bosch tegen zijn kinderen als hij de telefoon opneemt. 'Ik zit hier aan de keukentafel', vertelt hij. 'Mijn vrouw is net boodschappen doen. Vandaar.'
Van de zeven werknemers van vermogensbeheerder Servatus werken er sinds de oproep aan Brabanders om niet naar kantoor te gaan vijf thuis. Afwisselend bemannen er twee de bureau's aan de Leeghwaterlaan. Een kantoortje thuis heeft Van Spreeuwel niet, maar aan de eettafel lukt het prima. Alle gegevens staan in de cloud, en klanten belden de laatste jaren sowieso steeds vaker zijn mobiele nummer.
De tijdelijke werkplek heeft zeker voordelen - Van Spreeuwel is minder snel afgeleid. Een schaduwkant is er ook. 'Ik overleg uitsluitend nog telefonisch met mijn collega's. Op kantoor loop je makkelijker bij elkaar binnen.'
Kampioen thuiswerken
Honderdduizenden Nederlanders werken de komende weken tijdelijk vanuit huis. De coronacrisis is daardoor ook een groot thuiswerkexperiment geworden. Bij zorgverzekeraar CZ kwam het personeel van de vestiging in Tilburg afgelopen week al grotendeels niet meer naar kantoor; van de 1200 zaten er vrijdag nog zo'n 200 achter hun bureau.
De 18.000 vaste en flexibele medewerkers van ING werken vanaf maandag zoveel mogelijk thuis. 'We bekijken per afdeling wat kan', zegt een woordvoerder. Voor de klantenservice in Leeuwarden zijn 1200 laptops gereed gemaakt waardoor zij ook niet naar de zaak hoeven.
Nederland was in Europa al kampioen thuiswerken. Leidt de strijd tegen het virus op de langere termijn tot een verdere toename? 'Een interessante vraag', vindt Albert Boonstra dat. Volgens de hoogleraar informatiemanagement aan de Rijksuniversiteit Groningen is het zeker 'denkbaar' dat sectoren die sceptisch stonden tegenover thuiswerken - zoals accountancy en advocatuur - er anders tegenaan gaan kijken nu ze min of meer gedwongen worden.
Maar dat is speculatie, benadrukt Boonstra. Het tegenovergestelde kan ook gebeuren. 'Als men vaststelt dat de productiviteit erg inzakt is men waarschijnlijk blij als men elkaar weer in de ogen kan kijken', zegt hij.
Hogere productiviteit
De vaak gehoorde claim dat de productiviteit van thuiswerkers altijd hoger is dan die van kantoormensen, klopt volgens Boonstra niet. 'Dat kun je in algemene zin zo niet zeggen. Het hangt af van het soort werk. In sommige sectoren, denk aan reclamebureaus, is het belangrijk dat je in elkaars fysieke nabijheid bent.'
Onderschat ook de verschillen tussen mensen niet, waarschuwt Boonstra. 'De een kan goed alleen werken, de ander niet. Niet iedereen heeft thuis een rustige werkplek. Dat is allemaal van invloed op de productiviteit', zegt hij. Zelf werkt hij 20% tot 30% van zijn tijd thuis. 'De kinderen zijn de deur uit. Dan kun je in alle rust je werk thuis oppakken.'
Er zijn banen waar thuiswerken vaak geen optie is: politie, zorg, onderwijs - en ook in fabrieken. Bij Tata Steel in IJmuiden werkt de helft van de 10.000 werknemers in de staalproductie. Als zij thuis zitten, komt er geen staal meer uit de fabriek.
Thuiswerken is ook geen optie voor 8500 van 9000 medewerkers van schoonmaakbedrijf Asito uit Almelo, die samen met hun collega's van andere bedrijven het land schoonhouden. Dat werk is 'van cruciaal belang voor de bv Nederland' tijdens de virusuitbraak, stelt HR-directeur Anton Witte van Asito.
