Janka Stoker ontvangt eerste boek over Sigrid Kaag
Datum: | 12 mei 2022 |
Op 11 mei verscheen het boek 'Sigrid Kaag. De schaduwpremier', geschreven door Wilma Kieskamp. Janka Stoker ontving het eerste exemplaar, en ging daarna in op de leiderschapslessen die uit het boek te halen zijn. Deze gaan over vrouwen en leiderschap, over de buitenstaander, en over 'nieuw' leiderschap. Lees Janka's analyse hieronder.
Het boek ‘Sigrid Kaag. De schaduwpremier’ van Wilma Kieskamp heb ik met heel veel plezier gelezen, omdat het in sterke mate over leiderschap gaat. Het boek is een prachtige illustratie van een aantal ‘lessen’ uit leiderschapsonderzoek. Maar bovenal is Kieskamp in staat geweest om Sigrid Kaag op een genuanceerde en integere manier te beschrijven – je leert haar goed kennen, en snapt na lezing beter waarom sommige dingen bij Kaag zijn zoals ze zijn, en gaan zoals ze gaan. Ik wil er graag drie lessen over leiderschap uit halen. Die gaan over vrouwen en leiderschap, over de buitenstaander, en over nieuw leiderschap.
Vrouwen en leiderschap
Ik begin bij het onderwerp ‘vrouwen en leiderschap’, omdat dit boek natuurlijk niet geschreven was als Kaag een man was geweest. Niets ten nadele van Alexander Pechtold natuurlijk, maar er is bij mijn weten nog geen biografie over hem verschenen, en ik vraag me af of die er ooit nog komt. Vrouwen op leiderschapsposities daarentegen zijn nog steeds bijzonder. Ze liggen onder een vergrootglas; een vrouw die aankondigt dat ze premier wil worden en ‘in it to win it’ is, dat is nieuws, zeker ook in Nederland.
Het boek beschrijft hoe Kaag haar leven lang als vrouw extra hard werkt om zich te bewijzen, ervoor zorgt dat ze opvalt in de organisaties waar ze werkt, en altijd bereid is om te verhuizen, zelfs als dat betekent dat ze lange tijd gescheiden moet leven van haar gezin - op zogenaamde de ‘non-family positions’ - “Als ze iets in haar hoofd heeft, wil ze het ook doen” (p. 57). Ze is succesvol en wordt één van de belangrijkste vrouwen bij de VN. Tegelijkertijd lijkt het later, bij de aanvaarding van het lijsttrekkerschap van D66, alsof het haar allemaal een beetje is overkomen: “ze is bezig om gewoon haar werk te doen als minister, en daar heeft ze haar handen vol aan” (p. 120).
Kieskamp constateert dat dit beeld van haar aarzeling, op gespannen voet staat met de eerdere carrière-keuzes in haar leven. Onderzoek (Okimoto & Brescoll, 2010) verklaart echter waarom dit schijnbaar bescheiden gedrag van Kaag, eigenlijk heel logisch is. Daaruit blijkt namelijk dat de kiezer, en wij allemaal, niet houden van vrouwelijke politici die openlijk ambities hebben en macht nastreven. We vinden ze niet warm en zelfs een beetje walgelijk; we stemmen niet op hen, omdat vrouwen niet zo ‘horen’ te zijn. Het stereotype van een ‘goede’ vrouw is namelijk dat ze bescheiden en zorgzaam is, en niet op de voorgrond treedt. En dus móeten vrouwelijke politici wel doen alsof het ze allemaal is ‘overkomen’, en vooral ook zeggen dat ze het willen vanwege de morele doelen die ze nastreven, en niet vanwege een persoonlijke ambitie. Kaag heeft dus precíes dat gedrag vertoont, dat in de politiek acceptabel is voor een vrouw die een leider wil worden.
Ondertussen zag D66 een vrouw als leider als een enorme kans of troefkaart, en werd haar aantreden als nieuwe leider strak geregisseerd vanaf het moment dat Pechtold aankondigde te vertrekken. Daarbij werd namelijk van tevoren afgesproken dat Kaag naast hem zou zitten als hij dit zou doen, zodat ze op alle beelden te zien zou zijn. Kaag zelf blijft ambigue over het spelen van de vrouwenkaart: “Ik wil niet gekozen worden op het ticket van mijn vrouw-zijn” (p. 127). Maar tegelijkertijd heeft zij zelf haar vrouw en ‘moeder’ zijn gekoppeld aan haar wens om premier te worden, toen ze op een partijcongres de kwestie expliciet maakte: “Er zijn nog steeds mensen die zich afvragen of een moeder wel premier kan zijn. Maar Democraten, zullen wij eens laten zien hoe het eruit ziet als een moeder premier is?”. Deze strategie heeft D66 geen windeieren gelegd, maar gaat voor haar persoonlijk gepaard met een immense hoeveelheid online haat, en met gekken met brandende fakkels voor haar voordeur. Ook de strategie van de bescheiden vrouw die het leiderschap min of meer ‘overkomt’, blijkt dus geen remedie tegen de negatieve emoties die vrouwen op leidinggevende posities in de politiek blijven oproepen: de troefkaart is voor Kaag persoonlijk een heel dure kaart.
