Gezocht: goede toezichthouders voor FC Twente
Datum: | 27 mei 2016 |
Auteur: | Harry Garretsen, Janka Stoker |
Vandaag (27 mei) dient het kort geding dat FC Twente heeft aangespannen tegen het besluit van de KNVB licentiecommissie om de club terug te zetten naar de Jupiler League. KNVB-voorzitter Bert van Oostveen laat niet na de Enschedese club erop te wijzen dat jarenlang wanbeleid niet anders dan dergelijke ernstige consequenties kan hebben. Eigen schuld etc., en daarmee einde discussie wat betreft de voetbalbond. Dat wil zeggen, de KNVB wil nog wel evalueren of de communicatie rond het besluit van de licentiecommissie van ruim een week geleden goed is verlopen (zie uitzending Nieuwsuur 24 mei), maar daarmee is wat betreft de voetbalbestuurders uit Zeist de kous af. Dat is opmerkelijk. Vriend en vijand zijn het erover eens dat de timing van het besluit van de licentiecommissie hoogst ongelukkig was, daar is echt geen evaluatie voor nodig. Maar veel wezenlijker is dat het hier eigenlijk om een ander probleem gaat, namelijk om falend toezicht. En dat gaat dan niet alleen over het gebrekkige interne toezicht bij FC Twente, maar ook over de rol die de KNVB zelf daarin zou kunnen of eigenlijk zou moeten spelen. Maar de KNVB lijkt vooralsnog niet te willen reflecteren op het feit dat zij zelf veel te veel langs de zijlijn staat en heeft gestaan, als het om het reilen en zeilen van clubs als FC Twente gaat.
Uiteraard is een profvoetbalclub geen 'gewone' of zelfs beursgenoteerde organisatie (m.u.v. Ajax), maar net als bij de meeste organisaties geschiedt het toezicht op de bestuurders van een profvoetbalclub op interne en externe wijze. Over dat onderwerp zijn in andere sectoren inmiddels, ook door schade en schande, de nodige lessen geleerd. In bijvoorbeeld de financiële sector is De Nederlandsche Bank (DNB) samen met de Autoriteit Financiële Markten (AFM) de belangrijkste nationale externe toezichthouder op onze financiële instellingen; daarnaast heeft elke bank uiteraard ook een eigen Raad van Commissarissen die geacht wordt de Raad van Bestuur te controleren. Uit onderzoek blijkt dat voor een effectief toezicht een goede afstemming tussen in- en extern toezicht cruciaal is, en vooral dat uiteindelijk de kwaliteit van het interne toezicht de doorslag geeft (De Waal, Rink & Stoker, 2015). Dat is ook de reden waarom DNB en de AFM zich nadrukkelijk bemoeien met de samenstelling van de RvC van een financiële instelling. Effectieve externe toezichthouders zouden er in de eerste plaats voor moeten zorgen dat de voorwaarden voor een toereikend toezicht binnen een organisatie gegarandeerd zijn, en zouden alert moeten zijn op indicatoren die uitwijzen dat er in de besturing een aantal zaken niet op orde is. In 'normale' bedrijven in Nederland is het bijvoorbeeld ondenkbaar dat de bestuursvoorzitter tevens de voorzitter van de Raad van Commissarissen is. Bij FC Twente vervulde Joop Munsterman deze opmerkelijke dubbelrol langdurig.
De vraag die zich inmiddels opdringt is of de KNVB zichzelf überhaupt wel als toezichthouder ziet, en of zij van mening is dat zij in deze functie een (pro-)actieve rol heeft te vervullen. Het handelen van de KNVB wekt de indruk dat, zolang de boeken door de accountant worden goedgekeurd, zij zich weinig zorgen maakt over het functioneren van een profclub. Dat is een riskant model, zo laat het geval van FC Twente zien. Immers, aangezien de KNVB hier laat en dus welhaast per definitie té laat optrad, restte er uiteindelijk niet veel meer dan ingrijpen met draconische maatregelen. Een 'laissez-faire' houding als toezichthouder is bovendien des te riskanter, omdat - meer dan wellicht bij andere organisaties - juist bij voetbalclubs zaken als opportunisme en dubbele petten, en onduidelijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden, een grote rol spelen. Voor je het weet is de club verkocht aan een onbekende bieder uit een ver land, waarbij de club (en vaak ook de gemeente) alles prima vindt, zolang de miljoenen en daarmee het gehoopte succes maar binnen handbereik komen. Wie de nieuwe eigenaar dan vervolgens in de touwen houdt, lijkt van ondergeschikt belang (daar weten ze bij ADO Den Haag inmiddels ook alles van). Bovendien, zie helaas ook weer FC Twente, zijn de sleutelfiguren bij een club vaak op diverse manieren bij de club betrokken, en niet zelden doet de halve familie mee. Profvoetbalclubs hebben daarmee kenmerken die overeenkomen met vrijwilligersorganisaties of familiebedrijven, en inmiddels weten we uit onderzoek dat juist daar de kwaliteit van het management vaak ondermaats is.
Tot slot is er nog een ander argument waarom goed extern toezicht in de sport van cruciaal belang is. Want, anders dan in het bedrijfsleven, is het in deze sector juist niet de “een z'n dood, de ander z'n brood'. Ook streekgenoot en 'rivaal' Heracles bijvoorbeeld kan uiteindelijk niet gelukkig zijn met de problemen bij FC Twente. Een goede, eerlijke (en spannende) competitie in de professionele sport is in het grootste belang van alle deelnemers. Zo bezien kent de neergang van FC Twente alleen maar verliezers. Het gemeenschappelijke belang van een eerlijke en serieuze wedstrijdcompetitie is dus een extra reden voor de externe toezichthouder als de KNVB om alert te zijn op mogelijk bestuurlijk falen bij profclubs.
Het betaalde voetbal in Nederland vraagt daarom bij uitstek om goed toezicht en dan bij voorkeur binnen de club zelf. Maar dat begint misschien wel bij actief en professioneel extern toezicht. Dat de KNVB vanaf de zijlijn en op de nodige afstand, pas op een laat moment bij FC Twente ingreep, en bovendien de uitkomst in het geheel niet op zichzelf lijkt te betrekken, is niet alleen een slechte zaak voor FC Twente, maar voor het gehele Nederlandse voetbal. Bovendien voorspelt de gang van zaken weinig goeds voor de toekomst. Het zou verstandig zijn als bij de leiding van de KNVB het besef doordringt dat zij zelf, door een gebrekkige toezichtstructuur en reactief optreden, de problemen bij FC Twente mede hebben laten escaleren. Dit vraagt niet om een evaluatie van het proces rondom het licentie-besluit, maar om een diepgaande analyse van de rol als extern toezichthouder. Als dit niet gebeurt, is het wachten op de volgende club die onderuit gaat.