'Thuiswerkers zijn vaak kenniswerkers', zegt hoogleraar Boonstra. Hij schat dat 40% van de werknemers in meer of mindere mate kan thuiswerken. Dat combineren ze bijna altijd met werken op kantoor. Boonstra: 'Elkaar zien is belangrijk om te overleggen. Wil je een gezamenlijke cultuur creëren, dan zijn intensieve gesprekken nodig.'
Uitgestorven kantoor
Het kantoor van KPMG in Amstelveen maakt deze vrijdag een uitgestorven indruk. Het leeuwendeel van de 3600 medewerkers zit thuis - ook de leiding. Een enkeling is nog op kantoor. Die moeten wel voldoende afstand van elkaar houden, maar gezien de zeeën van ruimte die er nu zijn aan de Laan van Langerhuize is dat geen probleem.
Een paar dagen thuiswerken is voor de meeste medewerkers makkelijk vol te houden. Maar houden zij het de komende weken ook nog vol? 'Het is in veel huishoudens zo dat niet één, maar twee mensen thuis werken. En ja, er is vaak maar één werkkamer', zegt woordvoerder Willem Bonekamp. 'We krijgen praktische verzoeken van collega's. Kan ik een bureaustoel mee naar huis nemen, of een monitor?'
De IT'ers van KPMG zijn benieuwd of de beveiligde verbindingen genoeg bandbreedte hebben als personeel massaal thuiswerkt. Accountants lopen tegen heel andere vragen aan. Bonekamp: 'Soms moet je bij een accountantscontrole fysiek aanwezig zijn. Hoe teken je dan een dossier af?' Het bedrijf benut de ontstane situatie om het digitaal ondertekenen verder uit te rollen.
Niet alleen controleren
Voor leidinggevenden kan thuiswerken een uitdaging worden. Hun teams zitten opeens niet meer in kantoortuinen, maar verspreid over stad en land. 'Een leidinggevende moet toezicht houden op de prestaties, maar ook zijn of haar mensen sociaal ondersteunen', vat hoogleraar leiderschap en organisatieverandering Janka Stoker van de Rijksuniversiteit Groningen de rol van de 'chef' kort en bondig samen. 'Dat blijft zo, ook al zit je op afstand.'
Die afstand is een valkuil. Er valt veel weg als je belt of skypet, zoals non-verbale communicatie. Leidinggevenden moeten er volgens Stoker op letten dat ze niet alleen nog controleren. Nieuw is dat allemaal niet, relativeert ze. Multinationals met teams die verspreid zitten over landen, hakken al langer met dit bijltje.
Verder heeft ze nog een advies: 'Je moet mensen vertrouwen. Als iemand op kantoor is, moet een leidinggevende ook niet op diens lip zitten. Als je iemand niet ziet, is de neiging groter om te denken dat hij of zij Netflix zit te kijken of de hond uitlaat. Maak duidelijke afspraken over resultaten en laat mensen vooral vrij hoe en wanneer ze die bereiken.'
Geen gezelligheid
Thierry Aartsen, VVD-Kamerlid uit Breda, bevalt het thuiswerken 'waanzinnig goed'. In eerste instantie had hij zo zijn reserves. 'Als Kamerlid leid je een druk bestaan in het Haagse. Ik dacht: dat kan helemaal niet.' Tot zijn verbazing kan het wel. Bij de fractievergadering van de liberalen verschijnt zijn gezicht op een groot scherm. Als hij wat wil zeggen, steekt hij zijn vinger op.
Toen Brabanders het advies kregen thuis te werken, veegde Aartsen zijn volle agenda leeg. Persoonlijke ontmoetingen werden vervangen door gesprekken met Facetime. 'Ik heb nu tijd over. Als je iemand ontmoet, maak je eerst een praatje. Nu kom je meteen ter zake.'
Dat is niet alleen een voordeel, merkt ook hij. Aartsen: 'Wanneer je live tegenover iemand zit, hoor je meer. Nu is het allemaal heel functioneel.' En de Brabander mist de gezelligheid. 'Op een gegeven moment komen de muren wel op je af.'