De buitenstaander
Kaag is niet alleen vrouw, ze is ook een buitenstaander. Vaak klimmen leiders, juist ook in de politiek, van binnenuit op naar dit soort posities. Maar Kaag komt van buiten, en heeft haar ruime ervaring als leider opgedaan in niet-Nederlandse contexten, waar ze zich bezighield met complexe, internationale vraagstukken. Als je onderdeel bent geweest van vredesmissies in Sudan of de leider bent geweest van de ontwapeningsmissie in Syrië, dan lijkt én is de kaasstolp in Den Haag vaak een hoop detailgeneuzel over weinig. Haar ergernis en onbegrip liet ze als minister vooral in het begin regelmatig blijken, maar ze heeft zich zonder kleerscheuren weten aan te passen, en dat kenmerkt een goede leider.
Dat aanpassingsvermogen was echter minder te zien tijdens de kabinetsformatie. Volgens Wilma heeft ze hier hardhandig moeten ervaren dat haar stijl van onderhandelen mis is gelopen. Kaag is een zeer ervaren onderhandelaar, maar altijd ‘via de inhoud’, terwijl de tactiek van Rutte en Hoekstra er een was van ‘wachten, wachten en nog eens wachten’ (p. 173). Misschien heeft zij dus wel de verkeerde tactiek voor de Nederlandse context van formaties gekozen? Dat is nog maar de vraag – stijlvastheid is niet altijd verkeerd. Want we weten natuurlijk nog niet hoe Rutte-IV voor D66 uiteindelijk zal aflopen. Kaag wilde echt niet weer met de Christen Unie in zee - terwijl ze daar nu wel mee zit opgescheept; tegelijkertijd heeft ze, door haar strategie, er juist het meeste uit weten te slepen voor D66, en wordt ze in ook wel gezien als de grote winnaar van de formatie.
Het feit dat zij een buitenstaander is, is ook direct te koppelen aan het derde leiderschapsthema van het boek, en dat is Kaag’s pleidooi voor nieuw leiderschap. In de aanloop naar de verkiezingen heeft zij haar best gedaan om geloofwaardig te maken dat ze staat voor een ander soort leiderschap dan dat van Rutte (!). Dat is geloofwaardiger voor een buitenstaander, zeker als die buitenstaander ook nog eens een vrouw is: ze is eigenlijk ‘dubbel nieuw’.
Nieuw leiderschap
In de prestigieuze H.J. Schoolezing was ze heel duidelijk: “Leiderschap is voor mij het tegenovergestelde van ritselen en regelen zonder visie” (p. 168). Kaag werpt zich op als een politicus met in de allereerste plaats een morele boodschap. En dat heeft zich uitbetaald. Maar het gevaar is natuurlijk dat zo’n morele meetlat je opbreekt. Dan wordt een pleidooi voor ‘nieuw leiderschap’ een boemerang. Want of het nou ‘nieuw’ is, of ‘visionair’, of wat voor hip bijvoeglijk naamwoord dan ook, uiteindelijk gaat leiderschap niet over mooie woorden tijdens de campagne, maar over concreet gedrag. Show, don’t tell – je zou het Kaag zo horen zeggen. De afgelopen weken bij de affaire rondom partijstrateeg Van Drimmelen bleek al dat Kaag die term voor haar voeten geworpen krijgt zodra er ook maar iets ‘mis’ gaat: was dit nu dat beloofde ‘nieuwe’ leiderschap? Dit zou dus wel eens de belofte kunnen worden waar ze de komende jaren het meest last van gaat krijgen. En het meest spijt?
De tijd zal het leren. Ik was zelf na lezing in elk geval heel erg benieuwd naar ‘hoe het verder gaat’. Want door Kieskamp weten we nu heel veel over Sigrid Kaag, over haar motieven, ervaringen en gedrag. Maar… voor een evaluatie over de effectiviteit of het succes van Kaag, moeten we echt meer data hebben, zegt de onderzoeker in mij. Zal het ‘nieuwe leiderschap’ de nagel aan haar doodskist worden, die de gevleugelde D66-uitspraak ‘regeren is halveren’ weer eens gaat bevestigen? Of komt Kaag uit de schaduw van Rutte, en laat zij zien dat je als premier van Nederland ook moeder kunt zijn?
Ik kijk uit naar het vervolg: op naar Sigrid Kaag - deel II!
Kieskamp, W. (2022). Sigrid Kaag. De schaduwpremier. Amsterdam: Prometheus.
Okimoto, T. G., & Brescoll, V. L. (2010). The price of power: Power seeking and backlash against female politicians. Personality and Social Psychology Bulletin, 36(7), 923-936.